De rechtbank stelt vast dat de communicatie rond de vaststellingsovereenkomst in belangrijke mate schriftelijk is verlopen. Uit de daarvan overgelegde stukken komt de volgende gang van zaken naar voren.
Op 24 mei 2011 heeft de accountant van [B] , [Accountant] , een memo opgesteld met als onderwerp het uiteengaan van D. [B] en Aannemersbedrijf [Aannemersbedrijf] . Daarin is de bestaande situatie geschetst en is als uitgangspunt genoemd het uiteengaan met gesloten beurzen, hetgeen aldus zou moeten worden uitgewerkt dat [B Holding] haar belang in [Aannemersbedrijf] verkoopt voor € 60.000,00, waarbij de koopprijs zou worden verrekend met de lening van [A Beheer] . Ook zou de managementovereenkomst met [B Holding] met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, doch uiterlijk 30 november 2011, worden beëindigd, of zoveel eerder als partijen zouden overeenkomen.
De heer [A] heeft daarop per mail bericht aan [B] accountant [Accountant] dat hij zich kan vinden in de situatieschets. Ten aanzien van het voorstel tot terugkoop van de aandelen met gesloten beurzen, luidt de email:
Hoewel ik de situatie van Dirk betreur en de daarbij behorende minimale mogelijkheden ook niet wil ontkennen denk ik toch dat het op zijn minst redelijk is om over het nog schuldig zijnde rentebedrag iets af te spreken. Ik heb een voorstel in gedachten om dit met de nog uit te betalen managementvergoedingen te doen in de vorm van een maandelijkse inhouding. Hoe we dit vorm moeten geven moeten we denk ik maar even met J. Aalbers overleggen.
De opzegtermijn voor de managementovereenkomst wordt akkoord bevonden.
Op 17 juni 2011 maakt [Accountant] aan [A] per email het standpunt van [B] met betrekking tot de rentevergoeding bekend en wordt een tegenvoorstel gedaan. Ook wordt gemeld dat [B] , anders dan de notulen van de aandeelhoudersvergadering van 26 mei 2011 vermelden, zijn managementovereenkomst nog niet heeft opgezegd en wordt voorgesteld met inachtneming van deze beide punten op de voet van de memo van 24 mei 2011 het overleg voort te zetten.
Daarna is er blijkbaar weer tussen [Accountant] en [A] overleg gevoerd, want bij email van 23 juni 2011 bericht [Accountant] aan [A] dat [B] akkoord is met 26 mei 2011 als datum van opzegging van de managementovereenkomst, “zodat de managementovereenkomst uiterlijk per 30 november a.s. beëindigd zal zijn” of zoveel eerder als partijen overeen komen. Verder wordt namens [B] voorgesteld dat [A] zijn notaris opdracht geeft voor het voorbereiden van de akte van aandelenoverdracht.
Op 12 juli 2011 wordt dan door de advocaat van [Aannemersbedrijf] een concept voor een vaststellingsovereenkomst opgestuurd aan [Accountant] , waarin de koopprijs voor de aandelen van [B Holding] wordt bepaald op € 60.000,00 en waarin is vastgelegd dat de koopprijs met de lening wordt verrekend per overdrachtsdatum. Verder is in artikel 5.2 vastgelegd dat de managementovereenkomst door [B] op 26 mei 2011 is opgezegd en dat de in acht te nemen opzegtermijn van zes maanden zal worden afgekocht.
[Accountant] reageert hierop per mail aan de advocaat van [Aannemersbedrijf] . Op een vijftal punten wordt commentaar geleverd, maar niet op de koopprijs en de verrekening. Wat betreft artikel 5.2 van het concept, wordt onder punt 1 opgemerkt dat de afkoopsom voor de managementfee over de periode augustus tot en met november € 20.000,00 (ex btw) bedraagt en dat de managementfee over juli ad € 5.885,00 (ex btw) zal worden voldaan.
