Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- meerdere deelnemers aan het zich daar toen afspelende evenement “Alkmaar Ontzet”, waaronder de waterpolitie, voeren te hard;
- er was geen toezicht tijdens het evenement en er werd niet opgetreden tegen snelheidsovertredingen, zelfs de waterpolitie meende dat verdachte een vergunning/ontheffing had;
- de deelnemers hadden aangenomen dat er een ontheffing was.
Artikel 1.04 BPR bepaalt onder meer dat de schipper, ook bij het ontbreken van uitdrukkelijke voorschriften, alle voorzorgsmaatregelen moet nemen die volgens goed zeemanschap of door de omstandigheden waarin het schip zich bevindt, zijn geboden, teneinde te voorkomen dat:
(a) het leven van personen in gevaar wordt gebracht,
(b) schade wordt veroorzaakt aan andere schepen, of
(c) de veiligheid van de scheepvaart in gevaar wordt gebracht.
Met betrekking tot het varen met een snelheid die in strijd was met de op de oevers geplaatste bebording, overweegt de militaire kamer als volgt.
De verdediging heeft gemotiveerd aangevoerd dat verdachte er vanuit ging dat er een ontheffing was verleend met betrekking tot de te varen maximumsnelheid en dat verdachte derhalve harder mocht varen dan de op de bebording aangeduide maximale 9 kilometer per uur. De militaire kamer overweegt dat verdachte onderdeel uitmaakte van een uitvoerend demonstratieteam. Het aanvragen van vergunningen en ontheffingen in het kader van het verzorgen van demonstraties behoren niet tot de verantwoordelijkheden van verdachte. De daarvoor verantwoordelijke functionarissen zijn er van uitgegaan dat de ontheffing voor de maximum vaarsnelheid was verleend. Er is door hen kennelijk evenmin nader geverifieerd of een ontheffing was verleend, terwijl op alle verantwoordelijke niveaus is uitgegaan van het bestaan ervan en er ook in die zin richting de uitvoerenden waaronder verdachte is gecommuniceerd. Naar het oordeel van de militaire kamer daarom de omstandigheid dat verdachte, zoals achteraf wel vaststaat, heeft gevaren met een snelheid die in strijd was met die bebording, niet worden aangemerkt als aspect dat bij de vaststelling dat onvoldoende voorzorgsmaatregelen zijn genomen meeweegt.
3.3. Bewezenverklaring
of omstreeks08 oktober 2013 in de gemeente Alkmaar als schipper van een snelle motorboot (militair vaartuig) daarmede heeft gevaren op het Noord-Hollands Kanaal, zijnde een openbaar voor de scheepvaart openstaand water in het Rijk gelegen, terwijl uitdrukkelijke voorschriften in het Binnenvaartpolitiereglement ontbraken, niet alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen die volgens goede zeemanschap en
/ofdoor omstandigheden waarin dat schip
of dat samenstelzich bevond in het belang van de veiligheid en
/ofde goede orde van de scheepvaart waren geboden, teneinde te voorkomen dat het leven van personen in gevaar werd gebracht en
/ofschade werd veroorzaakt aan een ander schip/andere schepen en
/ofaan een andere drijvende voorwerpen,
aan oeversen
/ofaan werken en
/ofinrichtingen die zich in de vaarweg
en/of op de oevers daarvanbevonden en
/ofde veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar werd gebracht, immers heeft hij, verdachte
toen aldaar als bestuurder/schipper van een snelle motorboot in strijd met de/het op de oevers van voormelde vaarweg geplaatste bord/en B6 van bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement, waarop het nummer 9 was aangebracht, ten einde de maximum vaarsnelheid aldaar te beperken tot 9 kilometer per uur,gevaren met een snelheid van ongeveer 30 kilometer per uur,
althans met een grotere snelheid dan de aldaar maximum toegestane snelheid van 9 kilometer per uur en/of
/ofheeft hij, verdachte toen hij die andere snelle motorboot op korte afstand was genaderd, naar stuurboord gestuurd en
/of
-ofschoon dat vaarwater (het Noord-Hollandskanaal) voldoende ruimte bood voor gelijktijdige doorvaart-, een op tegengestelde koers varende andere snelle motorboot (militair vaartuig) voorbijgevaren, terwijl hij, verdachte de plaatselijke omstandigheden en de bewegingen van andere schepen niet
of in onvoldoende matedaarbij in aanmerking heeft genomen en
/of
/ofkort na het uitvoeren van die manoeuvre achterom gekeken en
/ofis hij, verdachte
circa 4 seconden, althansgedurende enige tijd achterom blijven kijken en
/ofheeft hij, verdachte niet,
althans in onvoldoende mateop het zich direct voor hem bevindende vaarwater gelet en
/ofis hij, verdachte
gebotst tegen, althansin aanvaring gekomen met een zich op die vaarweg (het Noord-Hollands Kanaal) bevindende andere snelle motorboot (registratienummer [nr] ).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
geldboetevan
€ 1.000,-- (zegge: duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen
hechtenis.