ECLI:NL:RBGEL:2015:7999

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
C/05/281070 / HA ZA 15-191
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroepsaansprakelijkheid van een accountant in het kader van subsidieadvies en begeleiding bij investeringen in de landbouw

In deze zaak vordert eiser, een melkveehouder, schadevergoeding van Alfa Accountants, een accountants- en advieskantoor, wegens vermeende nalatigheid in het adviseren over de MIA/Vamil-regeling. Eiser stelt dat hij in 2011 een opdracht heeft gegeven aan Alfa Accountants voor advies en begeleiding bij het indienen van een subsidieaanvraag voor de bouw van een MDV-stal. Hij stelt dat Alfa Accountants heeft verzuimd om tijdig de benodigde melding te maken, waardoor hij niet meer in aanmerking kwam voor de subsidie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een geschil bestaat over de vraag of eiser daadwerkelijk een opdracht heeft gegeven en of hij in 2011 heeft geïnvesteerd in de stal. De rechtbank heeft eiser opgedragen bewijs te leveren van zijn stelling dat hij op 28 december 2011 een opdracht heeft gegeven en dat hij op 21 december 2011 in de stal heeft geïnvesteerd. De zaak is aangehouden voor het leveren van bewijs.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/281070 / HA ZA 15-191 / 357 / 812
Vonnis van 23 december 2015
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
eiser,
advocaat mr. W. Wallinga te Assen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALFA ACCOUNTANTS EN ADVISEURS B.V.,
gevestigd te Wageningen,
gedaagde,
advocaat mr. J.J. Vetter te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [naam eiser] en Alfa Accountants genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 juni 2015
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 30 juni 2015
- de pleitnota van [naam eiser]
- de akte toelichting van [naam eiser]
- de akte met nadere toelichting van Alfa Accountants.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam eiser] heeft in 2007 een melkveebedrijf van ongeveer 42 hectare overgenomen van zijn vader. Het grootste deel van het land dat bij het bedrijf hoorde werd gepacht van de [naam stichting] . Een paar stukken grond heeft [naam eiser] zelf in eigendom.
2.2.
Alfa Accountants is een organisatie met vestigingen in verschillende plaatsen. Zij biedt diensten aan op het gebied van accountancy en advisering, waaronder fiscaal advies en advies over subsidies. [naam eiser] maakt sinds 2007 gebruik van de diensten van Alfa Accountants. [naam eiser] was aangesloten bij de vestiging van Alfa Accountants in Assen, alwaar mevrouw [werknemer gedaagde] in 2011 zijn ‘klantcontact’ was.
2.3.
Bij brief van 29 juli 2009 heeft Alfa Accountants [naam eiser] een opdrachtbevestiging gestuurd. Op de eerste pagina van deze brief worden in de voetnoot van deze brief de algemene voorwaarden van Alfa Accountants op de overeenkomst van opdracht van toepassing verklaard. In deze brief is verder, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
Deze brief is bedoeld om de voorwaarden van de aan ons verstrekte opdracht vast te leggen. Voor de goede orde en om misverstanden te voorkomen leggen wij de voorwaarden voor en de doelstellingen van onze werkzaamheden hieronder schriftelijk vast alsmede de aard en de beperkingen van onze werkzaamheden.
U heeft ons verzocht de volgende werkzaamheden te verrichten:
1. Het samenstellen van de jaarrekening.
2. Het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting.
3. Het desgevraagd verstrekken van adviezen ter zake van fiscale-, juridische- en bedrijfseconomische zaken.
(…)
Wij wijzen u er nogmaals op dat de leiding van de huishouding (de ondernemer) de verantwoordelijkheid voor zowel de juistheid als de volledigheid van de aan ons ter beschikking gestelde informatie draagt alsook de verantwoordelijkheid ten opzichte van de gebruikers van de door ons samengestelde informatie. Deze verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot de inrichting van een toereikende administratie en maatregelen van interne beheersing alsmede tot de keuze en het toepassen van juiste waarderingsgrondslagen.
