ECLI:NL:RBGEL:2015:5971

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 september 2015
Publicatiedatum
23 september 2015
Zaaknummer
05/841050-14 en 05/059047-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mishandeling en diefstal met dwang

Op 22 september 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 40-jarige man uit Apeldoorn. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, voor mishandeling van zijn partner en diefstal van een televisie uit de woning van een kwetsbare buurvrouw. De rechtbank oordeelde dat de man zijn partner had mishandeld door haar keel dicht te knijpen, waardoor zij bewusteloos raakte. De rechtbank kon echter niet vaststellen dat de man opzettelijk de dood van zijn partner had willen veroorzaken, waardoor hij werd vrijgesproken van poging doodslag. Daarnaast werd de man schuldig bevonden aan diefstal van een televisie en het onder dwang afsluiten van een telefoonabonnement op naam van de buurvrouw. De rechtbank oordeelde dat de man misbruik had gemaakt van de kwetsbaarheid van het slachtoffer door haar te dwingen een financiële verplichting aan te gaan. De rechtbank hield rekening met de psychische problemen van de man en zijn verleden van geweldsdelicten bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers : 05/841050-14 en 05/059047-15 en
vordering na voorwaardelijke veroordeling: 05/120170-13 (t.u.l.) en 05/062059-13 (t.u.l.)
Datum uitspraak : 22 september 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] .
raadsman: mr. P.T Pel, advocaat te Hattem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 september 2015.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 05/841050-14 en 05/059047-15 tegen verdachte aangebrachte zaken.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/841050-14
hij op of omstreeks 14 oktober 2014 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, de keel en/of hals van die [slachtoffer 1] (met kracht) heeft dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] (via een muur) aan de keel en/of hals omhoog heeft geduwd en/of gebeurd en/of getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 oktober 2014 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, de keel en/of hals van die [slachtoffer 1] (met kracht) heeft dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] (via een muur) aan de keel en/of hals omhoog heeft geduwd en/of gebeurd en/of getrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 14 oktober 2014 te Apeldoorn opzettelijk mishandelend de keel en/of hals van [slachtoffer 1] (met kracht) heeft dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] (via een muur) aan de keel en/of hals omhoog heeft geduwd en/of gebeurd en/of getrokken en/of die [slachtoffer 1] bij de keel/nek en/of hoofd heeft vastgepakt en/of (vervolgens) tegen een muur en/of op de grond heeft geduwd en/of gegooid, tengevolge die [slachtoffer 1] letsel (kleine bloeduitstortingen bij/naast het strottenhoofd en/of oppervlakkige ontvellinkjes) heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 05/059047-15
1.
hij op of omstreeks 10 januari 2015 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, (gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen een televisie (JVC), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 10 tot en met 13 januari 2015 in de gemeente Apeldoorn, een televisie (merk JVC), in elk geval enig goed heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verweven of het voorhanden krijgen van die televisie wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die televisie van diefstal, althans enig misdrijf afkomstig was;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art. 417 bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 16 januari 2015 in de gemeente Apeldoorn, [slachtoffer 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten het afsluiten van een telefoonabonnement op naam van benadeelde en/of (vervolgens) de afgifte van de bij dat abonnement verkregen telefoon aan verdachte door het dreigen met de vereffening van een rekening van 700 euro van verdachte op naam van die [slachtoffer 2] ;
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op 16 januari 2015, in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een mobiele telefoon en/of contract, in elk geval van enig(e) goed(eren), en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een telefoonabonnement, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat zij 700 euro, althans enig geldbedrag of een rekening aan/van hem, verdachte, moest betalen mits die [slachtoffer 2] een telefoonabonnement af zou sluiten en/of
- vervolgens het contract en/of de mobiele telefoon aan hem, verdachte af zou geven en/of
- zich bij de telefoonwinkel heeft voorgedaan als zijnde [slachtoffer 2] ’s zoon en/of
- waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of
- terwijl die [slachtoffer 2] wel (een) rekening(en) van de telefoonmaatschappij heeft ontvangen;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op donderdag 16 oktober 2014 werd aangifte gedaan door [slachtoffer 1] terzake poging moord/doodslag door haar partner. Dit feit is tenlastegelegd onder parketnummer 05/841050-14. [1]
Op zaterdag 10 januari 2015 werd aangifte gedaan door [slachtoffer 2] ter zake van gekwalificeerde diefstal van een televisie uit haar woning en van het door bedreiging onder dwang afsluiten van een telefoonabonnement op naam van aangeefster. Deze feiten zijn tenlastegelegd onder parketnummer 05/059047-15 [2]
Het standpunt van de officier van justitie
parketnummer 05/841050-14
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 primair gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging doodslag. Hij heeft daarbij gesteld dat de aangifte wordt ondersteund door de medische verklaring en de verklaring van de getuige [getuige 1] , de WhatsApp berichten en de foto’s van het letsel. Bovendien verklaart verdachte dat hij het niet meer precies weet wat hij gedaan heeft en dat hij niet twijfelt aan de verklaring van zijn partner. Het letsel is kwalificeerbaar als poging doodslag. De officier van justitie bespreekt tegen deze achtergrond vonnis ECLI:NL:GHARL:2014, 3619, waarin overwogen wordt dat naar ervaringsregels het dichtknijpen van de keel de aanmerkelijke kans in het leven roept dat het slachtoffer daardoor komt te overlijden. De officier van justitie concludeert dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het overlijden van aangeefster heeft aanvaard.
parketnummer 05/059047-15
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 primair gesteld dat onvoldoende wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte dit feit heeft begaan. Hij verzoekt de rechtbank verdachte vrij te spreken van dit feit.
De feiten 1 subsidiair en feit 2 primair acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewijsbaar.
Het standpunt van de verdediging
parketnummer 05/841050-14
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van het onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde, zodat het meer subsidiaire, eenvoudige mishandeling, overblijft. De raadsman heeft daartoe bewijsverweren gevoerd zoals neergelegd in zijn pleitnotities, welke als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
parketnummer 05/059047-15
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair en subsidiair. Hij heeft daartoe bewijsverweren gevoerd zoals neergelegd in zijn pleitnotities, welke als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak
Parketnummer 05/841050-14
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van hetgeen aangeefster heeft verklaard over de verwurginghandelingen, doch bij gebrek aan bevindingen over de duur waarmee de verwurging heeft plaatsgehad, kan niet tot het oordeel worden gekomen dat verdachte door zo te handelen heeft getracht aangeefster opzettelijk van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, noch dat hij de aanmerkelijke kans hierop heeft aanvaard. Het enkele feit dat aangeefster het bewustzijn heeft verloren maakt dit niet anders, nu bewusteloosheid al vrij snel kan optreden. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Verdere beoordeling
Parketnummer 05/841050-14
Op grond van de wettige bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte het hem onder feit 1 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank gaat bij de beoordeling hiervan uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Aangifte [3]
Aangeefster [slachtoffer 1] , (ex)partner van verdachte, doet aangifte van poging doodslag en zware mishandeling. Zij verklaart daartoe dat zij op dinsdag 14 oktober 2014, omstreeks 22.00 uur thuis was in haar woning te Apeldoorn aan de [adres 3] Zij woont daar met haar zoontje van 6 maanden. Verdachte woont elders, maar was die avond bij aangeefster. Die avond kregen ze ruzie over geld en verdachte had zijn spullen gepakt om weg te gaan. Toen aangeefster een tas van verdachte naar buiten gooide werd verdachte erg boos en pakte aangeefster met zijn rechterhand bij haar keel. Ze voelde pijn en kreeg geen lucht. Verdachte kneep hard, terwijl hij haar bij haar keel vast had. Aangeefster voelde dat verdachte haar tegen de buitenmuur van de woning omhoog duwde. Aangeefster verloor het bewustzijn en zij kwam bij toen zij op de bank zat.
Medische verklaring [4]
[naam 1] , arts te Apeldoorn, heeft aangeefster op 15 oktober 2014 onderzocht en komt tot het volgende letsel:
* kleine bloeduitstortinkjes links naast strottenhoofd en oppervlakkige ontvellinkjes
* pijnlijke nekspieren links
Geschatte duur van de genezing: 1 – 2 weken.
