ECLI:NL:RBGEL:2015:7248

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 oktober 2015
Publicatiedatum
20 november 2015
Zaaknummer
278539
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verplichting tot verstrekking van lening op basis van escrow-overeenkomst

In deze zaak vorderde Capital Talent Holding B.V. (eiseres) een hoofdelijke veroordeling van Elviria Investment B.V. (gedaagde) tot betaling van een bedrag van € 3.516.348,04, dat bestond uit een lening die volgens eiseres verstrekt had moeten worden op basis van een escrow-overeenkomst. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, behandelde de zaak op 21 oktober 2015. Eiseres stelde dat gedaagde verplicht was om een lening van € 3.000.000,00 te verstrekken voor de reorganisatie van de Parco-vennootschappen, maar gedaagde voerde aan dat de escrow-overeenkomst in zijn oorspronkelijke vorm niet meer bestond en door een gewone geldlening was vervangen. De rechtbank oordeelde dat er geen reorganisatie- en herstructureringsplan was opgesteld, wat betekende dat gedaagde niet verplicht was om de lening te verstrekken. De rechtbank wees de vordering van Capital Talent Holding af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde werden begroot op € 10.286,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 21 oktober 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/278539 / HA ZA 15-108
Vonnis van 21 oktober 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAPITAL TALENT HOLDING B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres,
advocaat mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ELVIRIA INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Tiel,
2.
[gedaagde],
wonende te Tiel,
gedaagden,
advocaat mr. J.W.P. Tulfer te Eindhoven.
Partijen zullen hierna ook Capital Talent Holding, Elviria en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 mei 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 8 september 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen Capital Talent Holding en Elviria en andere hierna te noemen vennootschappen hebben in het verleden andere namen gehad. Capital Talent Holding heeft The Great Box B.V. geheten, Source Group N.V. (Source) heette voorheen AamigoO Group N.V. (AamigoO) en Elviria heette JvS Invest B.V. (JVS) en daarvóór Avantus Employment Group B.V. (Avantus) De rechtbank zal hierna mede omdat dit bij het gebruik van citaten eenvoudiger is, voor het verleden ook de oude namen gebruiken, maar waar nodig de huidige naam tussen haken plaatsen en ook voor het heden waar nodig de oude naam tussen haken noemen.
2.2.
Op 5 augustus 2011 komt een koopovereenkomst tussen Avantus (Elviria) als verkoper en Aamigoo (Source) en The Great Box (Capital Talent Holding) als kopers tot stand. Deze overeenkomst, hierna steeds als de koopovereenkomst aan te duiden, wordt in een akte vastgelegd en betreft de koop van aandelen in een aantal b.v.’s, waarvan de aandelen in Parco Payrolling B.V. (hierna: Parco), die op haar beurt een aantal dochtervennootschappen heeft die als de Parco-vennootschappen aangeduid worden, worden gekocht door The Great Box (Capital Talent Holding).
2.3.
In de preambule van de overeenkomst staat te lezen dat de verkoper op de hoogte is van het voornemen van The Great Box om ‘de door haar te verwerven vennootschappen te reorganiseren en/of te herstructureren en/of te desinvesteren’. De overeenkomst spreekt in dit verband van Het Plan, dat koper en verkoper binnen zes maanden na ondertekening van de hier bedoelde overeenkomst op initiatief van koper zullen opstellen.
2.4.
De verkoper Avantus (Elviria) zal volgens de preambule als koopprijs nooit minder dan € 21.000.000,00 en nooit meer dan € 25.000.000,00 ontvangen, verminderd met het
pre closingdividend.
2.5.
In de koopovereenkomst is sprake van een
escrow-bedrag; dit is volgens art. 1 van de overeenkomst
Het deel van de Koopprijs Aandelen dat ten tijde van de levering van de Aandelen door Koper in escrow zal worden geplaatst overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.5 (kennelijk: 3.4,
de rechtbank).
2.6.