(…)
Bijlagen: Algemene voorwaarden Alfa 2009
Tweede exemplaar opdrachtbevestiging
2.4.
In de algemene voorwaarden Alfa 2009 staat, voor zover van belang, het volgende:
Artikel 3. Gegevens Opdrachtgever
1. Opdrachtgever is gehouden om alle Bescheiden welke Opdrachtnemer naar zijn oordeel nodig heeft voor het correct uitvoeren van de verleende Opdracht, (a) in de gewenste vorm, (b) op de gewenste wijze en (c) tijdig ter beschikking stellen. Opdrachtnemer bepaalt wat onder gewenste vorm, gewenste wijze en tijdig dient te worden verstaan.
2. Opdrachtgever staat in voor de juistheid en de betrouwbaarheid van de door hem verstrekte Bescheiden ook indien deze van derden afkomstig zijn, voor zover uit de aard van de Opdracht niet anders voortvloeit.
3. Opdrachtnemer heeft het recht om de uitvoering van de Opdracht op te schorten tot het moment dat Opdrachtgever aan de in het eerste en tweede lid genoemde verplichtingen heeft voldaan.
4. Opdrachtgever vrijwaart Opdrachtnemer voor schade die het gevolg is van onjuiste of onvolledige Bescheiden.
5. Voor rekening en risico van Opdrachtgever zijn de door Opdrachtnemer gemaakte extra kosten en extra uren, alsmede de overige schade voor Opdrachtnemer, vanwege het niet, niet tijdig of niet behoorlijk verschaffen door de Opdrachtgever van voor de uitvoering van de Werkzaamheden noodzakelijke Bescheiden.
6. Op eerste verzoek van Opdrachtgever zal Opdrachtnemer de originele, door Opdrachtgever verstrekte, Bescheiden aan Opdrachtgever retourneren.
2.5.
In september 2011 heeft [naam stichting] [naam eiser] voorgesteld een ander stuk land, waar tot op dat moment een akkerbouwbedrijf werd geëxploiteerd was, te pachten. Op dat land mocht [naam eiser] een eigen stal bouwen. Het land dat bij [naam eiser] in gebruik was zou dan samengevoegd worden met het land van zijn buurman. [naam stichting] wilde op die manier grotere bedrijven creëren van ongeveer 60 hectare.
Wat betreft de bouw van de stal is voor het fiscale jaar 2011 van belang dat indien dit een zogenoemde MDV5-stal (Maatlat Duurzame Veehouderij) zou zijn, de regeling in de Wet inkomstenbelasting 2001 betreffende de Milieu investeringsaftrek (MIA) en de regeling rond de Vervroegde afschrijving van milieu-investeringen (VAMIL) financieel interessant waren.
2.6.
Medio november 2011 heeft [naam eiser] contact opgenomen met Alfa Accountants en haar verzocht een begroting op te maken in verband met de voorgenomen pacht van het voormalige akkerbouwbedrijf en de ombouw daarvan tot een melkveebedrijf. Op 1 december 2011 heeft mevrouw [werknemer gedaagde] van Alfa Accountants de plannen met [naam eiser] besproken en toegelicht dat de plannen van [naam eiser] financieel niet haalbaar waren.
2.7.
[naam eiser] heeft een overeenkomst van aanneming van werk in het geding gebracht. Deze overeenkomst is gedagtekend op 21 december 2011 en is ondertekend door [naam eiser] als opdrachtgever en [naam aannemer] als aannemer. Blijkens deze overeenkomst bestaat het werk uit het bouwen van een ligboxstal (hierna: de melkveestal) aan de [adres] voor [naam eiser] voor een totale aanneemsom van € 672.350,00 inclusief btw.
2.8.
