ECLI:NL:RBGEL:2015:2958

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 april 2015
Publicatiedatum
6 mei 2015
Zaaknummer
3570222 BM 14-22337
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging voor extra uren in rekening brengen door bewindvoerder in verband met multidisciplinaire overleggen

In deze zaak verzoekt de bewindvoerder om machtiging om extra uren in rekening te brengen voor het bijwonen van multidisciplinaire overleggen op verzoek van de gemeente. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, behandelt het verzoek in het kader van de onderbewindstelling van de rechthebbende. De bewindvoerder heeft eerder toestemming gevraagd voor extra uren in 2014 en 2015, maar de rechtbank wijst het verzoek voor 2015 af, omdat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn aangetoond. De rechtbank oordeelt dat de bewindvoerder wel gerechtigd is om extra uren voor 2014 in rekening te brengen, omdat deze uren noodzakelijk waren en niet tot de standaard werkzaamheden behoren. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling waarin de bewindvoerder en de rechthebbende hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank benadrukt dat de regeling voor beloning van bewindvoerders voorziet in een forfaitair beloningsstelsel, maar dat er ruimte is voor extra beloning in uitzonderlijke gevallen. De beschikking is gegeven door mr. W.C. Haasnoot op 23 april 2015.

Uitspraak

Rechtbank gelderland
Afdeling civiel
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens 3570222 BM 14-22337

Beschikking van de kantonrechter d.d. 23 april 2015.

Inzake het verzoek van

[verzoekster],

zaakdoende te [plaats],
handelend in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
de [rechthebbende],
verzoekster, hierna te noemen: [bewindvoerder].

Het verzoek

Bij beschikking van 6 april 2012 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende onder bewind gesteld met benoeming van [bewindvoerder] tot bewindvoerder.
Bij brief, ingekomen op 3 juli 2014, heeft de rechthebbende verzocht om opheffing van het bewind, dan wel ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder.
Bij brief van 5 september 2014 heeft [bewindvoerder] op de brief van de rechthebbende gereageerd.
Bij brief van 22 oktober 2014 heeft [bewindvoerder] verzocht om toestemming om 6 extra uren in rekening te mogen brengen voor het bijwonen van een multidisciplinair overleg op 16 oktober 2014 en een multidisciplinair overleg op 26 november 2014. Daarnaast heeft [bewindvoerder] in deze brief verzocht de beschikking tot onderbewindstelling op te nemen in het landelijk bewindsregister.
Op 12 november 2014 zijn de bovenstaande verzoeken behandeld. Tijdens deze mondelinge behandeling is met betrekking tot de verzoeken uit de brief van de rechthebbende, ingekomen op 3 juli 2014, aan de rechthebbende en de bewindvoerder medegedeeld dat naar het oordeel van de kantonrechter geen grond is voor opheffing van het bewind. De beslissing op het verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder is aangehouden. Met de rechthebbende en de bewindvoerder is afgesproken dat zij beiden aan de kantonrechter laten weten wat de stand van zaken is, nadat het multidisciplinair overleg van 26 november 2014 heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft van geen van beiden iets vernomen en dus zal op dit onderdeel nog geen beslissing worden genomen.
Tijdens de mondelinge behandeling is het verzoek tot publicatie van de onderbewindstelling afgewezen, omdat niets is gebleken van de noodzaak hiervan.
Bij brief van 7 januari 2015 heeft [bewindvoerder] opnieuw verzocht om de beslissing tot onderbewindstelling op te nemen in het landelijk bewindsregister.
Blijkens deze brief stemt de rechthebbende hiermee in. Op dit verzoek zal bij afzonderlijke beschikking worden beslist.
Bij brief van 7 januari 2015 heeft opnieuw verzocht om toestemming om 6 extra uren in rekening te mogen brengen voor het bijwonen van een multidisciplinair overleg op 16 oktober 2014 en een multidisciplinair overleg op 26 november 2014. Daarnaast heeft [bewindvoerder] verzocht om toestemming om 6 extra uren in rekening te mogen brengen voor het bijwonen van een multidisciplinair overleg op 7 januari 2015 en een multidisciplinair overleg op 25 februari 2015.

De beoordeling

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 november 2014 is afgesproken dat [bewindvoerder] aan de kantonrechter stukken zal overleggen, waaruit kan worden afgeleid dat de bewindvoerder door de gemeente is uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de multidisciplinaire overleggen van 16 oktober 2014 en 26 november 2014. Indien daarvan blijkt, is toekenning van zes extra uren gerechtvaardigd, omdat de kantonrechter er dan vanuit gaat dat de gemeente de kosten hiervan middels bijzondere bijstand zal vergoeden. De gemeente is immers de initiator.
Uit de bij de brief van 7 januari 2015 gevoegde e-mail van 15 september 2014, blijkt dat de gemeente de bewindvoerder van de rechthebbende heeft betrokken bij het multidisciplinair overleg. Zoals tijdens de mondelinge behandeling aangekondigd, zal aan de bewindvoerder toestemming worden verleend de extra uren die zij in dit verband heeft moeten maken bij de rechthebbende in rekening te brengen. Voldoende is komen vast te staan dat deze uren noodzakelijk en in het belang van de rechthebbende zijn gemaakt en niet tot de standaard werkzaamheden van de bewindvoerder behoren.
Inmiddels is op alle werkzaamheden die zijn verricht vanaf 1 januari 2015 van toepassing de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. In deze regeling is een forfaitair beloningsstelsel opgenomen voor de vergoeding van de werkzaamheden van de bewindvoerder. De vergoeding bestaat uit een jaarbeloning en een aantal incidentele vergoedingen voor in de regeling benoemde gevallen. Naast deze benoemde incidentele beloningen is nog slechts ruimte voor beloning van extra door de bewindvoerder te maken uren in “in uitzonderlijke gevallen
. In de memorie van toelichting is hieromtrent het volgende opgenomen: “
Met de regeling wordt beoogd het overgrote deel van de gevallen van curatele, bewind en mentorschap te bestrijken. Niet uit te sluiten is echter dat zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen, waarop deze regeling niet onverkort kan worden toegepast.[…]
Naar aanleiding van reacties op de conceptregeling is de formulering gewijzigd van ‘bijzondere omstandigheden‘ in ‘uitzonderlijke omstandigheden’, om te benadrukken dat niet te snel mag worden aangenomen dat van de regeling kan worden afgeweken.[…]
Wat onder uitzonderlijke omstandigheden wordt verstaan, kan niet in een limitatieve opsomming in deze regeling worden vastgesteld. Deze omstandigheden zijn immers toegesneden op de omstandigheden die zich in een specifiek geval kunnen voordoen en zijn naar hun aard niet alle te voorzien. Als voorbeeld noem ik extra werkzaamheden vanwege het feit dat de betrokkene is vertrokken naar het buitenland en de vertegenwoordiger allerlei extra inspanningen moet doen om hem naar Nederland te laten brengen.
Voor zover het verzoek betrekking heeft op verrichte werkzaamheden in 2015, wordt het verzoek afgewezen, omdat geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

De beslissing

De kantonrechter:
machtigt [bewindvoerder] om ten laste van het vermogen van de [rechthebbende] drie extra uren in rekening te brengen voor het bijwonen van het multidisciplinair overleg van 16 oktober 2014, alsmede drie extra uren voor het bijwonen van het multidisciplinair overleg van 26 november 2014,
wijst het verzoek om toekenning van zes extra uren voor het bijwonen van de multidisciplinaire overleggen op 7 januari 2015 en 25 februari 2015 af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C. Haasnoot en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 april 2015.
WH