Art. 3.4 van de koopovereenkomst bepaalt:
Van de Koopprijs Aandelen zal op Overdrachtsdatum een gedeelte groot EUR 4.000.000 (…) door Aamigoo worden gestort op een (…) gehouden escrow-rekening, welk bedrag zal worden aangewend voor (…) en tot de (…) Planruimte, ter uitvoering van het Plan, en nader zal worden beheerst door de (…) aangehechte (…) Escrow overeenkomst.
2.7.
In art. 3.1-3.15 van de koopovereenkomst wordt een uitwerking gegeven van deze
escrow-constructie en het Plan. Art. 3.7 betreft het opstellen en de inhoud van het Plan, het hiervoor beschikbare bedrag op de
escrow-rekening – € 3.000.000,00 of een lager, resterend bedrag, de Planruimte genoemd – en de aflossing van de
escrow-financiering.
2.8.
De in art. 3.4 van de koopovereenkomst bedoelde
escrow-overeenkomst wordt op dezelfde dag als de koopovereenkomst, 5 augustus 2011, opgenomen in een akte. Art. 4.1 ervan behandelt het doel van de
escrow-rekening:
De Escrow Rekening dient ervoor dat (a) Koper (Aamigoo en The Great Box,
de rechtbank) zich binnen twee jaren na opstelling van het Plan, en overeenstemming door partijen over het Plan, zal kunnen beroepen op een directe vergoeding van de te maken reorganisatie- en herstructureringskosten ex artikel 3.7 van de Koopovereenkomst en (b) tot zekerheid van de nakoming door Verkoper (Avantus (Elviria),
de rechtbank) van haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst.
2.9.
Op 25 oktober 2011 komt een addendum bij de koopovereenkomst tot stand (hierna: het addendum); ook dit wordt in een akte vastgelegd. De preambule hiervan houdt onder meer het volgende in.
d. JVS, AamigoO en Great Box zijn (…) met elkaar overeengekomen dat JVS de te leveren vennootschappen zodanig zal structureren, voor rekening van AamigoO, (…) dat Great Box nimmer kan worden aangeduid als koper of eigenaar van Corso. In verband hiermee zal de Koopholding Corso rechtstreeks leveren aan AanmigoO en de overige Vennootschappen aan Great Box. JVS zal aan Great Box leveren haar vorderingen op deze overige Vennootschappen, een en ander onder gehoudenheid van Great Box de schuld van JVS aan Corso over te nemen en deze als eigen schuld aan Corso te voldoen, voor welke schuldoverneming Corso bij gelegenheid van de aandelenoverdracht toestemming zal dienen te verlenen;
e. Partijen wensen tevens een deel van de rekening-courantschuld van JVS aan Corso ad ongeveer EUR 3.000.000,00 te verrekenen met de Koopsom, nadat dit deel van deze vordering door Corso zal zijn gecedeerd aan AamigoO;
f. Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat geen gebruik zal worden gemaakt van een escrow agent of anderszins (…) en dat – in plaats daarvan – Verkoper (JvS (Elviria),
de rechtbank) instemt met de verstrekking van een lening voor het deel van de Koopsom dat conform de Koopovereenkomst in Escrow zou moeten worden opgenomen ten behoeve van de eventuele risico’s waaronder fiscale tot een bedrag van EUR 1.000.000 (…), voor de duur (die voor de escrow-financiering was overeengekomen,
de rechtbank). Daarnaast zal Verkoper AamigoO een lening verstrekken groot EUR 5.800.000, verminderd met het beloop van de verrekening bedoeld in overweging e;
g. Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat het resterende beloop van de in de Koopovereenkomst voorziene escrow, groot EUR 3.000.000 als lening verstrekt zal worden aan Great Box (de Escrowfinanciering Greatbox), welke financiering op datum van levering van de aandelen Corso zal worden aangewend ter aflossing van de rekening-courantvorderingen die Corso heeft op de overige Vennootschappen. (…)
i. Great Box (Capital Talent Holding,
de rechtbank) wordt derhalve geacht op datum van levering (van) de Aandelen een schuld te hebben aan Verkoper uit hoofde van de Escrowfinanciering Greatbox ten bedrage van EUR 3.000.000, en dit bedrag te hebben aangewend als aflossing, zoals bedoeld in artikel 3.7b van de Koopovereenkomst van (een deel) van de schuld van de aan haar geleverde vennootschappen aan Corso;
2.10.
