ECLI:NL:RBGEL:2015:2273

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2015
Publicatiedatum
3 april 2015
Zaaknummer
06/460297-09
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Driessen
  • A. van Lookeren Campagne
  • J. van Santen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en afwijzing van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging

Op 3 april 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene. De officier van justitie had gevorderd de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, terwijl de raadsman van de betrokkene had verzocht om een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd, na advies van de reclassering en de kliniek, en heeft geoordeeld dat de betrokkene nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type, nog steeds achterdocht ervaart en stemmen hoort. De rechtbank heeft de noodzaak van een gestructureerde en geleidelijke resocialisatie benadrukt, waarbij de betrokkene eerst in een trainingshuis geplaatst zal worden voordat hij kan overgaan naar zelfstandig wonen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen dat de terbeschikkingstelling met een jaar wordt verlengd. Het verzoek van de raadsman is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460297-09
Raadsman: mr. P.P. Verdoorn, advocaat te Apeldoorn.
Op 5 februari 2015 is ter griffie van deze rechtbank ingediend een vordering gedateerd 5 februari 2015 van de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende in een woning van [adres],
onder verantwoordelijkheid van de [kliniek 1],
met één jaar.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Zutphen van 7 april 2010. De maatregel van terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 april 2010 en laatstelijk verlengd bij beschikking van de rechtbank Gelderland van 28 mei 2014.
De vordering is op de openbare terechtzitting behandeld door de rechtbank op 20 maart 2015. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
  • een verlengingsadvies van de [kliniek 1], gedateerd 2 februari 2015 en ondertekend door [psychiater], plaatsvervangend hoofd van de inrichting en psychiater, en drs. [coördinator], behandelcoördinator;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over het verblijf van betrokkene tot en met 31 december 2014;
  • een reclasseringsadvies onderzoek voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van Reclassering Nederland, gedateerd 17 maart 2015 en ondertekend door [naam 1], leidinggevende, en [naam 2], reclasseringswerker.

Ontvankelijkheid officier van justitie

De officier van justitie heeft geconstateerd dat de vordering te vroeg is ingediend, maar dat betrokkene niet in zijn belangen is geschaad en dat de officier van justitie derhalve ontvankelijk is in de vordering.
De raadsman heeft zich – gelet op de jurisprudentie op dit punt – ten aanzien van de ontvankelijkheid van de officier van justitie gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De vordering is weliswaar eerder dan de in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend, maar gelet op het belang van de maatschappij bij verlenging van de maatregel, zoals hieronder nader naar voren zal komen, en gesteld noch gebleken dat betrokkene door de (iets) te vroege indiening in zijn belangen is geschaad, zal de rechtbank de officier van justitie in de vordering ontvangen.