Alfa Accountants heeft een offerte van [naam aannemer] met dagtekening 22 december 2011, die geadresseerd is aan [naam eiser] , in het geding gebracht. Deze offerte luidt als volgt:
Betreft: Bouw van een ligboxenstal in [adres] .
Met dank aan uw aanvraag ontvangt U hierbij de offerte voor het bouwen van een ligboxenstal in [adres] .
De kosten voor het bouwen van de stal zijn: € 555.000,00 exclusief BTW.
(€ 660.450,00 inclusief 19% BTW).
De aanneemsom is gebaseerd op uw tekening en omschrijving van 22-11-2011.
De omschrijving van de werkzaamheden is bijgevoegd.
(…)
Vertrouwende U hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan. Verblijven wij met de meeste hoogachting.
2.9.
Op 28 december 2011 heeft [naam eiser] telefonisch contact gehad met de heer [naam adviseur Alfa] , subsidieadviseur bij Alfa Accountants over de melkveestal. Op de factuur van Alfa Accountants van 31 januari 2012 is dit gesprek van 20 minuten in rekening gebracht. Als aanvullende omschrijving is opgenomen:
“vragen mdv stal”.
2.10.
In een e-mail van 29 december 2011 van de heer [naam relatiebeheerder Alfa] , relatiebeheerder/teamleider bij Alfa Accountants Assen (hierna: [naam relatiebeheerder Alfa] ) staat onder meer het volgende:
2.11.
Op 30 december 2011 heeft de aannemer, [naam aannemer] , via het Omgevingsloket online bij de gemeente Westerveld een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van de stal ingediend.
2.12.
Op 14 maart 2012 heeft Qlip op aanvraag van [naam eiser] een MDV5 stalontwerpcertificaat voor de stal afgegeven.
2.13.
Op 20 maart 2012 heeft [naam relatiebeheerder Alfa] [naam eiser] thuis bezocht in het kader van een nadere kennismaking.
2.14.
In een e-mail van 28 maart 2012 heeft [naam relatiebeheerder Alfa] het volgende aan [naam eiser] geschreven:
Ik had vorige week nog beloofd even te kijken naar extra subsidie vanwege duurzame stallen. Begin dit jaar is er nog een subsidieronde geweest inzake Integraal Duurzame stallen. Echter die is nu gesloten, daar komt bij dat je nog geen verplichtingen aangegaan mag zijn voor de bouw van de stal, en dat hadden jullie al wel (ivm de MDV-normen) dus hier valt niks meer te halen.
Verder zou ik nog even de gegevens van een ABN medewerker toemailen voor een gesprek. Het nummer waar men op bereikbaar is, is (…), de heer [naam medewerker ABN] is eindverantwoordelijk voor het agrarisch team hier. Er hebben recentelijk wat verschuivingen plaats gevonden dus ik weet niet wie in jullie regio zit. Hij kan jullie zeker verder helpen.
2.15.
Bij brief van 21 juni 2012 heeft de heer [naam medewerker Alfa Assen] van Alfa Accountants kantoor Assen aan [naam eiser] geschreven:
Naar aanleiding van uw gesprek met de heer [naam relatiebeheerder Alfa] over de investering in een MDV-stal en de aanvraag Mia/Vamil het volgende.
U wilt een rundveestal bouwen die voldoet aan de voorwaarden van de regeling MDV 5. Deze was geldig tot 31 december 2011 en om hier gebruik van te maken moest u de investeringsverplichting aangaan voor deze datum, wat u ook gedaan heeft.
Een aanvraag voor de regeling Mia/Vamil moet ingestuurd worden binnen 3 maanden na het aangaan van de investeringsverplichting, dit had dus moeten gebeuren voor eind maart 2012, dit is helaas niet gedaan.
Hierdoor voldoet u niet aan de voorwaarden van deze regeling en ook na onderzoek zien wij geen mogelijkheid om deze investering alsnog te kunnen aanmerken voor de Mia/Vamil.