Na deze preambule wordt de koopovereenkomst nader uitgewerkt in het Addendum. In de artikelen 1-3 wordt geregeld dat behalve de aandelen in de verkochte vennootschappen ook de vorderingen op de verkochte vennootschappen aan The Great Box (Capital Talent Holding) worden overgedragen, waar tegenover komt te staan dat The Great Box de schuld van JVS (Elviria) aan Corso overneemt.
2.11.
Art. 4 van het Addendum luidt:
Great Box zal de door haar te verkrijgen vennootschappen, vorderingen en schulden verwerven voor de prijs van EUR 1,- (…).
2.12.
Art. 5 luidt sluit hierop aan met de tekst:
Met de Koopsom zal achtereenvolgens worden verrekend:
a. Een rekening-courantschuld van Verkoper aan Corso ten bedrage van ongeveer EUR 1.095.124,- en de tussen Partijen aangeduide overnames, zoals besproken op 12 oktober 2011 ten bedrage van ongeveer ad EUR 642.337,-, een opname van EUR 1.300.000,- alsmede eventuele nadere opnames tot aan de leveringsdatum, welke rekening-courant vordering(en) op JVS daartoe aan AamigoO zullen worden overgedragen. De voornoemde bedragen zullen uiterlijk een week voorafgaande aan de overdrachtsdatum tussen partijen nader worden vastgesteld;
b. het beloop van een door Verkoper aan AamigoO te verstrekken lening groot EUR 5.800.000,-, verminderd met het beloop van de sub 5a genoemde vorderingen;
c. de Escrowfinanciering AamigoO ad EUR 1.000.000 (…);
d. de Escrowfinanciering Greatbox ad EUR 3.000.000 (…);
Waarna een door AamigoO aan Verkoper te betalen bedrag groot EUR 15.200.000,00 zal resteren (…).
2.13.
Art. 9 van het Addendum luidt:
Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat de Escrowfinanciering Greatbox op datum van levering van de aandelen Corso volledig zal worden aangewend ter gedeeltelijke aflossing van de door Greatbox van JVS overgenomen (restant)schuld uit hoofde van rekening courant aan Corso. Great Box wordt derhalve geacht op datum van levering van de Aandelen een schuld te hebben aan Verkoper uit hoofde van de Escrowfinanciering Greatbox ten bedrage van EUR 3.000.000, een en ander zoals bedoeld in artikel 3.7 van de Koopovereenkomst.
2.14.
Het in art. 9 van het Addendum genoemde art. 3.7 van de koopovereenkomst handelt onder meer over aflossing van de verschafte
escrow-financiering en het in dat kader door partijen op te stellen, hierboven genoemde Plan.
2.15.
De door de behandelend notaris op 28 december 2011opgestelde ‘Recapitulatie nota voor JVS Invest BV en Avantus Holding BV’ houdt in:
te betalen
te ontvangen
Verkoop opbrengst aandelen Corso BV
Verrekening pre-closing ontvangsten en rekening-courantschulden
1. Conform bijlage: Stap 2 overdracht vorderingen door Corso Holding aan JVS Invest
2. Door te belasten personeelskosten M. Jans , J. Maas en diverse kosten
3. Conform bijlage: Stap 3 overdracht RC vorderingen voormalige groepsmij aan The Great Box
€ 6.257.578,00
€ 25.000.000,00
€ 180.578,00
€ 3.000.000,00
te verstrekken leningen
1. Achterg.conv lening Corso Holding/Aamigoo Group € 2.800.000,00
2. Escrowfinanciering achterg. Conv. Corso Holding/Aamigoo € 1.000.000,00
3. Escrowfinanciering The Great Box Company BV € 3.000.000,00
Uit te betalen op rekeningnummer t.n.v. Avantus Holding
€ 6.800.000,00
€ 15.123.000,00
Geteld
€ 28.180.578,00
€ 28.180.578,00
2.16.
