In deze zaak vordert Hoist Portfolio Holding LTD, vertegenwoordigd door gemachtigde M.P.A. Roeland, betaling van een bedrag van € 35.217,56 van de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], op grond van een kredietovereenkomst die zij op 16 juni 2004 met IDM Financieringen B.V. hebben gesloten. De kredietovereenkomst, bemiddeld door AFAB Geldservice B.V., betrof een krediet van maximaal € 35.000,00 met een maandelijkse kredietvergoeding van 0,793% en een effectieve rente van 9,9% per jaar. Hoist stelt dat de gedaagden hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen, wat heeft geleid tot een achterstand van meer dan twee maandtermijnen. Na ingebrekestelling heeft IDM de overeenkomst opgezegd en de vordering aan Hoist gecedeerd.
De gedaagden voeren verweer en stellen dat de kredietovereenkomst onvoldoende bepaalbaar is en dat IDM en AFAB hun zorgplicht hebben geschonden door hen niet adequaat te informeren over de risico's en voorwaarden van de kredietovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van IDM rechtsgeldig is gecedeerd aan Hoist en dat de kredietovereenkomst voldoende bepaalbaar is. De gedaagden hebben niet aangetoond dat IDM onrechtmatig heeft gehandeld of dat zij niet zijn geïnformeerd over de voorwaarden van de overeenkomst. De kantonrechter wijst de vordering van Hoist toe en veroordeelt de gedaagden tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met vertragingsvergoeding en proceskosten.