ECLI:NL:RBGEL:2015:1727

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 maart 2015
Publicatiedatum
16 maart 2015
Zaaknummer
05/720202-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzetheling van gestolen voertuigen en bezit van drugs en munitie

Op 16 maart 2015 heeft de Rechtbank Gelderland een man uit Beuningen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De man werd schuldig bevonden aan opzetheling van twee gestolen auto’s, een grote hoeveelheid motorblokken en twee autoradio’s. Daarnaast was hij in het bezit van goederen met vervalste merken, drugs (MDMA) en munitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. De feiten vonden plaats tussen 2010 en 2013, waarbij de verdachte meerdere keren in aanraking kwam met gestolen voertuigen en onderdelen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een deel van de tenlastelegging, namelijk de inbreukmakende scheermesjes, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, maar de rechtbank legde een zwaardere straf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de documentatie van de verdachte op het gebied van heling. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat het causale verband met de schade niet kon worden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720202-13
Datum uitspraak : 16 maart 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats] Gld
raadsman : F.H.J. van Gaal, advocaat te Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 02 maart 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2010 tot en met 17 april 2013 in
de gemeente Beuningen en/of elders in Nederland op na te noemen tijdstippen, in elk geval eenmaal
1. in of omstreeks de periode van 16 april 2013 tot en met 17 april 2013: een auto (zwarte Audi A 4 Sedan, gekentekend [kenteken 1]) , althans een of meer onderdelen van die auto (zaakdossier 1) en/of
2. in of omstreeks de periode van 8 maart 2013 tot en met 17 april 2013 een auto (grijze Mercedes Benz, gekentekend [kenteken 2]), althans een of meer onderdelen van die auto (zaakdossier 2) en/of
3. in of omstreeks de periode van 19 januari 2013 tot en met 17 april 2013 een motorblok (CFW098683) en/of een autoradio (VWZ1Z2L0288448) (behorend bij een Volkswagen Polo, gekentekend [kenteken 3]) (zaakdossier 7) en/of
4. in of omstreeks de periode van 8 november 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BRS090610) en/of een autoradio (VWZ4Z4G9170560) (behorend bij een Volkswagen Transporter, gekentekend [kenteken 4]) ( zaakdossier 8) en/of
5. in of omstreeks de periode van 18 juli 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BXE244882) (behorend bij een Seat Leon, gekentekend [kenteken 5]) (zaakdossier 9) en/of
6. in of omstreeks de periode van 28 juni 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BST085220) (behorend bij een Volkswagen Caddy, gekentekend [kenteken 6]) (zaakdossier 10) en/of
7. in of omstreeks de periode van 14 april 2010 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BSE512239) (behorend bij een Seat Leon, gekentekend [kenteken 7]) (zaakdossier 11) en/of
8. in of omstreeks de periode van 3 oktober 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (HSA9HZ10J8603030651) (behorend bij een Peugeot 307, gekentekend [kenteken 8]) (zaakdossier 12) en/of
9. in of omstreeks de periode van 30 oktober 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (11291331268116) (behorend bij een Mercedes E 240, gekentekend [kenteken 9]) (zaakdossier 13)
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) (telkens) wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2.
hij op of omstreeks 17 april 2013 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 26 tabletten , in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.
hij op of omstreeks 17 april 2013 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen,
voorhanden heeft gehad
- drie patronen, kaliber 8x68 en/of
- drie patronen, kaliber 7 mm x 57 en/of
- drie patronen, kaliber 6.35 mm
in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III.