Onder dit overzicht staan de rekening courantverhoudingen van JVS Invest (Elviria) naar de stand van 14 december 2011. Dit betreft diverse vorderingen voor een totaal van € 3.257.578,00 alsmede ‘vorderingen oude groepsmij’ ad € 3.000.000,00.
2.17.
Uit een koopovereenkomst van 28 december 2011 tussen Corso B.V. en Corso Holding B.V., voortbouwend op een koopovereenkomst van 27 december 2011, blijkt dat Corso een vordering op JVS (Avantus/Elviria) heeft van € 9.864.207,00 en dat zij een deel van deze vordering voor € 6.257.578,00 aan Corso Holding verkoopt en dat Corso Holding de koopsom aan Corso schuldig zal blijven.
2.18.
Bij akte van eveneens 28 december 2011 cedeert Corso aan Corso Holding krachtens koopovereenkomst van 27 december 2011 het voor € 6.257.578,00 aan Corso Holding verkochte deel van Corso’s vordering op JVS.
2.19.
Als koptekst staat in de hierboven onder 2.16 en 2.17 bedoelde aktes ‘stap 1’.
2.20.
Uit een koopovereenkomst van 28 december 2011 tussen Corso Holding B.V. en JVS, voortbouwend op een koopovereenkomst van 27 december 2011, blijkt dat Corso Holding een vordering op JVS van € 6.257.578,00 aan JVS verkoopt en dat de koopprijs wordt verrekend met de koopsom die Corso Holding verschuldigd is aan JVS voor de te verwerven aandelen Corso. Overdracht van de hier bedoelde vorderingen vindt plaats bij cessie-akte van 28 december 2011.
2.21.
Bij akte van eveneens 28 december 2011 cedeert Corso Holding aan JVS krachtens koopovereenkomst van 27 december 2011 de voor € 6.257.578,00 aan JVS verkochte vordering op JVS Invest.
2.22.
Als koptekst staat in de onder 2.20 en 2.21 bedoelde aktes ‘stap 2’.
2.23.
Een koopovereenkomst tussen JVS Invest (Elviria) als verkoper en The Great Box (Capital Talent Holding) als koper d.d. 28 december 2011, voortbouwend op een koopovereenkomst van 27 december 2011, houdt in dat JVS € 3.000.000,00 aan vorderingen op voormalige groepsmaatschappijen heeft, te weten op Avantus People B.V. (€ 304.533,00), Avantus Facility B.V. (€ 225.923,00), ZZP Lease B.V. (€ 413.698,00), Parco Holding B.V. (€ 2.055.846,00), en dat zij deze wil overdragen aan The Great Box ten titel van koop. Zij verkoopt deze vorderingen aan The Great Box voor € 3.000.000,00 en partijen komen overeen dat de koopsom wordt verrekend met de door JVS Invest te verschaffen
escrowfinanciering ten belope van € 3.000.000,00, ‘welke lening Great Box aan JVS Invest verschuldigd is na ondertekening van deze koopovereenkomst en leningovereenkomst die heden door partijen is ondertekend (…)’.
2.24.
Bij akte van eveneens 28 december 2011 cedeert JVS Invest aan The Great Box krachtens koopovereenkomst van 27 december 2011 de voor € 3.000.000,00 aan The Great Box verkochte vorderingen op de onder 2.23 bedoelde groepsmaatschappijen.
2.25.
Als koptekst staat in de onder 2.23 en 2.24 bedoelde aktes ‘stap 3’.
2.26.
