In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 januari 2015 een beschikking gegeven inzake het verzoek van mr. E.J. Kosters, werkzaam bij Krans Helmig Stuijt notarissen en advocatuur te Haarlem. Het verzoek betreft de bepaling van een datum waarop schuldeisers van de nalatenschap van de overleden Elisabeth Joanna Anna Pieters hun vorderingen kunnen indienen bij de vereffenaar. De erflater is op 24 juli 2014 te Tiel overleden en woonde laatstelijk in Meteren. Bij een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland op 25 november 2014 was verzoeker benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap.
De verzoeker heeft de kantonrechter verzocht om op grond van artikel 4:214 lid 1 BW een datum vast te stellen voor de indiening van de vorderingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat hij daarbij belang heeft en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die aan de toewijzing van het verzoek in de weg staan. De kantonrechter heeft daarom besloten dat de griffier de schuldeisers van de nalatenschap openlijk oproept om hun vorderingen voor 26 april 2015 in te dienen ten kantore van de vereffenaar.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 26 januari 2015, waarbij de kantonrechter de beslissing heeft genomen in het belang van een ordelijke afhandeling van de nalatenschap.