Verklaring verdachte [5]
Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster fors heeft vastgepakt bij haar hoofd/nek. Hij heeft haar hard naar binnen gegooid en zag dat zij op de grond viel en dat zij bleef liggen. Verdachte had het idee dat aangeefster bewusteloos was en hij heeft haar opgetild en op de bank gezet en met tikjes geprobeerd bij te laten komen. Hij merkte dat aangeefster geen antwoorden gaf op zijn vragen en hij zag dat haar ogen wel geopend waren, maar dat haar hoofd telkens omviel, naar links of naar rechts. Verdachte bekent dat hij aangeefster heeft mishandeld.
parketnummer 05/059047-15
Feit 1 primair
Aangifte [6]
Aangeefster [slachtoffer 2] doet aangifte van diefstal van haar televisie toestel, merk JVC, op zaterdag 10 januari 2015, tussen 13.45 en 17.45 uur. De woning van aangeefster werd kennelijk niet doorzocht en er waren geen braaksporen. Vermoedelijk is de schuifdeur van de serre niet afgesloten geweest en is de dief daardoor naar binnen gekomen.
Proces-verbaal van bevindingen [7]
Er is proces-verbaal opgemaakt door [verbalisant] , brigadier van politie en coördinator heling, werkzaam in het team Apeldoorn. Uit het register van [naam 2] aan de [adres 4] te Apeldoorn kwam naar voren dat de bij aangeefster gestolen televisie op 10 januari 2015 voor 15.34 uur door [naam 2] was ingekocht. Verdachte stond geregistreerd als verkoper van deze televisie.
Getuigenverklaring [8]
De oma van verdachte kan zich herinneren dat verdachte de zaterdag dat de televisie van haar buurvrouw werd gestolen bij haar was geweest en rond de middag de woning had verlaten met de fiets.
Verklaring verdachte [9]
Verdachte verklaart dat hij op een zaterdag in januari 2015 bij z’n oma op bezoek was van 12.00 tot ongeveer 15.30 uur en toen naar de stad fietste. Hij verklaart dat hij die middag een televisie heeft verkocht aan [naam 2] voor 50 euro. [10]
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de televisie heeft gestolen uit het huis van aangeefster. Verdachte was die middag bij zijn oma, die naast aangeefster woont. Kort nadat de inbraak van de televisie bij aangeefster werd gepleegd, heeft verdachte deze televisie ter verkoop aangeboden bij [naam 2] . Hieruit blijkt dat verdachte kort na de inbraak het kennelijk bezit had over het gestolen goed. Dit acht de rechtbank redengevend om verdachte de diefstal toe te rekenen.
Het verhaal van verdachte dat hij de televisie van een man heeft gekocht, die hij aan het eind van de straat tegenkwam, acht de rechtbank te toevallig om waar te zijn en daarmee ongeloofwaardig.
Feit 2 primair
Aangifte [11]
Aangeefster [slachtoffer 2] doet aangifte van afpersing. Zij verklaart dat zij sinds vier jaar alleen aan de [adres 2] te Apeldoorn woont en dat zij niet veel mensen kent, maar wel wat contact heeft met een buurvrouw, de oma van verdachte. Zij kent verdachte ook van gezicht en heeft wel eens met hem gesproken. Op 16 januari 2015 fietste zij naar huis en werd zij ingehaald door verdachte, die haar zei dat ze mee moest gaan naar de stad om een telefoon te kopen en dat zij anders, als zij niet mee zou gaan, € 700,- zou moeten betalen. Verdachte zei dat hij thuis een rekening had liggen ter hoogte van dat bedrag, die op naam van aangeefster was gesteld. Aangeefster is daarom meegegaan en zij hoorde verdachte tegen het personeel zeggen: ‘dit is mijn moeder en de telefoon is van ons samen’.
