Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
,heeft verklaard dat hij op 30 januari 2015 rond middernacht naar bed ging en toen verbrand papier rook. Hierop is hij op onderzoek gegaan naar de plaats waar de brandlucht vandaan kwam. Aangekomen in het trappenhuis zag hij dat er papier buiten onder de brievenbussen in brand stond, dat er brand was in het portaal van het appartementencomplex. Verdachte kwam op dat moment ook zijn appartement uit. Getuige en verdachte hebben de brand samen uitgemaakt en het papier naar buiten gegooid. [2]
,waaronder de bevindingen van verbalisant [verbalisant 3], acht de rechtbank bewezen dat ten tijde van deze brand sprake is geweest van gemeen gevaar voor goederen, te weten de in de centrale hal aanwezige brievenbussen. Naar algemene ervaringsregels moet namelijk voorzienbaar zijn geweest dat gemeen gevaar voor goederen ten tijde van de brandstichting te duchten was. Overigens is de rechtbank van oordeel dat noch uit het sporenonderzoek noch uit de overige dossierstukken kan worden afgeleid dat ten tijde van deze brand gevaar voor personen aanwezig is geweest, zodat de rechtbank dit niet bewezen acht en verdachte hiervan vrijspreekt.
. [10]
. [14]
3.Bewezenverklaring
/centrale hal van een appartementencomplex (gelegen aan de [adres 3]) door:
(t)(en
)- te halen en/of (vervolgens) dat papier onder de - aldaar aanwezige - brievenbussen, (neer) te leggen en (vervolgens) open vuur met voornoemd papier in aanraking te brengen, ten gevolge waarvan brand is ontstaan en daarvan gemeen gevaar voor de in dat appartementencomplex aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
(e)l
(en
)van
)een - aldaar aanwezige/staande - scootmobiel (toebehorende aan/in gebruik bij een persoon, genaamd [slachtoffer]; wonende aan de [adres 3]), ten gevolge waarvan die scootmobiel gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan en daarvan gemeen gevaar voor voormeld appartementencomplex en
/ofde in dat appartementencomplex aanwezige goederen, en levensgevaar voor de in voormeld appartementencomplex aanwezige personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor aldaar aanwezige personenduchten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
,27, 57, 157 van het Wetboek van Strafrecht.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
9 (negen) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de reclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;