Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De beslissing
benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijkin de vordering;
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin de vordering.
Rechtbank Gelderland
Op 17 november 2015 heeft de Rechtbank Gelderland twee mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 3 en 4 maanden voor hun betrokkenheid bij de mishandeling van een man en een vrouw in Westervoort. De mishandeling vond plaats in de woning van de vrouw, waar een schermutseling ontstond tussen de twee mannen en de slachtoffers. Het mannelijke slachtoffer werd met een hard voorwerp op het hoofd geslagen en meerdere keren geschopt, terwijl de vrouw aan haar haren werd getrokken. Beide slachtoffers werden ook met een taser bedreigd.
De rechtbank legde lichtere straffen op dan geëist door de officier van justitie, omdat de mannen werden vrijgesproken van afpersing en diefstal met geweld. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de mannen de intentie hadden om geld of goederen te stelen. De verdediging voerde aan dat de mannen een geloofwaardige alternatieve verklaring gaven voor hun aanwezigheid, terwijl de verklaringen van de slachtoffers tegenstrijdig waren en pas later werden afgelegd.
Een derde man, die ook naar de woning was gegaan, werd vrijgesproken omdat niet kon worden bewezen dat hij deel uitmaakte van een vooropgezet plan om de slachtoffers te mishandelen. Zijn bijdrage aan de mishandeling was onvoldoende, aangezien hij op een gegeven moment de woning had verlaten en niet actief deelnam aan de geweldsdaad.
De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen alleen bij de burgerlijke rechter indienen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in tegenwoordigheid van de griffier.