ECLI:NL:RBGEL:2015:3454

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
1 juni 2015
Zaaknummer
235692
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake aanvullende deskundigenbericht in civiele procedure met vrijwaring

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 11 maart 2015 een vonnis gewezen in de hoofdzaak en de vrijwaring. De zaak betreft een geschil tussen verschillende partijen, waarbij de eisers in de hoofdzaak en de gedaagden in de vrijwaring betrokken zijn. De rechtbank heeft eerder tussenvonnissen gewezen op 25 september 2013, 18 december 2013 en 22 oktober 2014, waarin belangrijke overwegingen zijn gemaakt die de basis vormen voor de huidige beslissing.

De rechtbank heeft in het vonnis van 22 oktober 2014 overwogen dat er aanleiding is om een deskundige, prof. dr. L. van Leengoed, aanvullende vragen te stellen naar aanleiding van een verslag van bevindingen van een dierenarts. De vragen betreffen de waarnemingen van de dierenarts met betrekking tot de gezondheid van varkens en de mogelijke aanwezigheid van de bacterie Pm+. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd om te verduidelijken of deze waarnemingen zijn meegenomen in zijn beoordeling en wat de implicaties zijn voor de gezondheid van de varkens.

Daarnaast heeft de rechtbank de deskundige gevraagd om de gevolgen van een besmetting met de bacterie Pm+ voor de ontwikkeling van varkens te verduidelijken en om de kans op het ontwikkelen van de aandoening PAR in percentages uit te drukken. De deskundige heeft aangegeven bereid te zijn om een aanvullend deskundigenbericht uit te brengen, waarvoor een voorschot van € 120,00 is vastgesteld.

De rechtbank heeft besloten om de zaak aan te houden voor het nemen van een akte door alle partijen over de voorgestelde aanvullende vragen. De verdere beslissing is aangehouden, en de zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 11 maart 2015
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/05/235692 / HA ZA 12-769 van
1. de maatschap
[eisers in de hoofdzaak]
,
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. M. Ensink te Utrecht,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring]
,
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. S.G. Volbeda te Arnhem,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/05/240787 / HA ZA 13-168 van
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring]
,
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. S.G. Volbeda te Arnhem,
tegen
1. de maatschap
[gedaagden in de vrijwaring]
,
gedaagden in conventie,
eisers in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. J.P. Damen te Eindhoven.
Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak], [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] en [gedaagden in de vrijwaring] genoemd worden.

1.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaring

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 oktober 2014,
- de akte van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] in de vrijwaring (13-168).
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak

2.1.
De rechtbank volhardt bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenvonnissen van 25 september 2013, 18 december 2013 en 22 oktober 2014.
2.2.
De rechtbank heeft in rechtsoverweging 2.6. van het vonnis van 22 oktober 2014 overwogen dat aanleiding wordt gezien om de deskundige, prof. dr. L. van Leengoed, een aanvullende vraag te stellen naar aanleiding van het verslag van bevindingen van dierenarts [dierenarts] van 31 mei 2012. De rechtbank is voornemens de volgende aanvullende vraag aan de deskundige te stellen:
In het verslag van bevindingen van [dierenarts] van 31 mei 2012 staat onder meer geschreven dat hij op 25 mei 2012 drie varkens met flink scheve neuzen heeft gezien en enkele tientallen met verdenking van dikke gezwollen neuzen met huidplooien. Heeft u dit verslag en deze specifieke waarnemingen in uw beoordeling betrokken? Zo nee, als u dit verslag en die waarnemingen wel in uw beoordeling betrekt, leidt dat tot een andere conclusie met betrekking tot de aanwezigheid van PAR (vraag 4)?
2.3.
De rechtbank heeft in rechtsoverweging 2.8. van het vonnis van 22 oktober 2014 overwogen dat [gedaagden in de vrijwaring] in haar conclusie na deskundigenbericht met een nieuwe (kennelijk subsidiaire) grondslag haar verweer in de vrijwaringszaak en haar (voorwaardelijke) vordering in reconventie wenst aan te vullen, namelijk dat een besmetting van de biggen met de bacterie Pm+ reeds voldoende is voor een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] (non-conformiteit). [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] vindt het standpunt van [gedaagden in de vrijwaring] te ver voeren. Van een toerekenbare tekortkoming is pas sprake als er sprake is van PAR, aldus [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring].
2.4.
De rechtbank ziet, gelet op het debat in de vrijwaringszaak, en alvorens daar op in te gaan, tevens aanleiding om de deskundige de volgende aanvullende vragen te stellen:
1. Wat betekent een besmetting van een big/varken met de bacterie Pm+ voor de gezondheid en ontwikkeling van een big/varken?
2. Wat is de kans dat een met de bacterie Pm+ besmette big/varken de aandoening PAR ontwikkelt? Kunt u deze kans in een percentage uitdrukken?
2.5.
Prof. Van Leengoed heeft zich desgevraagd bereid verklaard een aanvullend deskundigenbericht uit te brengen. Hij begroot het voorschot op zijn loon en kosten voor een aanvullend deskundigenbericht op een bedrag van € 120,00 (excl. BTW). De rechtbank ziet aanleiding dit voorschot voor rekening van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in de vrijwaring] te laten komen.
2.6.
Alvorens over te gaan tot het gelasten van een aanvullend deskundigenbericht zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over de door de rechtbank voorgestelde aanvullende vragen. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol voor akte, door alle partijen gelijktijdig te nemen.
2.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak en in de vrijwaring
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
25 maart 2015voor het nemen van een akte door alle partijen gelijktijdig over hetgeen is overwogen in de rechtsoverwegingen 2.2. en 2.4.,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2015.