Op 7 maart 2012 (
prod. 14 bij antwoord) komt een koopovereenkomst tussen The Great Box (Capital Talent Holding) en JVS Invest (Elviria) tot stand die in een akte wordt vastgelegd. De achtergrond hiervan is, blijkens de preambule van de overeenkomst, dat The Great Box een aantal vorderingen heeft gekocht, te weten een vordering op Assuralis B.V. ten bedrage van € 2.920.774,00 terzake van in rekening-courant verstrekte gelden ‘zoals deze zijn vastgesteld door de directie van Corso en JVS Invest op 14 december 2011 (…)’ en een vordering op Durante Vita B.V., een van de door Elviria mee verkochte vennootschappen, ten bedrage van € 77.000,00 terzake van in rekening-courant verstrekte gelden ‘zoals deze zijn vastgesteld door de directie van Corso en JVS Invest op 14 december 2011 (…)’. Zij verkoopt deze vorderingen aan JVS Invest voor in totaal € 2.997.774,00 en The Great Box en JVS Invest komen overeen dat de verplichting van JVS Invest om de koopprijs te betalen verrekend wordt met de vordering die zij op The Great Box heeft uit hoofde van de escrow-financiering ad € 3.000.000,00 van 28 december 2011, zodat de verplichtingen tenietgaan voor het bedrag van de koopsom en een schuld van The Great Box aan JVS Invest resteert van € 2.226,00. Op dezelfde dag vindt cessie van de twee verkochte vorderingen plaats.

3.Het geschil

3.1.
Capital Talent Holding vordert – samengevat – hoofdelijke veroordeling van Elviria en [gedaagde] tot betaling van een hoofdsom ad € 3.516.348,04, bestaande uit het onder 2.26 vermelde totaal van € 2.997.744,00 vermeerderd met rente, kosten en btw, openstaande rente tot en met 6 januari 2015 ad € 24.339,87 en openstaande kosten ad € 8.197,75, vermeerderd met rente en kosten, waaronder beslagkosten en nakosten.
3.2.
In de kern stelt Capital Talent Holding hiertoe dat Elviria verplicht was haar een
escrowlening te verstrekken ten belope van € 3.000.000,00 om de Parco-vennootschappen te reorganiseren en te herstructureren, dat Elviria dit heeft nagelaten te doen en dat [gedaagde] als bestuurder van Elviria aansprakelijk is hiervoor. Voor zover nodig zal de rechtbank hieronder ingaan op de verschillende aspecten van de onderbouwing van de vorderingen tegen ieder van gedaagden.
3.3.
Elviria voert verweer. Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover van belang, nader ingaan.

4.De beoordeling

4.1.
De
escrow-overeenkomst van 5 augustus 2011 gaat ervan uit dat een reorganisatie- en herstructureringsplan, het Plan, zoals bedoeld in de koopovereenkomst, is opgesteld op het moment dat Capital Talent Holding zich beroept op een vergoeding van kosten zoals voorzien in de
escrow-overeenkomst. Tussen partijen is in confesso dat er geen plan in de zin van de koopovereenkomst opgesteld is.
4.2.
Elviria verbindt hieraan de conclusie dat zij al door het ontbreken van dit plan nooit verplicht is geweest tot het verschaffen van geld op grond van de
escrow-overeenkomst en Capital Talent Holding stelt hier tegenover dat de moeite van het opstellen van een plan bespaard kon worden omdat Elviria toen reorganisatie en herstructurering aan de orde kwamen, al te kennen had gegeven dat zij niet zou meewerken aan het verschaffen van de
escrowlening en Elviria zich mitsdien niet op het ontbreken van een plan kan beroepen. De rechtbank zal nagaan of Elviria’s standpunt dat zij hieraan niet meer hoefde mee te werken omdat op grond van het Addendum de escrow-overeenkomst in zijn oorspronkelijke vorm niet meer bestond en door een gewone en gerealiseerde geldlening was vervangen, juist is.
4.3.
In de koopovereenkomst is voorzien dat een deel van de koopprijs van € 25.000.000,00, groot maximaal € 4.000.000,00 ‘ten behoeve van Koper in escrow zal worden gehouden, een en ander onder aftrek van het Pre Closing Dividend van het cashdeel Koopprijs Aandelen’, waarvan € 3.000.000,00 voor de herstructurering van de Parco-vennootschappen moest worden gebruikt. In de artikelen 3.4-3.10 geeft de koopovereenkomst vervolgens op hoofdlijnen een regeling hiervan in combinatie met het onder 4.1 hierboven bedoelde reorganisatie- en herstructureringsplan. In de
escrow-overeenkomst die op dezelfde datum als de koopovereenkomst tot stand kwam, is de werking van de
escrow-rekening nader uitgewerkt.
