Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde in conventie]
[gedaagde in conventie]
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 april 2015
- de aktes van beide partijen van 6 mei 2015
- de aktes van beide partijen van 3 juni 2015.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een burenrechtelijk geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres in conventie) en twee gedaagden in conventie. De zaak draait om de aanwezigheid van een roldeur die in strijd zou zijn met de artikelen 5:50 en 5:51 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis vastgesteld dat de roldeur vensters heeft die uitzicht bieden, wat in strijd is met het burenrecht. De gedaagden hebben geprobeerd de roldeur ondoorzichtig te maken door folie aan te brengen en het mechanisme onklaar te maken, maar de rechtbank oordeelt dat deze maatregelen onvoldoende zijn om te voldoen aan de eisen van artikel 5:51 BW, dat vereist dat de deur blijvend niet meer te openen is.
De rechtbank heeft de gedaagden de gelegenheid gegeven om te reageren op de e-mail van de Omgevingsdienst, waarin werd gesteld dat de roldeur brandonveilig is en dat er maatregelen genomen moeten worden om deze situatie te verhelpen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft de gedaagden de kans gegeven om hun standpunt te verduidelijken. De uitspraak benadrukt de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke eisen voor burenrecht en brandveiligheid, en de rechtbank heeft de zaak naar de rol van 26 augustus 2015 verwezen voor verdere akte uitlating door de gedaagden.