Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
ABN AMRO COMMERCIAL FINANCE GMBH,
1.De procedure
2.De feiten
Selbstschuldnerische Höchtsbetragsbürgschaft(hierna ook: de borgtocht) aan ABN Amro Commercial Finance heeft verstrekt voor een maximum bedrag van € 200.000,00 voor de schulden die APC aan ABN Amro Commercial Finance heeft uit hoofde van de factoringsovereenkomst van 9 augustus 2012. De overeenkomst is door [bestuurder] namens TTA Holding ondertekend.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
in het incident tot zekerheidsstelling voor de proceskosten
Handelsregister B des Ambtsgerichts Regensburgin het geding gebracht APC betreffende. Daarin staat vermeld dat
Geschäftsfüher(bestuurder) van APC is de heer Johannes Hendrikus [bestuurder], wonende te Tiel, Nederland en geboren op 5 maart 1957. Voorts vermeldt dit stuk dat het
Gesellschaftsvertragdateert van 5 juli 2012 en dat de laatste
Eintragung(registratie, inschrijving) dateert van 3 augustus 2012. De rechtbank begrijpt hieruit dat [bestuurder] op 3 augustus 2012 in het register is ingeschreven als bestuurder van APC. De stelling van TTA Holding dat [bestuurder] op 9 augustus 2012 nog niet als bestuurder van APC kon worden aangemerkt omdat hij toen nog niet was ingeschreven in het handelsregister wordt dan ook verworpen en haar verweer dat de factoringovereenkomst door een onbevoegd vertegenwoordiger van APC is gesloten houdt derhalve geen stand.
Bürgerliche Gesetzbuch(BGB) ziet op de
Willenserklärung. Het eerste lid van § 119 van het BGB bepaalt over
Irrtum(dwaling):
Anfechtungsfrist:
Anfechtungonverwijld dient plaats te vinden na het moment waarop de dwalingsgrond bekend is geworden. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Einrede der Vorausklage, art. 771 BGB). Dit recht heeft een borg echter niet indien hij zich borg heeft gesteld als was er sprake van een eigen schuld, de zogenaamde
selbstschuldnerische Bürgschaft(
Ausschluss der Einrede der Vorausklage, art. 773 lid 1 sub 1 BGB). De borgtocht waar het in deze procedure om gaat is een dergelijke
selbstschuldnerische Bürgschaftnaar Duits recht. In artikel 3 van de overeenkomst van borgtocht is immers bepaald dat ABN Amro Commercial Finance niet verplicht is eerst gerechtelijke actie te ondernemen tegen de hoofdschuldenaar, terwijl § 773 BGB bepaalt dat in het geval een insolventieprocedure aanhangig is jegens de hoofdschuldenaar de borg direct aangesproken kan worden. Dit verweer wordt dus verworpen.
Veritätshaftungenwaarbij met de hand de datum 2-7-2012 staat geschreven. Nu [bestuurder (3)] eerst in 2013 bestuurder van APC is geworden, wordt ervan uitgegaan dat de datum 2-7-2012 berust op een vergissing en dat bedoeld is 2-7-2013.
3” en ook in de brief zelf wordt een
Factoringvertragvan 09-08-201
3genoemd. Gelet op de datering van de brief wordt het ervoor gehouden dat bedoeld is de factoringovereenkomst van 9 augustus 201
2. In deze brief schrijft ABN Amro Commercial Finance dat de bestaande factoringovereenkomst wordt gewijzigd en dat bij de brief is gevoegd “
die geänderte Ausfertigung nebst neuem Konditionsmodul” in tweevoud met het verzoek deze ondertekend aan haar terug te sturen. Uit de inhoud van de door [bestuurder (3)] op 2 juli 2013 ondertekende factoringovereenkomst kan worden afgeleid dat dit de gewijzigde overeenkomst is die met de brief van 26 juni 2013 aan [bestuurder (3)] is gestuurd. Naar het oordeel van de rechtbank bieden de brief en de factoringovereenkomst steun aan de betwisting door ABN Amro Commercial Finance van de stelling van TTA Holding dat op 2 juli 2013 een nieuwe factoringsovereenkomst is gesloten en onderschrijven deze stukken de stelling van ABN Amro Commercial Finance dat er toen hooguit sprake is geweest van een wijziging van de factoringovereenkomst.
Veritätshaftungenwordt door [bestuurder (3)], kort gezegd, verklaard dat hij instaat voor de gegoedheid van de vorderingen op debiteuren van APC die aan ABN Amro Commercial Finance worden verkocht. TTA Holding heeft in dat verband aangevoerd dat ABN Amro Commercial Finance [bestuurder (3)] had moeten aanspreken, omdat op enig ogenblik is gebleken dat de debiteuren van APC niet op de bij de factoringsovereenkomst behorende bankrekening betaalden maar op een andere bankrekening, hetgeen volgens TTA Holding als frauduleus en (zo begrijpt de rechtbank de stellingen van TTA Holding) in strijd met die
Veritätshaftungendient te worden aangemerkt. ABN Amro Commercial Finance heeft betwist dat er sprake is geweest van fraude. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het is toegestaan dat op een ander rekening wordt betaald. Zij heeft onweersproken verklaard dat de afnemers van APC, grote bedrijven in de automotive-sector, onmiddellijk hun relatie en overeenkomsten met APC zullen beëindigen indien voorgeschreven wordt dat niet aan APC maar aan haar, ABN Amro Commercial Finance, betaald moet worden. Evenmin staat vast dat ABN Amro Commercial Finance heeft bedongen dat slechts op één, door haar aangewezen rekening bevrijdend kan worden betaald. Dat, op grond van het door TTA Holding gestelde, ABN Amro Commercial Finance gehouden is [bestuurder (3)] aan te spreken, alvorens zij TTA Holding kan aanspreken, is mede gezien hetgeen is overwogen in r.o. 5.18, derhalve niet vast komen te staan, zodat de rechtbank dit verweer tegen uitwinning van de borgtocht verwerpt.
Verstoß gegen Treu und Glauben”, geregeld in artikel 242 BGB. Dit artikel luidt:
Der Schuldner ist verpflichtet, die Leistung so zu erbringen, wie Treu und Glauben mit Rücksicht auf die Verkehrssitte es erfordern.’
Verstoß gegen Treu und Glauben”: ‘
wenn das Festhalten am Vertrag für einen Vertragspartner zu einem untragbaren, mit Recht und Gerechtigkeit offensichtlich unvereinbaren Ereignis führt.“ Naar Duits recht is derhalve sprake van een “
Verstoß gegen Treu und Glauben” indien de nakoming van de overeenkomst voor een partij tot een ondragelijk, klaarblijkelijk met recht en rechtvaardigheid onverenigbaar resultaat leidt.
Veritätshaftungen,zoals TTA Holding ter zitting nog heeft aangevoerd, omdat er geen sprake is geweest van frauduleus handelen. TTA Holding heeft haar stellingen ook op dit punt niet nader onderbouwd, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Dit leidt ertoe dat ABN Amro Commercial Finance niet verweten kan worden dat zij enige zorgplicht jegens TTA Holding heeft geschonden.
79,42
4.000,--