4.4.
Vervolgens is de koopovereenkomst nader uitgewerkt in het Addendum van 25 oktober 2011. In de artikelen 1-3 daarvan is geregeld dat behalve de aandelen in de verkochte vennootschappen ook de vorderingen op hen aan Capital Talent Holding worden overgedragen, waar tegenover komt te staan dat Capital Talent Holding de schuld van thans Elviria aan Corso overneemt. De koopsom wordt in art. 4 op € 1,00 gesteld, een bedrag dat in art. 5 zodanig wordt uitgewerkt met verrekeningen dat volgens het Addendum € 15.200.000,00 te betalen blijft aan Capital Talent Holding.
4.5.
Voor de
escrow-overeenkomst is van groter belang dat art. 5 van het Addendum de ‘Escrowfinanciering Greatbox’ ad € 3.000.000,00 noemt als een van de te ‘verrekenen’ bedragen, waarbij de rechtbank opmerkt dat het daarbij strikt genomen wel om betaling(en) gaat, maar niet om verrekening. In dit verband heeft Elviria erop gewezen dat de € 3.000.000,00 ‘in betaling is gegeven’ doordat ter hoogte van dit bedrag vorderingen op de Parco-vennootschappen zijn overgedragen op Capital Talent Holding.
4.6.
Op art. 5 van het Addendum gaat vervolgens art. 9 van het Addendum in. Dit vermeldt uitdrukkelijk dat Capital Talent Holding wordt geacht op de datum van levering van de aandelen een schuld aan Elviria te hebben van € 3.000.000,00 zoals bedoeld in art. 3.7 van de koopovereenkomst dat handelt over de situatie waarin de lening als bedoeld in de
escrow-overeenkomst is opgenomen. De rechtbank stelt vast dat in het Addendum de bestemming van het bedrag uit de
escrow-overeenkomst nader is bepaald en dat de hierbij gevolgde constructie de
escrow-financiering omzet in een overeenkomst van geldlening. Dat de
escrow-financiering is vervangen door een gewone geldlening wordt bevestigd door de overeenkomst van partijen d.d. 28 december 2011. Uit hetgeen daarover onder 2.23 hierboven is opgenomen, blijkt dat hoewel ook daar gesproken wordt over een
escrow-financiering, de omschreven constructie moet worden gekwalificeerd als een geldlening.
4.7.
In dit verband wijst de rechtbank ook nog op de door de notaris opgestelde recapitulatienota (2.15 hierboven). Daarin staan boekhoudkundig de geldbewegingen waarvan hier sprake is, opgesomd. Daartoe behoort het verschaffen van de lening die partijen steeds zijn blijven benoemen als de
escrow-lening of
escrow-financiering. Deze geldbewegingen maken dat de totalen van de boekhoudkundig weergegeven handelingen op € 28.180.578,00 uitkomen, maar dit heeft geen invloed op de koopprijs, die volgens de opstelling € 25.000.000,00 is, terwijl het in feite nog te betalen bedrag het onder 4.4 hierboven genoemde bedrag van € 15.200.000,00 is.
4.8.
De stappen die in de recapitulatienota zijn omschreven worden in de feiten hierboven onder 2.17-2.25 genoemd nader omschreven. Als Stap 1 is gezet, volgt Stap 2: de overdracht door Corso Holding (Source) aan JVS Invest (Elviria) volgens de aktes van 28 december 2011 waaruit blijkt dat Corso Holding de vordering op JVS Invest van € 6.257.578,00 aan JVS Invest B.V. verkoopt met gedeeltelijke verrekening van de koopprijs, namelijk met de koopsom die Corso Holding verschuldigd is aan JVS Invest B.V. voor de overname van de aandelen Corso. ‘Dit zal geschieden’, vermeldt de koopovereenkomst, ‘middels cessie van de vordering die Corso Holding ingevolge deze verkoop en koop heeft op JVS Invest aan de verkoper van die aandelen, Avantus Holding B.V.’ Na verrekening blijft een vordering van Corso op Elviria over van € 3.606.629,00.
4.9.
