Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
STEVOZU B.V.,
[gedaagde],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 18 maart 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de curator, mr. Christopher John Diks Q.Q. Stevozu B.V., vorderingen heeft ingesteld tegen de besloten vennootschap Afbouwgroep Gelderland B.V. en een gedaagde. De curator baseerde zijn vorderingen op het bewijsvermoeden van artikel 43 lid 5 van de Faillissementswet (Fw) en op onbehoorlijk bestuur door de gedaagden. De rechtbank oordeelde dat het beroep van de curator op het bewijsvermoeden faalde, omdat hij zich niet op artikel 42 Fw had beroepen. Hierdoor waren de vorderingen van de curator niet toewijsbaar. Daarnaast werd vastgesteld dat er geen sprake was van bestuursaansprakelijkheid, omdat niet was komen vast te staan dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld of dat zij als bestuurders van Stevozu wisten dat hun handelen de schuldeisers zou benadelen. De rechtbank verwierp ook het beroep van de curator op de artikelen 47 Fw en 2:245 van het Burgerlijk Wetboek, waardoor de vorderingen van de curator voor afwijzing gereed lagen. De curator werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Afbouwgroep Gelderland en de gedaagde werden begroot op € 3.680,00. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F.M.Th. Quaadvliet.