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 17 april 2013 te
Beuningen Gld, gemeente Beuningen, opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de
handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of
c. waren, die ter aanduiding van herkomst, valselijk van de naam van een
bepaalde plaats, met bijvoeging van een verdichte handelsnaam, waren voorzien,
en/of
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of
een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking,
was nagebootst, en/of
e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts
ondergeschikte verschillen vertoonden, te weten
- 3 paar sportschoenen merk Nike Air Max en/of
- 1 ( grijs) shirt merk Lacoste en/of
- 1 ( zwart)shirt merk Lacoste en/of
- 1 ( zwart) fleece vest merk Replay en/of
- 1 ( groen) shirt merk Lacoste en/of
- ongeveer 68 doosjes (per doosje 8 stuks) scheermesjes merk Gillette, ( type M3 Power Mach 3)
heeft ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht, te koop heeft aangeboden
en/of heeft afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. De rechtbank houdt ten aanzien van de goederen de nummering van de tenlastelegging aan.
Op 17 april 2013 is aan de [adres] in Beuningen, alwaar verdachte als enige woonachtig is, in de woning, de schuur en op het erf een aantal motorblokken en autoradio’s aangetroffen. Ook zijn een Mercedes Benz met kenteken [kenteken 2] en een Audi A4 met kenteken [kenteken 1] in een schuur aangetroffen. De Audi was grotendeels gestript en onderdelen daarvan lagen in een in Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 10] die eveneens in de schuur stond. [2] Deze Caddy behoorde in eigendom toe aan de vader van verdachte, maar stond bij verdachte in zijn schuur. [3]
1.1
De genoemde Audi A4 was in de nacht van 16 op 17 april 2013 ontvreemd uit een parkeervak in Cuijk. [4]
1.2
De genoemde Mercedes Benz was tussen 8 en 10 maart 2013 ontvreemd uit een parkeervak in Nijmegen. [5]
1.3
Op 19 januari 2013 werd een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] ontvreemd vanaf een carpoolplaats in Ravestein. [6] Op het erf van verdachte werd een motorblok (CFW098683) en in zijn woning een autoradio (VWZ1Z2L0288448) aangetroffen [7] , afkomstig uit de betreffende weggenomen Volkswagen Polo. [8]
1.4
Op 8 november 2012 werd een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 4] ontvreemd in Wijchen. [9] Bij verdachte werden een motorblok (BRS090610) en een autoradio (VWZ4Z4G9170560) aangetroffen [10] , afkomstig uit de betreffende weggenomen Volkswagen Transporter. [11]
1.5
Op 18 juli 2012 werd een Seat Leon met kenteken [kenteken 5] ontvreemd vanaf een parkeerhaven bij station Arnhem-Zuid. [12] In de schuur van verdachte werd een motorblok (BXE244882) aangetroffen, afkomstig uit de weggenomen Seat Leon. [13]
1.6
In de nacht van 28 op 29 juni 2012 werd een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 11] ontvreemd vanaf een parkeerterrein in Nijmegen. [14] In een schuur van verdachte werd een motorblok (BST085220) aangetroffen, afkomstig uit de weggenomen Volkswagen Caddy. [15]
1.7
In de nacht van 14 op 15 april 2010 werd in Nijmegen een Seat Leon met kenteken [kenteken 7] ontvreemd. [16] In een schuur van verdachte werd een motorblok (BSE12239) aangetroffen), afkomstig uit de weggenomen Seat Leon. [17]
1.8
In de nacht van 3 op 4 oktober 2012 werd in Maurik een Peugeot 307 met kenteken [kenteken 8] ontvreemd. [18] In een schuur van verdachte werd een motorblok (HSA9HZ10J8603030651) aangetroffen, afkomstig uit de weggenomen Peugeot 307. [19]
1.9
In de nacht van 30 op 31 oktober 2012 werd in Groesbeek een Mercedes E240 met kenteken [kenteken 9] ontvreemd. [20] In de schuur van verdachte werd een motorblok (11291331268116) aangetroffen, afkomstig van de weggenomen Mercedes E240. [21]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling ten aanzien van alle genoemde goederen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van opzetheling, ook niet in voorwaardelijke zin. Verdachte moest redelijkerwijs vermoeden dat de goederen afkomstig waren van enig misdrijf, wat maakt dat sprake is van schuldheling ten aanzien van genoemde goederen.