Motivering

De officier van justitie heeft haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar, gehandhaafd.
Door en namens betrokkene is aangevoerd dat de terbeschikkingstelling voorwaardelijk dient te worden beëindigd. De overplaatsing naar [adres] is soepel verlopen. Betrokkene heeft zich snel aangepast en ook de verloven zijn goed verlopen. Uit het advies van de kliniek komt naar voren dat betrokkene al geruime tijd stabiel functioneert. Bovendien geniet hij vanaf mei 2013 onbegeleide verloven, die zonder incidenten zijn verlopen, hetgeen eveneens duidt op langdurige stabiliteit. Ook heeft betrokkene sinds januari 2015 werk en houdt hij zich ook daar aan de afspraken en werkt hij goed samen met zijn collega’s. Als met al heeft betrokkene goede ontwikkelingen doorgemaakt en er zijn geen concrete aanwijzingen dat er zodanige spanningen ontstaan, dat hij medicatie zal weigeren. De door de reclassering opgestelde voorwaarden zijn van zodanige aard dat ook daarmee de weg der geleidelijkheid wordt bewandeld.
Uit het verlengingsadvies, de wettelijke aantekeningen en de daarop ter zitting gegeven toelichting door de deskundige [coördinator], voornoemd, komt onder meer het volgende naar voren.
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie van het paranoïde type. De stoornis wordt gekenmerkt door auditieve hallucinaties en gevoelens van achterdocht. De antisociale persoonlijkheidstrekken die betrokkene laat zien, zijn grotendeels te verklaren vanuit het schizofrene beeld. Tevens laat betrokkene narcistische persoonlijkheidstrekken zien.
Het recidiverisico wordt bij proefverlof als matig ingeschat. Het recidiverisico wordt bij een voorwaardelijke beëindiging van de huidige maatregel ook als matig ingeschat.
Inmiddels heeft betrokkene bericht gekregen dat hij binnen [kliniek 2] geplaatst kan worden voor 20 uur werk in de week. Betrokkene wil graag kort verblijven in [adres] en vervolgens doorgeplaatst worden naar een beschermde dan wel zelfstandige woonvorm. Het behandelteam is van mening dat het belangrijk is het resocialisatietraject geleidelijk uit te bouwen, gezien de blijvende kwetsbaarheid van betrokkene. Plaatsing in een trainingshuis op het terrein is een mogelijkheid als volgende stap in de resocialisatie. In de woning kunnen maximaal drie patiënten samen verblijven. In het trainingshuis zal de begeleiding in mindere mate aanwezig zijn, maar is 24 uur bereikbaar. De overgang naar het huis is een goede voorbereiding op een verblijf binnen een reguliere beschermde woonvorm dan wel begeleid zelfstandig wonen in of in de directe omgeving van Deventer. Betrokkene krijgt middels het beschreven traject de mogelijkheid via de weg der geleidelijkheid te oefenen met meer vrijheden en verantwoordelijkheden, wat van groot belang wordt geacht om de risico’s te minimaliseren.
In het kader van acceptatie en het verder ontwikkelen van vaardigheden heeft het team voorgesteld dat betrokkene cognitieve gedragstherapie kan gaan volgen met betrekking tot het leren omgaan met de stemmen en met achterdocht. In dat kader is betrokkene inmiddels aangemeld bij poli-dagkliniek De Tender.
Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Uit het reclasseringsadvies komt naar voren dat gezien het ziektebeeld van betrokkene en het hiermee verband houdende belang, de draagkracht van betrokkene niet moet worden overschreden. De reclassering is van mening dat ten aanzien van de resocialisatie van betrokkene het bewandelen van de weg der geleidelijkheid de voorkeur geniet. In verband daarmee is het naar inschatting van de reclassering wenselijk de reclassering geleidelijk, maar ook spoedig, verder te betrekken bij het resocialisatietraject van betrokkene. Naar inschatting van de reclassering is het doorlopen van een periode van proefverlof voorafgaand aan een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging een wenselijk te nemen stap in de resocialisatie van betrokkene. Geadviseerd wordt om betrokkene thans nog niet in aanmerking te laten komen voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het herhalingsgevaar nog zodanig is dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, ook thans nog eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling, welke maatregel is opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en diefstal, moet worden verlengd.
Betrokkene verleent zijn medewerking aan het voorgestelde traject en verblijft bij [adres] in een (voor hem) nieuwe woonomgeving. Er zal – onder uitbreiding van de vrijheden van betrokkene – worden toegewerkt naar een plaatsing in het trainingshuis en vervolgens worden toegewerkt naar het einddoel van beschermd/begeleid (zelfstandig) wonen. Gelet hierop en gelet op de adviezen van de kliniek en de reclassering is de rechtbank van oordeel dat de maatregel dient te worden verlengd met een termijn van één jaar.
Bij betrokkene is nog steeds sprake van achterdocht en hij hoort nog stemmen in zijn hoofd. De effectieve toepassing van copingvaardigheden gaat hem af en toe nog moeilijk af, zo beschrijft de reclassering in haar rapport. De resocialisatie verloopt tot dusver goed en ook het vervolgtraject is bekend, maar de stabiele situatie is nog pril en de woonomgeving nog betrekkelijk nieuw. De rechtbank acht het van belang om te bezien hoe betrokkene zich in het trainingshuis zal ontwikkelen, in het bijzonder omdat hij zich ook boosaardig zou kunnen uitlaten ten opzichte van zijn medebewoners aldaar, nu hij in het trainingshuis met meerdere personen zeer intensief dagelijks moet samenleven. Daarbij is het ook van belang om de weg der geleidelijkheid te bewandelen en eerst gedurende langere tijd een stabiele situatie te creëren alvorens de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Gelet op het vorenstaande, waaronder de beschreven problematiek, de benodigde structuur en nogmaals – kort gezegd – de te volgen weg van de geleidelijkheid, ziet de rechtbank thans geen aanleiding om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Het verzoek van de raadsman zal derhalve worden afgewezen.
Derhalve wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De rechtbank:
 wijst af het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling;
 verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],voornoemd, voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Driessen, voorzitter, Van Lookeren Campagne en Van Santen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoesstee, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2015.
Mr. van Santen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.