In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 4 november 2015 een vonnis gewezen in een incident tot voeging. De eiseres in de hoofdzaak, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] BETON B.V., gevestigd te Tilburg, heeft zich verzet tegen de incidentele vordering van de vennootschap onder firma [VOF], gevestigd te Scherpenzeel. De vordering van [VOF] strekt tot voeging van de hoofdzaak met een andere zaak die ambtshalve is doorgehaald op 1 oktober 2014 en tot op heden niet opnieuw is opgebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat zolang deze doorgehaalde zaak niet opnieuw op de rol is gebracht, voeging met de onderhavige hoofdzaak niet aan de orde kan zijn. Om proces-economische redenen heeft de rechtbank besloten de zaak naar de rol te verwijzen, zodat [VOF] in de gelegenheid wordt gesteld om de doorgehaalde zaak opnieuw op te brengen. Beide partijen kunnen zich gelijktijdig uitlaten over deze kwestie. De rechtbank heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden, en het vonnis is openbaar uitgesproken op 4 november 2015.