Zij heeft, op verzoek van de winkelier, haar pinpas afgegeven en er werd 0,01 cent van haar rekening gepind. Aangeefster had geen idee waar het voor was. Ze heeft op een formulier een handtekening gezet en geen telefoon gekregen. Ze was bang voor verdachte. Aangeefster heeft in een aanvullende verklaring verklaard dat er door Vodafone op 30 januari 2015 een bedrag van 50 euro is afgeschreven en op 2 maart 2015 een bedrag van 39 euro.
Getuigenverklaring [12]
Getuige [getuige 2] , werkzaam in telefoonwinkel [naam 3] , heeft verklaard dat hij zich kan herinneren dat er een vrouw in de winkel was die samen met een man was en onder dwang een telefoonabonnement heeft afgesloten. [getuige 2] weet dit omdat de vrouw de volgende dag terug is geweest om de bon op te vragen en hem te vertellen dat zij het abonnement niet wilde. De man noemde de vrouw ‘mam’ en hij liet haar steeds toestellen zien en vroeg wat ze er van vond. Zij reageerde steeds kortaf en zei herhaaldelijk dat ze weg wilde. De vrouw was niet bezig met de telefoon. Ze kochten een redelijk hip toestel, een Samsung Galaxy Alpha. De vrouw mocht vertrekken nadat ze had getekend. Ze kwam over als een beetje dementerend.
Proces-verbaal van bevindingen [13]
Brigadier van politie en coördinator heling [verbalisant] heeft na controle van de registers van [naam 4] te Apeldoorn gezien dat verdachte een GSM van het merk Samsung type 9850F (is Galaxy Alpha) heeft verkocht aan [naam 4] . [verbalisant] heeft de registratie van de verkoop bekeken en daaruit bleek dat de telefoon op 16 januari 2015 om 14.30 uur is ingekocht door [naam 4] en dat het Imei nummer gelijk is aan het Imei nummer van de telefoon die verdachte samen met aangeefster heeft gekocht.
Verklaring verdachte [14]
Verdachte verklaart dat hij aangeefster had gevraagd om een telefoonabonnement voor hem af te sluiten. Zij fietste mee en bij [naam 3] heeft zij 0,01 cent gepind. [15] In de telefoonwinkel zei aangeefster steeds dat ze weg wilde. Ze is er vandoor gegaan en verdachte heeft de telefoon verkocht aan [naam 5] . Verdachte bekent dat het niet netjes is wat hij heeft gedaan en dat hij de verantwoording wel draagt. [16] Ter terechtzitting beschrijft hij de vrouw als “niet 100 %, kwetsbaar, met een achterstand”.
De rechtbank is van oordeel dat uit voormelde bewijsmiddelen genoegzaam naar voren komt dat aangeefster, omdat zij anders volgens verdachte een rekening van € 700,- moest betalen, gedwongen werd een financiële verplichting aan te gaan, terwijl zij dit niet wilde. De bij het abonnement behorende telefoon heeft zij niet in handen gehad doch deze is door verdachte meegenomen. Verdachte heeft een dusdanige psychische druk doen ontstaan dat het slachtoffer, waarvan hij weet dat zij kwetsbaar was, hieraan geen weerstand kon bieden.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/841050-14 tenlastegelegde feit 1 meer subsidiair en het onder parketnummer 05/059047-15 tenlastegelegde feit 1 primair en 2 primair heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/841050-14
meer subsidiair
hij op
of omstreeks14 oktober 2014 te Apeldoorn opzettelijk mishandelend de keel en
/ofhals van [slachtoffer 1]
(met kracht
)heeft dichtgedrukt en
/ofdichtgedrukt gehouden en
/of (vervolgens
)die [slachtoffer 1] (via een muur) aan de keel en
/ofhals omhoog heeft geduwd
en/of gebeurd en/of getrokkenen
/ofdie [slachtoffer 1] bij de keel
/nek en/of hoofdheeft vastgepakt en
/of (vervolgens
) tegen een muur en/ofop de grond heeft
geduwd en/ofgegooid, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] letsel (kleine bloeduitstortingen bij/naast het strottenhoofd en
/ofoppervlakkige ontvellinkjes) heeft bekomen en
/ofpijn heeft ondervonden;
parketnummer 05/059047-15
Feit 1 primair
hij op
of omstreeks10 januari 2015 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning, (gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen een televisie (JVC),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Feit 2 primair
hij op
of omstreeks16 januari 2015 in de gemeente Apeldoorn, [slachtoffer 2] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/ofdoor bedreiging met
geweld ofeen feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen
