ECLI:NL:RBGEL:2015:2179
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervanging van gezinsvoogdij-instelling en niet-ontvankelijkheid zelfstandig verzoek tot zorgregeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 maart 2015 uitspraak gedaan over de vervanging van de gezinsvoogdij-instelling voor twee minderjarigen, [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering vervangen door Samen Veilig Midden Nederland, met ingang van 16 april 2015. Dit besluit volgde op een advies van de Raad voor de Kinderbescherming, waarin werd aangegeven dat er een gebrek aan samenwerking was tussen de moeder en de gezinsvoogd. De moeder had ernstige problemen ervaren in de werkrelatie met de gezinsvoogd, terwijl de vader geen problemen meldde. De kinderrechter oordeelde dat een nieuwe start noodzakelijk was voor het welzijn van de minderjarigen, gezien het diepgeworteld wantrouwen van de moeder tegen de huidige uitvoerders van de ondertoezichtstelling.
Daarnaast heeft de kinderrechter het zelfstandig verzoek van de vader tot vaststelling van een zorgregeling niet-ontvankelijk verklaard. De kinderrechter merkte op dat volgens artikel 1:265g BW alleen de GI de mogelijkheid heeft om een zorgregeling te laten vaststellen of te wijzigen. De vader werd geadviseerd om zijn verzoek via zijn advocaat in te dienen bij de rechtbank, zodat er een behandeling kan plaatsvinden op basis van artikel 1:253a BW. De kinderrechter benadrukte het belang van een snelle afhandeling van jeugdhulp om het contact tussen de vader en de kinderen te realiseren, aangezien de vader sinds november 2014 slechts eenmaal contact had gehad met zijn kinderen.