Op 23 januari 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die gediagnosticeerd is met schizofrenie van het paranoïde type. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met één jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie die op 9 september 2014 was ingediend. De TBS-maatregel was eerder opgelegd bij vonnis van 20 oktober 2009 en was laatstelijk verlengd op 20 december 2013. De rechtbank heeft de stukken, waaronder een verlengingsadvies van een kliniek en wettelijke aantekeningen, zorgvuldig bekeken.
Tijdens de zitting heeft de raadsman van de betrokkene de afwijzing van de vordering bepleit, stellende dat de situatie van de betrokkene niet veel verschilt van die van iemand die onder de Wet Bopz is geplaatst. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in dit geval vereisen dat de TBS-maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico bij onmiddellijke beëindiging van de TBS-maatregel als matig tot hoog wordt ingeschat, terwijl dit als laag wordt ingeschat indien de betrokkene in een ondersteunende omgeving verblijft en medicatietrouw is.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd en de TBS-maatregel met één jaar verlengd, waarbij zij heeft overwogen dat voldaan wordt aan de toetsingscriteria voor verlenging van een TBS-maatregel. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters Kropman, Van Lookeren Campagne en Bak, in tegenwoordigheid van griffier mr. Althoff.