ECLI:NL:RBGEL:2015:304

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 januari 2015
Publicatiedatum
22 januari 2015
Zaaknummer
06/460115-09
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Kropman
  • Van Lookeren Campagne
  • Bak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met één jaar in een strafzaak met schizofrenie van het paranoïde type

Op 23 januari 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die gediagnosticeerd is met schizofrenie van het paranoïde type. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met één jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie die op 9 september 2014 was ingediend. De TBS-maatregel was eerder opgelegd bij vonnis van 20 oktober 2009 en was laatstelijk verlengd op 20 december 2013. De rechtbank heeft de stukken, waaronder een verlengingsadvies van een kliniek en wettelijke aantekeningen, zorgvuldig bekeken.

Tijdens de zitting heeft de raadsman van de betrokkene de afwijzing van de vordering bepleit, stellende dat de situatie van de betrokkene niet veel verschilt van die van iemand die onder de Wet Bopz is geplaatst. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in dit geval vereisen dat de TBS-maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico bij onmiddellijke beëindiging van de TBS-maatregel als matig tot hoog wordt ingeschat, terwijl dit als laag wordt ingeschat indien de betrokkene in een ondersteunende omgeving verblijft en medicatietrouw is.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gehonoreerd en de TBS-maatregel met één jaar verlengd, waarbij zij heeft overwogen dat voldaan wordt aan de toetsingscriteria voor verlenging van een TBS-maatregel. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters Kropman, Van Lookeren Campagne en Bak, in tegenwoordigheid van griffier mr. Althoff.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460115-09
Raadsman: mr. J.H. Stam, advocaat te Zutphen.
Op 9 september 2014 is ter griffie van deze rechtbank ingediend een vordering gedateerd
8 september 2014 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvend bij [verblijfplaats],
verder te noemen betrokkene, met één jaar.
De maatregel van terbeschikkingstelling (verder: TBS-maatregel) met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 20 oktober 2009, ingegaan op 4 november 2009 en laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van
20 december 2013.
De vordering is op 9 januari 2015 door de rechtbank op de openbare terechtzitting behandeld. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
  • een verlengingsadvies van [kliniek 1] van 26 augustus 2014, ondertekend door
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van juli 2013 tot juli 2014.

Motivering

De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.
De officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd.
De raadsman heeft afwijzing van de vordering bepleit. Hij ziet geen meerwaarde meer in handhaving van de TBS-maatregel. Volgens hem verschilt de situatie van betrokkene niet veel van de situatie van iemand die op grond van de Wet Bopz is geplaatst. Als betrokkene niet vrijwillig zou willen verblijven in een RIBW, dan is een rechterlijke machtiging of een plaatsing in het kader van de Wet Bopz mogelijk.
Uit het verlengingsadvies - in samenhang met de wettelijke aantekeningen - en de daarop
gegeven toelichting door de deskundige [deskundige], behandelcoördinator voorheen verbonden aan [kliniek 1], komt onder meer het volgende naar voren.
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie van het paranoïde type. Ze is een kwetsbare vrouw met een beperkte draagkracht, een lage impulscontrole en tekortschietende copingvaardigheden. Hierdoor kan zij bij oplopende spanningen snel destabiliseren en (psychotisch) decompenseren.
In augustus 2014 is een machtiging voor transmuraal verlof met overnachtingen bij haar moeder afgegeven. Betrokkene gaat wekelijks op verlof naar haar moeder en overnacht ook enkele keren per maand bij haar moeder. In de behandeling werd toegewerkt naar plaatsing in een 24-uurs RIBW-voorziening in de Achterhoek of directe omgeving. Uit een gesprek met de RIBW in Doetinchem kwam echter naar voren dat betrokkene op het gebied van zelfverzorging en zelfredzaamheid nog over onvoldoende vaardigheden beschikt om in de RIBW te kunnen functioneren. Als tussenstap is daarom gekozen voor overplaatsing naar de transmurale voorziening [voorziening], waar 24-uurs begeleiding aanwezig is en betrokkene met voldoende ondersteuning nog de noodzakelijke stap in haar ontwikkeling kan maken. Betrokkene is op 4 september 2014 bij [voorziening] geplaatst. Het accent van de behandeling ligt op aandacht voor algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals de persoonlijke hygiëne en het maatschappelijk functioneren. Uit het verlengingsrapport komt naar voren dat [voorziening] deel gaat uitmaken van [kliniek 2], een forensische psychiatrische instelling binnen [instelling]. De verwachting is dat binnen [kliniek 2] een geschikte beschermde woonvorm zal worden gevonden. Het voordeel daarvan is dat betrokkene de behandelaars en begeleiders kent, omdat dit oud-werknemers van [kliniek 1] zijn, en dat de behandelaars en begeleiders in dat geval bekend zijn met de problematiek van betrokkene.
Het recidiverisico wordt bij onmiddellijke beëindiging van de TBS-maatregel door de behandelaars ingeschat als matig tot hoog op de korte termijn en als hoog op de lange termijn. Indien betrokkene in een rustige, ondersteunende en structurerende omgeving verblijft en medicatietrouw is, wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Volgens de behandelaars zal betrokkene blijvend afhankelijk zijn van externe structuur en ondersteuning.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de veiligheid van anderen, dan
wel de algemene veiligheid van personen in dit geval vereist dat de termijn van de
TBS-maatregel, welke maatregel is opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling, wordt verlengd met een termijn van één jaar. De rechtbank ziet geen aanleiding de vordering van de officier van justitie af te wijzen zoals door de raadsman is bepleit. De rechtbank overweegt dat voldaan wordt aan de toetsingscriteria voor verlenging van een TBS‑maatregel. Overigens dient ingevolge artikel 509t, tweede lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering de dwangverpleging eerst minimaal gedurende een jaar voorwaardelijk beëindigd te zijn geweest voor aan de beëindiging van de TBS-maatregel kan worden toegekomen.

Beslissing:

De rechtbank verlengt de termijn van de TBS-maatregel van
[betrokkene]voornoemd voor de tijd van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Kropman, voorzitter, Van Lookeren Campagne en Bak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 januari 2015.