Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Artikel 4:209 BW
Jacques Andreas Bernardus Wanders
De procedure
De feiten
Het verzoek
De beoordeling
De beslissing
;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 8 januari 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Theodorus Henricus Wanders, die op 21 maart 2012 te Nijmegen is overleden. De verzoekers, Jacques Andreas Bernardus Wanders, Katja Maria Gerda Wanders en Maike Wilhelmina Elisabeth Wanders, hebben het verzoek ingediend op basis van artikel 4:209 BW. Zij hebben aangegeven af te zien van het recht om te worden gehoord en hebben hun verzoek schriftelijk ingediend, aanvankelijk op 6 november 2014 en later aangevuld op 28 november 2014.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard door één of meer erfgenamen en dat de baten van de nalatenschap gering zijn. Gezien de omstandigheden heeft de kantonrechter het verzoek tot opheffing van de vereffening toegewezen. De vereffeningkosten zijn vastgesteld op € 1.127,73, exclusief btw, en deze kosten worden ten laste van de boedel gebracht. Tevens is de verzoeker ontheven van de publicatieplicht, en is bepaald dat de beschikking op de website van de rechtspraak gepubliceerd zal worden. De griffier is opgedragen om deze beschikking onverwijld in het boedelregister in te schrijven.
De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en biedt een duidelijke richtlijn voor de behandeling van vergelijkbare zaken met betrekking tot de vereffening van nalatenschappen, vooral in situaties waar de baten beperkt zijn.