In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ondernemer, en gedaagden, waaronder een vennootschap in oprichting. Eiser had onderhandelingen gevoerd met gedaagden over de overname van zijn eenmanszaak, maar deze onderhandelingen zijn niet tot een overeenkomst gekomen. Ondanks het feit dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen, heeft gedaagde sub 2, die als bevoegde functionaris van de vennootschap in oprichting was ingeschreven, klanten van eiser benaderd en gehandeld onder verschillende handelsnamen, waaronder AV-Professional. Eiser vorderde schadevergoeding op grond van wanprestatie en onrechtmatige daad, stellende dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door het klantenbestand van zijn onderneming te gebruiken zonder toestemming.
De rechtbank oordeelde dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld jegens eiser door actief klanten van hem te benaderen, zelfs nadat de onderhandelingen waren beëindigd. De rechtbank wees de vordering van eiser toe, waarbij gedaagden hoofdelijk werden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat eiser niet voldoende had onderbouwd dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt. Gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De uitspraak benadrukt de bescherming van ondernemers tegen onrechtmatige concurrentie en het belang van duidelijke afspraken bij onderhandelingen over overnames.