ECLI:NL:RBGEL:2015:2850
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de verzoeker op 16 maart 2015 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Gelderland tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tevens werd verzocht om de weigerachtige schuldeisers, waaronder het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en ABN Amro Bank, te bevelen in te stemmen met een eerder aangeboden schuldregeling. De verzoeker heeft een totale schuldenlast van € 15.445,98 en biedt een regeling aan waarbij hij 17,2% aan concurrente schuldeisers en 34,4% aan preferente schuldeisers betaalt. Tijdens de zitting op 15 april 2015 is de verzoeker gehoord, maar het CJIB was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker eerder in de schuldsaneringsregeling heeft gezeten, maar deze is tussentijds beëindigd vanwege het niet melden van inkomsten. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker niet in aanmerking komt voor een nieuwe schuldsaneringsregeling en dat de vergelijking met de wettelijke schuldsanering niet reëel is. De rechtbank concludeert dat de schuldeisers niet voldoende zijn geïnformeerd over de financiële situatie van de verzoeker, wat hen belemmert om weloverwogen op het aanbod te reageren. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat het CJIB in redelijkheid niet tot instemming met het aanbod heeft kunnen komen.
De rechtbank beslist dat het verzoek om het CJIB te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt afgewezen en dat er op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen per gelijke datum bij afzonderlijk vonnis zal worden beslist.