Vervolgens wordt deze schuld van Elviria aan Corso overgenomen door Capital Talent Holding tegenover de overdracht van de vordering van Elviria op de Parco-vennootschappen aan Capital Talent Holding voor € 3.000.000,00. Dit is de in de nota bedoelde Stap 3 (2.23-2.24 hierboven).
4.10.
Op Stap 3 heeft betrekking de koopovereenkomst tussen JVS als verkoper en Capital Talent Holding als koper d.d. 28 december 2011 inhoudend dat JVS € 3.000.000,00 aan vorderingen op voormalige groepsmaatschappijen heeft (€ 304.533,00 op Avantus People B.V., € 225.923,00 op Avantus Facility B.V., € 413.698,00 op ZZP Lease B.V. en € 2.055.846,00 op Parco Holding B.V.), en dat zij deze wil overdragen aan Capital Talent Holding ten titel van koop. Zij verkoopt deze vorderingen aan Capital Talent Holding voor € 3.000.000,00 en partijen komen overeen dat de koopsom wordt betaald door middel van de door JVS Invest te verschaffen lening, aangeduid als
escrow-financiering, ten belope van € 3.000.000,00, ‘welke lening Great Box aan JVS Invest verschuldigd is na ondertekening van deze koopovereenkomst en leningovereenkomst die heden door partijen is ondertekend (…)’. Op dezelfde dag worden de vorderingen gecedeerd aan Capital Talent Holding.
4.11.
Bij dit alles geldt dat Elviria noch Capital Talent Holding stelt dat anders zou zijn bedoeld of overeengekomen dan blijkt uit de tekst van de hierboven genoemde overeenkomsten en dat beide uitgaan van de juistheid van de meergenoemde recapitulatienota.
4.12.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de rechtbank de conclusie van Elviria juist acht die inhoudt dat partijen bij nadere overeenkomst de
escrow-financiering hebben vervangen door een overeenkomst van geldlening en dat deze door Elviria van haar kant, die van de geldlener, is nagekomen, zulks door de overdracht van vorderingen op de Parco-vennootschappen, terwijl Capital Talent Holding van haar kant de geleende € 3.000.000,00 moest aanwenden en ook heeft aangewend om de schuld van € 3.606.629,00 aan Corso die zij van Elviria overnam, (gedeeltelijk) te betalen.
4.13.
De conclusie van Elviria houdt voorts in dat voor de resterende € 606.629,00 art. 10 van het Addendum Capital Talent Holding de opdracht gaf tegenover Elviria om zich in te zetten om voor een maximale opbrengst van de reorganisatie en desinvestering van de door Capital Talent Holding verworven vennootschappen. De door haar gegenereerde opbrengsten zullen voor aflossing van de schuld aan Corso worden aangewend. Niet duidelijk, maar in het kader van de onderhavige zaak ook niet relevant, is of dit laatste gebeurd is.
4.14.
Uit het voorgaande volgt dat het standpunt van Capital Talent Holding dat zij met een beroep op de
escrow- of overigens enige andere in dit proces genoemde overeenkomst betaling van € 3.000.000,00 kan vorderen van Elviria moet worden verworpen en dat de overige standpunten van partijen geen behandeling meer behoeven.
4.15.
De rechtbank overweegt dat de stelling van Capital Talent Holding dat zij door de gevolgde constructie in feite geen geld of vergoeding heeft ontvangen geen bespreking meer behoeft omdat zij niet afdoet aan de vaststelling van wat partijen uiteindelijk ten aanzien van de
escrow-financiering/-lening zijn overeengekomen.
4.16.
Dit leidt tot afwijzing van de vordering. Capital Talent Holding zal daarbij als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de kosten.
4.17.
Capital Talent Holding zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Elviria worden begroot op:
- griffierecht € 3.864,00
- salaris advocaat
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
Totaal € 10.286,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Capital Talent Holding in de proceskosten, aan de zijde van Elviria tot op heden begroot op € 10.286,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Capital Talent Holding in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Capital Talent Holding niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar, mr. F.M.Th. Quaadvliet en mr. J.R. Veerman en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2015.