Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling op 18 juni 2015.
2.De beoordeling
527,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de rechtbank Gelderland op 2 juli 2015 uitspraak gedaan. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Douwes, had een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die niet op de zitting was verschenen. De gedaagde had echter anderhalf uur voor de zitting laten weten dat hij aan de vorderingen van de eiseres zou voldoen. De rechtbank oordeelde dat het niet onredelijk was dat de gedaagde de kosten die de eiseres had moeten maken om dit resultaat te bereiken, zou moeten dragen. Dit omvatte betekeningskosten, het salaris van de advocaat en het griffierecht.
De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 18 juni 2015. De advocaat van de eiseres trok de vorderingen in, omdat de advocaat van de gedaagde had aangegeven dat de gedaagde zou voldoen aan de vorderingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde niet had voldaan aan een eerdere sommatie en dat de eiseres genoodzaakt was om een kort geding aan te spannen. De kosten die de eiseres had gemaakt, werden door de rechtbank begroot op een totaal van € 908,16, bestaande uit dagvaarding, griffierecht en het salaris van de advocaat.
De voorzieningenrechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagde en veroordeelde hem in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 2 juli 2015.