Beoordeling door de rechtbank
1.1
Verdachte heeft verklaard dat er twee onbekende mannen langs waren gekomen met de Audi A4 die vroegen of ze de loods van verdachte mochten gebruiken. Verdachte kon daar € 500,- mee verdienen. Verdachte wist dat het geen zuivere koffie was. Toen verdachte zag dat de Audi gestript werd, legde hij de deuren, achterbank, achterlichten en kofferbakdelen in de Volkswagen Caddy van zijn vader. [22]
1.2
Verdachte heeft verklaard dat hij de Mercedes voor € 250,-- via via had gekocht van een lange blonde gozer, Johan ergens uit Nijmegen. Verdachte had geen bon van de aankoop. [23] Verdachte had een aanbetaling van € 100,-- of € 150,-- gedaan omdat hij het kenteken nog moest krijgen. [24] De aangever heeft verklaard dat hij de enige sleutel van de auto nog in zijn bezit had. De auto was blijkens de aangifte nog € 7.500,-- waard. [25]
1.3
t/m 1.7 Verdachte heeft verklaard dat hij deze goederen heeft gekocht. Hij kon op zijn klompen aanvoelen dat deze goederen gestolen waren. [26] Er kwamen vaker mannen langs in een witte Citroën Berlingo. Zij boden de goederen te koop aan voor een lage prijs. Deze goederen waren of kapot of gestolen.
1.8
Verdachte heeft verklaard dat hij dit motorblok heeft gekocht van een of andere
kamper die hij al heel lang kent. Hij heeft er zo’n € 200,- voor betaald. [27]
1.9
Verdachte heeft verklaard dat hij ook dit motorblok heeft gekocht van de betreffende
kamper. Hij heeft er zo’n € 300,- voor betaald. [28]
Ten aanzien van bovengenoemde motorblokken en autoradio’s overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte weet hoe het in zijn werk gaat met heling. [29] Desondanks heeft verdachte gekozen om goederen voor een lage prijs te kopen om er een paar honderd euro te kunnen verdienen. [30] Met betrekking tot de Audi A4 overweegt de rechtbank dat verdachte, gelet op de gehele gang van zaken zoals is gebleken uit het onder 1.1 overwogene, wist dat deze auto van misdrijf afkomstig was. Met betrekking tot de Mercedes heeft verdachte, gelet op de gang van zaken, zoals de lage vraagprijs, alsmede gelet op het feit dat hij niet direct de autopapieren kreeg en geen aankoop bon ontving, willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze auto van misdrijf afkomstig was.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 16 april 2010 tot en met 17 april 2013 alle genoemde goederen voorhanden heeft gehad terwijl hij in elk geval bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. Gelet hierop komt de rechtbank tot een bewezenverklaring voor opzetheling ten aanzien van alle goederen.
Ten aanzien van feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal Opiumwet, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], p. 378;
- een schriftelijk bescheid, zijnde een overzicht met inbeslaggenomen goederen,
p. 733-734;
- een schriftelijk bescheid, zijnde een NFI rapport, identificatie van drugs of personen,
p. 380;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 maart 2015.
Ten aanzien van feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- een schriftelijk bescheid, zijnde een overzicht met inbeslaggenomen goederen,
p. 733-734;
- een proces-verbaal van Wet Wapens en Munitie, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], p. 413;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 maart 2015.
Ten aanzien van feit 4
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- een schriftelijk bescheid, zijnde een overzicht met inbeslaggenomen goederen,
p. 733-734;
- een schriftelijk bescheid, zijnde een brief van de Belastingdienst, Douane Nederland,
p. 346-347;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 maart 2015.