, niet te doenof te dulden, te weten het afsluiten van een telefoonabonnement op naam van benadeelde
en/of (vervolgens) de afgifte van de bij dat abonnement verkregen telefoon aan verdachtedoor het dreigen met de vereffening van een rekening van 700 euro van verdachte op naam van die [slachtoffer 2] ;
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/841050-14
Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
mishandeling
parketnummer 05/059047-15
Ten aanzien van feit 1 primair:
diefstal
Ten aanzien van feit 2 primair:
een ander door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk dwingen iets te doen of te dulden

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Op 5 september 2015 is door Dr. [naam 6] , psychiater en op 2 september 2015 door mr. drs. [naam 7] , psycholoog, een rapportage opgemaakt omtrent de persoon van verdachte. De psychiater concludeert dat verdachte lijdend is aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een impulscontrolestoornis en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische en antisociale trekken.
De psycholoog concludeert dat verdachte een agressieregulatieprobleem heeft dat een onderdeel vormt van een persoonlijkheidsstoornis. Verdachte is verhoogd krenkbaar en is weinig empathisch naar zijn slachtoffers. Hij ervaart in beperkte mate gevoelens van schuld en spijt. Zijn gewetensfunctie is lacunair ontwikkeld.
Geadviseerd wordt om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank zal deze conclusie overnemen en tot de hare maken.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/841050-14 feit 1 primair en 05/059047-15 feit 1 subsidiair en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Aan de proeftijd dienen de bijzondere voorwaarden van meldplicht en ambulante behandeling te worden gekoppeld.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte sluit zich voor wat betreft de strafmaat aan bij hetgeen de reclassering in haar advies van 4 september 2015 heeft gesteld, te weten een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van meldplicht en ambulante behandeling.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 2 september 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 4 september 2015;
- het multidisciplinair rapport, voornoemd, gedateerd 2 en 5 september 2015.
Verdachte heeft zich onder andere schuldig gemaakt aan mishandeling jegens zijn partner. Hij heeft fors geweld gebruikt tegen zijn partner, door haar in haar eigen woning aan te vallen, haar de keel dicht te knijpen waardoor zij bewusteloos is geraakt en haar op de grond te gooien. Hierbij is haar behoorlijk veel pijn en angst berokkend door een persoon, haar partner, en op een plek, haar eigen woning, waarbij en waar ze zich bij uitstek veilig zou moeten kunnen voelen.
Daarnaast heeft verdachte misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van aangeefster [slachtoffer 2] door haar te dwingen een financiële verplichting aan te gaan, terwijl zij dit niet wilde. Voorts heeft hij haar televisie uit haar woning ontvreemd. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke delicten zich minder veilig voelen in hun huis dan voorheen, hetgeen bij dit kwetsbare slachtoffer niet anders zal zijn.
Uit voormeld rapport van de psychiater en de psycholoog komt naar voren dat het gevaar voor agressie binnen de relatie tamelijk hoog is en door behandeling wel enigszins verminderd kan worden.
Verdachte is in het verleden meerdere malen veroordeeld voor forse geweldsdelicten en voor vermogensdelicten. Ook is verdachte al eerder veroordeeld voor huiselijk geweld. De rechtbank houdt hier bij de beoordeling van de strafmaat rekening mee.
De rechtbank houdt rekening met de door de psychiater en de psycholoog gestelde verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten.
De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen hem te geven door de reclassering, ook als dat inhoudt het meewerken aan een ambulante behandeling.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf een passende sanctie is. Bij het bepalen van de duur zal de rechtbank afwijken van de vordering van de officier van justitie, om zodoende aan te sluiten bij de bewezenverklaarde feiten.
