Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Volgens de raadsman is sprake van een alternatief scenario. De resultaten van het vezelonderzoek kunnen niet zonder meer stand houden, nu volgens het rapport van Forensicon het ook mogelijk is dat de vezels op een ander moment dan tijdens het voorval zijn versmolten met het materiaal in de auto. Van belang hierbij is dat het soort aangetroffen vezels aan de bestuurderskant van de auto in veel broeken voorkomt. Het is dus ook mogelijk dat de versmolten vezels op een ander moment dan tijdens het ongeval in het plastic terechtgekomen zijn. De raadsman stelt dat de betreffende auto in januari 2011 op de weg is gekomen, maar pas in juli 2013 vanuit België in Nederland is ingevoerd (en in gebruik is gekomen van de vader van verdachte). Onder meer gelet op de informatie uit het vergelijkend vezelonderzoek en het rapport van Forensicon, is de kans dat een vorige Belgische eigenaar een ongeval of anderszins een energierijke impact met de auto heeft gehad, aanzienlijk. Op dat moment kunnen kledingvezels zijn versmolten met het dashboard. De raadsman heeft in het kader van dit alternatieve scenario een voorwaardelijk verzoek tot nader onderzoek gedaan, te weten het opvragen van data geregistreerde ongevallen met de BMW in Europa, deskundigenbericht over de vraag wat voor energierijke impact, naast een ongeval, nodig is om tot vezelversmelting te leiden en het horen van de vorige eigenaar(s) over de vraag of zij met de auto een ongeval hebben gehad of dat anderszins sprake is geweest van een energierijke impact dat vezelversmelting kan verklaren.
Hoewel verdachte ter terechtzitting het standpunt heeft ingenomen dat hij niet heeft gereden, heeft verdachte eerder anders verklaard. Zo heeft hij enkele minuten na het ongeval tegen de gearriveerde verbalisanten verklaard dat hij de bestuurder van de personenauto was. [8] Ook daarna, in twee latere verhoren, heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij de bestuurder was, maar dat niet zeker te weten. [9] Deze eerdere verklaringen van verdachte worden ondersteund door de verklaringen van [slachtoffer] . Zij is meermalen gehoord, waaronder enkele uren na het ongeval, en heeft telkens verklaard dat het verdachte was, die de auto bestuurde. [10]
Indien de rechtbank van oordeel is dat zijn cliënt de auto wel heeft bestuurd, kan het onder 2 tenlastegelegde worden bewezen.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks08 december 2013 te Harderwijk in de gemeente Harderwijk
, althans aanmerkelijk,onvoorzichtig en
/ofonoplettend, onder invloed van alcoholhoudende drank
, althans na het gebruik van een niet
/of met zeer hoge snelheid, althansmet een grotere snelheid dan de aldaar voor hem, verdachte ingevolge artikel 20 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 geldende maximum snelheid van 50 kilometer heeft, gereden, over de Stadswei en
/ofmet die snelheid
, althans nagenoeg die snelheid,een in die weg gelegen, gezien zijn verdachtes rijrichting, naar links verlopende bocht is in
- en/of
/ofuit de bocht is gevlogen en
/ofmet dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto), gezien zijn verdachtes rijrichting in de rechter berm van die Stadswei is terechtgekomen en
/ofis gebotst tegen
, althans in aanrijding is gekomen meteen rechts in die berm staande paal, waaraan een verkeersbord was bevestigd en
/of één of meer
/of waardoor en/ofwaarbij dat motorrijtuig (personenauto)om zijn lengte as is gerold en
/ofop de rechter zijde tot stilstand is gekomen en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke
ziekte ofverhindering in de uitoefening van de normale bezigheden
/ofwelk feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij, verdachte een krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid
in ernstige mateheeft overschreden.
of omstreeks08 december 2013 te Harderwijk als bestuurder van een
, in elk geval hoger dan 0,5 milligram,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
wegens het onder 1 en 2 bewezenverklaardetot een
werkstrafgedurende
140 (honderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 (zeventig) dagen;
ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaardede
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijkin haar vordering.