Met betrekking tot de 68 doosjes scheermesjes van het merk Gillette overweegt de rechtbank als volgt. Door een douanemedewerker is verklaard dat na beoordeling van de SNB React, de firma Gillette en verbalisant zelf “is vastgesteld” dat de scheermesjes “inbreukmakend” zijn. Enige motivering op grond waarvan de valsheid van deze goederen is vastgesteld ontbreekt echter. De enkele verklaring dat “is vastgesteld” dat de scheermesjes inbreukmakend zijn, acht de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen, temeer nu verdachte dit heeft ontkent. De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 14 april 2010 tot en met 17 april 2013 in de gemeente Beuningen op na te noemen tijdstippen
1. in de periode van 16 april 2013 tot en met 17 april 2013: een auto (zwarte Audi A 4 Sedan, gekentekend [kenteken 1]
2. in de periode van 8 maart 2013 tot en met 17 april 2013 een auto (grijze Mercedes Benz, gekentekend [kenteken 2]) en
3. in de periode van 19 januari 2013 tot en met 17 april 2013 een motorblok (CFW098683) en een autoradio (VWZ1Z2L0288448) (behorend bij een Volkswagen Polo, gekentekend [kenteken 3]) en
4. in de periode van 8 november 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BRS090610) en een autoradio (VWZ4Z4G9170560) (behorend bij een Volkswagen Transporter, gekentekend [kenteken 4]) en
5. in de periode van 18 juli 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BXE244882) (behorend bij een Seat Leon, gekentekend [kenteken 5]) en
6. in de periode van 28 juni 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BST085220) (behorend bij een Volkswagen Caddy, gekentekend [kenteken 6]) en
7. in de periode van 14 april 2010 tot en met 17 april 2013 een motorblok (BSE512239) (behorend bij een Seat Leon, gekentekend [kenteken 7]) en
8. in de periode van 3 oktober 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (HSA9HZ10J8603030651) (behorend bij een Peugeot 307, gekentekend [kenteken 8]) en
9. in de periode van 30 oktober 2012 tot en met 17 april 2013 een motorblok (11291331268116) (behorend bij een Mercedes E 240, gekentekend [kenteken 9])
heeft verworven, voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen (telkens) wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
2.
hij op 17 april 2013 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 26 tabletten, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
3.
hij op 17 april 2013 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, voorhanden heeft gehad
- drie patronen, kaliber 8x68 en
- drie patronen, kaliber 7 mm x 57 en
- drie patronen, kaliber 6.35 mm
in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III.
4.
hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 17 april 2013 te
Beuningen Gld, gemeente Beuningen, opzettelijk
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst,
te weten
- 3 paar sportschoenen merk Nike Air Max en
- 1 ( grijs) shirt merk Lacoste en
- 1 ( zwart)shirt merk Lacoste en
- 1 ( zwart) fleece vest merk Replay en
- 1 ( groen) shirt merk Lacoste en
in voorraad heeft gehad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
‘Opzetheling, meermalen gepleegd’
Ten aanzien feit 2:
‘Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’
Ten aanzien van feit 3:
‘Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie’
Ten aanzien van feit 4:
‘Opzettelijk waren, die zelf valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van het merk waarop een ander recht heeft, in voorraad hebben’ en/of
‘Opzettelijk waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst, in voorraad hebben’

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van feit 1 tot en met feit 4 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte een taakstraf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 2 februari 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 22 januari 2015.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan opzetheling van twee auto’s, een grote hoeveelheid motorblokken en twee autoradio’s. Dergelijke feiten dragen bij aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen, en daarmee aan het voortduren van diefstal en verduistering van auto’s en andere waardevolle voorwerpen. Ook had verdachte diverse goederen onder zich die onder meer waren voorzien (of waarvan de verpakking was voorzien) van een merk waarop een ander recht had. Voorts heeft verdachte 26 tabletten met MDMA in zijn bezit gehad en is bij verdachte munitie van categorie III aangetroffen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur leiden- dat verdachte documentatie heeft op het gebied van heling.
De rechtbank houdt rekening met de ouderdom van de feiten; zij zal daarom een lager onvoorwaardelijk deel opleggen dan de officier van justitie heeft geëist.