Alles in aanmerking nemend, komt de rechtbank voor de tenlastegelegde feiten tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf worden de bijzondere voorwaarden gesteld dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen hem te geven door de reclassering, ook als dat inhoudt het meewerken aan (ambulante) behandeling.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Parketnummer 05/841050-14
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 meer subsidiair bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 650,-- immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht dient te worden opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 13 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte is van oordeel dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu verdachte en zijn partner weer bij elkaar zijn en onbekend is of de partner van verdachte de vordering wil handhaven.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft begrepen dat de relatie tussen de verdachte en zijn partner is hersteld. Het is niet ondenkbeeldig dat de benadeelde partij haar vordering onder die omstandigheden niet handhaaft. Naar het oordeel van de rechtbank levert het aanhouden van de zaak om dit te onderzoeken een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal derhalve niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering.
7b. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Parketnummer 05/120170-13
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat veroordeelde abusievelijk niet is opgeroepen voor de vordering na voorwaardelijke veroordeling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het niet oproepen van veroordeelde voor de vordering na voorwaardelijke veroordeling tot gevolg heeft dat de oproeping nietig is.
Beoordeling door de rechtbank
Veroordeelde is ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 05/120170-13 niet opgeroepen ter terechtzitting te verschijnen. De rechtbank zal de oproeping derhalve nietig verklaren.
Parketnummer 05/062059-13
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering na voorwaardelijke veroordeling toe te wijzen, nu veroordeelde opnieuw een strafbaar feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 26 juni 2013 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf af te wijzen en de proeftijd te verlengen.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 26 juni 2013 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 284, 300, 310 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 Spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair en 1 subsidiair (parketnummer 05/841050-14) tenlastegelegde feiten.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
4 (vier) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
 de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd ten behoeve van ambulante behandeling onder behandeling zal stellen van een deskundige, aan te wijzen door de reclassering op de tijden en plaatsen als door of namens die deskundige aan te geven;
 geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht);
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart de
oproepinginzake de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 05/120170-13
nietig;

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter Zutphen van 26 juni 2013, te weten een
gevangenisstrafvan
1 (één) maand;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in haar vordering;

heft ophet (geschorste) bevel tot
voorlopige hechtenis;
Dit vonnis is gegeven door mr. C.J.M. van Apeldoorn (voorzitter) en mrs. W.L.F. Prisse en D.S.M. Bak, in tegenwoordigheid van mr. M. van Erp-Noordenbos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 september 2015.
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/841050-14 en 05/059047-15 en 05/062059-13 (t.u.l.)
Uitspraak d.d.: 22 september 2015
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van 22 september 2015.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
en , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte,
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te Apeldoorn, wonende te [adres 1]
is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De raadsman/vrouw, mr. P.T Pel, is wel / niet verschenen.
De rechter spreekt het vonnis uit
en wijst verdachte op de mogelijkheid om binnen veertien dagen na heden hoger beroep tegen dit vonnis in te stellen.
Waarvan proces-verbaal,

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Apeldoorn, team Apeldoorn Noord-West, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014140673 gesloten op 4 december 2014 te Apeldoorn en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015017635-19 gesloten op 30 maart 2015 te Apeldoorn en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Aangifte van [slachtoffer 1] , pag. 9 en 10
4.Geneeskundige verklaring arts [naam 1] , pag. 16
5.Verklaring verdachte, pag. 33-34
6.Aangifte van [slachtoffer 2] , pag. 16
7.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. heling gestolen televisie toestel, pag. 19
8.Proces-verbaal bevindingen getuigenverklaring oma van verdachte, pag. 47
9.Verklaring verdachte, pag. 24
10.Verklaring verdachte, pag. 28
11.Aangifte van [slachtoffer 2] , pag. 38
12.Getuigenverklaring [getuige 2] , pag. 45
13.Proces-verbaal bevindingen m.b.t. heling telefoontoestel, pag. 51
14.Verklaring verdachte, pag. 24
15.Contract Vodafone, pag. 41
16.Verklaring verdachte, pag. 31-36