Bij email van 15 juli 2011 bericht de advocaat van [Aannemersbedrijf] aan [Accountant] dat zij de door hem aangedragen punten met haar opdrachtgever zal bespreken en daarop zal terugkomen. Voorts meldt zij nog dat zij in de overeenkomst ervan is uitgegaan dat [B] per direct zijn taken zou neerleggen, terwijl haar inmiddels was gebleken dat tussen [A] en [B] was afgesproken dat [B] zijn werkzaamheden in verschillende projecten in de dan nog komende maanden zou afmaken. In die zin zou de overeenkomst aangepast moeten worden.
Op 12 augustus 2011 schrijft de advocaat van [Aannemersbedrijf] aan [Accountant] :
Het verbaast me dat er tot op heden weinig informatie wordt verstrekt ten aanzien van de ziekte van de heer [B] . De door de heer [B] verkozen wijze om zijn werkzaamheden neer te leggen wordt door cliënte betreurd. Cliënte zou derhalve graag zien dat de heer [B] zelf zijn projecten zal afwikkelen en indien de heer [B] beter is, ziet cliënte hem dan ook graag terugkeren op de werkvloer.
Naar aanleiding van uw e-mail neemt cliënte aan dat de heer [B] maandag zijn werkzaamheden niet zal oppakken. Cliënte zal aan de hand van het overzicht dat de heer [B] heeft verstrekt de projecten trachten af te ronden.
(…) Ik zal in de week van 5 september contact opnemen om de aandelenoverdracht af te wikkelen.
Op 27 september 2011 mailt [A] aan [Accountant] dat hij een negatief antwoord van [B] heeft ontvangen op zijn persoonlijk voorstel en dat hij dat jammer vindt. Hij deelt [Accountant] verder mede dat hij de verdere afwikkeling in handen van Randewijks advocaat heeft gegeven.
Op 5 oktober 2011 schrijft [Accountant] aan [A] dat hij nog niet heeft gehoord van de advocaat, maar dat hij inmiddels wel via [B] een oproep voor een aandeelhoudersvergadering heeft ontvangen waar op de agenda staat “het voornemen tot ontslag van D. [B Holding] B.V. als directeur” en dat hem dit standpunt bevreemdt omdat de afspraken omtrent het beëindigen van de managementovereenkomst en de aandelenoverdracht al zijn gemaakt en enkel de formalisering nog dient plaats te vinden. Er wordt om uitleg gevraagd.
In antwoord daarop geeft de advocaat van [Aannemersbedrijf] op 6 oktober 2011 per brief de volgende uitleg aan [Accountant] :
Op 26 mei 2011 heeft de heer [B] zijn managementovereenkomst met de vennootschap opgezegd tegen 26 november 2011. Derhalve zal de managementovereenkomst eindigen op 26 november 2011. De heer [B] heeft zich echter op 14 juli 2011 ziek gemeld. Op grond van het tussen partijen overeengekomen directiereglement houdt zijn ziekmelding in dat de doorbetaling van de managementfee na 2 maanden stopt. Aangezien de heer [B] de managementovereenkomst heeft opgezegd en de managementfee is beëindigd per 14 september 2011 is er geen enkele reden voor de vennootschap om [B Holding] B.V. in het register van de Kamer van Koophandel ingeschreven te houden als statutair bestuurder. Aangezien de heer [B] ziek thuis zit en hij geen werkzaamheden meer verricht is het voor de vennootschap niet wenselijk om de heer [B] ingeschreven te houden als vertegenwoordigingsbevoegde van de vennootschap. Het ontslag van [B Holding] B.V. staat derhalve op de agenda voor de algemene vergadering van 13 oktober a.s. Het ontslag van de statutaire bestuurder in formele zin staat los van de afspraken die nog gemaakt dienen te worden ten aanzien van de aandelenoverdracht.
Na de algemene vergadering van aandeelhouders kom ik zo spoedig mogelijk bij u terug op de overdracht van de aandelen en de laatste punten waar nog geen overeenstemming over bestaat.
Op de aandeelhoudersvergadering van 13 oktober 2011 is vervolgens [B Holding] ontslagen als statutair bestuurder.