Verdachte geeft voorts weinig blijk van weinig inzicht in zijn grensoverschrijdende gedrag en dient vooral extern gemotiveerd te worden om zich van soortgelijke feiten te onthouden. De rechtbank ziet daarin reden om juist een langere voorwaardelijke straf op te leggen en aan het voorwaardelijk strafdeel een proeftijd van 3 jaar te verbinden. Dit om verdachte van het opnieuw plegen van dergelijke feiten te weerhouden en om de ernst van de feiten te benadrukken.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 10], volgens opgave aan de vader van verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met betrekking tot welke het onder 1 bewezenverklaarde is begaan, immers het is gebruikt om onderdelen van de Audi A4 in te bewaren.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerp aan de verdachte, te weten een geldbedrag groot € 1.785,--. Niet is komen vast te staan dat het inbeslaggenomen geldbedrag afkomstig is uit misdrijf.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 600,- door [benadeelde 1] en € 350,-- door [benadeelde 2].
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] toe te wijzen tot het bedrag van € 250,-- waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis. Dit ziet op een geschat bedrag voor de IPod en de zonnebril. Deze lagen nog in de auto. De auto is de dag na de diefstal bij verdachte aangetroffen, derhalve kan dit aan verdachte worden toegerekend. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe te wijzen tot het bedrag van € 250,-- waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis. Dit ziet op het eigen risico. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de vordering van [benadeelde 1] primair verzocht om deze niet-ontvankelijk te verklaren. De verdediging heeft aangevoerd dat het causale verband ontbreekt. Subsidiair heeft verdediging verzocht om de vordering te matigen.
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 2] heeft de verdediging verzocht om deze niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van het ontbreken van het causale verband.
Beoordeling door de rechtbank
[benadeelde 1]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu niet kan worden vastgesteld dat het slachtoffer de schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. Ook ten aanzien van de zonnebril en de IPod overweegt de rechtbank dat het rechtstreekse verband ontbreekt. De goederen zijn niet aangetroffen in de auto. De rechtbank kan niet vaststellen of deze reeds voor de heling van de auto door de dieven daaruit zijn gehaald.
[benadeelde 2]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu niet kan worden vastgesteld dat het slachtoffer de schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit, mede gelet op het tijdsverloop tussen de diefstal van de auto en het aantreffen van de auto bij verdachte. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 57, 91, 337 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, 10 en 13 van de Opiumwet en artikel 2, 26, 55 en 56 van de Wet Wapens en Munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
  • veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
  • stelt de proeftijd vast op
  • beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 10];
  • gelast de

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] en [benadeelde 1].
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijkin haar vordering;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijkin haar vordering;
Dit vonnis is gegeven door mr. H.G. Eskes (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en
mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg rechters in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 maart 2015.
mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Oost Nederland, Districtsrecherche Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2013035767, onderzoek 08NEBELHOORN, gesloten op 17 december 2013, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een schriftelijk bescheid, zijnde een overzicht met inbeslaggenomen goederen, p. 733-734 en een proces-verbaal van bevindingen, p. 230, de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, d.d. 2 maart 2015.
3.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 2 maart 2015.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] namens Leaseplan Nederland, p. 183-184.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3], p. 300.
6.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] namens [benadeelde 2], p. 488-489.
7.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 481.
8.Een proces-verbaal van identificatie, p. 493.
9.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4], p. 522.
10.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 481.
11.Een proces-verbaal van identificatie, p. 527.
12.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5], p. 557-558.
13.Een proces-verbaal van identificatie, p. 556.
14.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] namens [benadeelde 6], p. 591-592.
15.Een proces-verbaal van identificatie, p. 590.
16.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] namens [benadeelde 7], p. 624-625.
17.Een proces-verbaal van identificatie, p. 623.
18.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8], p. 657-658.
19.Een proces-verbaal van identificatie, p. 656.
20.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9], p. 691-692.
21.Een proces-verbaal van identificatie, p. 690.
22.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 208 en 210.
23.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 309-310.
24.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 348.
25.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3], p. 300, laatste alinea en p. 302.
26.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 705, drie na laatste alinea.
27.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 669.
28.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 705.
29.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 210, 5 na laatste alinea.
30.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 2 maart 2015.