In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 23 maart 2015, staat de vraag centraal of er een causaal verband bestaat tussen de rugklachten van de verzoekende partij en een ongeval dat plaatsvond op 29 mei 2006. De verzoekende partij, destijds werkzaam als testingenieur voor Nacco, raakte gewond toen een hijsvoertuig kantelde en hij met de cabine naar beneden viel. Na het ongeval ontwikkelde hij diverse klachten, waaronder rugklachten, waarvoor hij AIG Europe Limited aansprakelijk stelde, de verzekeraar van Nacco.
De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift, waarin de verzoekende partij vroeg om erkenning van het causaal verband tussen zijn klachten en het ongeval. De orthopedisch chirurg [chirurg1] heeft in zijn rapport van 23 september 2011 bevestigd dat de huidige klachten van de verzoekende partij redelijkerwijs als gevolg van het ongeval kunnen worden beschouwd. Echter, AIG betwistte dit, met verwijzing naar richtlijnen van de Nederlandse Orthopedische Vereniging die stellen dat radiculaire klachten binnen 24 uur na het ongeval gedocumenteerd moeten zijn.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel niet aan deze richtlijn was voldaan, de deskundige zijn conclusie niet expliciet had teruggenomen. De rechtbank concludeerde dat de klachten van de verzoekende partij, ondanks de onduidelijkheid over het tijdstip van ontstaan van de radiculaire klachten, als gevolg van het ongeval moeten worden beschouwd. De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoekende partij toegewezen, inclusief de proceskosten, en verklaarde dat het rapport van de deskundige als uitgangspunt zal dienen voor verdere onderhandelingen over de schaderegeling.