Wilt u wel gebruik maken van deze regeling zult u over moeten stappen naar een MDV 6 stal. Tevens zult u opnieuw een overeenkomst met de aannemer aan moeten gaan en de oude laten vervallen. Deze stal zal dan opnieuw gecertificeerd moeten worden. Hierna zal de aanvraag voor de Mia/Vamil verstuurd moeten worden.
Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben kunt u contact opnemen met de heer [naam adviseur Alfa] .
2.16.
In een e-mail van 1 juli 2015 van [naam aannemer] aan [naam eiser] heeft [naam aannemer] onder meer geschreven dat hij op 21 december 2011 om half twee bij [naam eiser] en zijn echtgenote in [plaatsnaam] is geweest en dat ze toen de overeenkomst hebben ondertekend.

3.Het geschil

3.1.
[naam eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. Alfa Accountants te veroordelen om aan [naam eiser] te betalen een bedrag van € 154.020,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2014, althans vanaf de dag van het uitbrengen van de dagvaarding;
2. Alfa Accountants te veroordelen tot betaling aan [naam eiser] van de door [naam eiser] gemaakte deskundigenkosten ad. € 7.950,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het instellen van deze vordering tot de dag der algehele voldoening;
3. Alfa Accountants te veroordelen tot betaling van de gemaakte buitengerechtelijke kosten, conform het besluit begroot op een bedrag van € 2.315,20;
4. Alfa Accountants te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, alsmede te vermeerderen met de nakosten.
3.2.
[naam eiser] legt daaraan ten grondslag dat Alfa Accountants heeft verzuimd tijdig de melding inzake de MIA/Vamilregeling te maken, althans [naam eiser] erop te wijzen dat de melding inzake de MIA/Vamilregeling binnen drie maanden na de investeringsdatum gedaan moest worden, waardoor [naam eiser] niet meer voor deze regelingen in aanmerking kon komen. [naam eiser] heeft hierdoor schade geleden die Alfa Accountants dient te vergoeden.
3.3.
[naam eiser] stelt dat hij een opdracht tot advisering en begeleiding met betrekking tot de MIA/Vamil-regeling voor het jaar 2011 aan Alfa Accountants heeft verstrekt. Dat zou hij hebben gedaan in het telefonische gesprek van 28 december 2011 met [naam adviseur Alfa] , subsidieadviseur van Alfa Accountants. In dat gesprek zou [naam eiser] [naam adviseur Alfa] hebben verteld dat hij een aannemingsovereenkomst met betrekking tot de bouw van de stal had gesloten en dat hij in aanmerking wenste te komen voor de MIA/Vamil-regeling. [naam adviseur Alfa] zou [naam eiser] toen te kennen hebben gegeven één en ander voor hem te zullen uitzoeken. Per e-mail van 29 december 2011 heeft [naam relatiebeheerder Alfa] [naam eiser] wat gegevens over MDV-stallen toegestuurd en hem mondeling toegelicht dat hij moest zorgen voor een voorlopig stalcertificaat. In de visie van [naam eiser] kan niet anders worden geconcludeerd dan dat zijn telefonische opdracht inzake advies en begeleiding met betrekking tot de MIA/Vamil-regeling door Alfa Accountants ook zo is opgevat en dat Alfa Accountants daar ook uitvoering aan heeft gegeven, gezien het e-mailbericht van 29 december 2011 en het e-mailbericht van 28 maart 2012.
3.4.
Alfa Accountants heeft gemotiveerd betwist dat [naam eiser] een opdracht tot begeleiding van het MIA- en Vamiltraject aan haar heeft verstrekt. Volgens Alfa Accountants heeft [naam eiser] eind december 2011 gebeld voor een algemene inlichting, te weten aan welke voorwaarden een MDV-stal op basis van de op dat moment geldende regelgeving zou moeten voldoen. Deze vraag is uiteindelijk binnen gekomen bij [naam relatiebeheerder Alfa] . [naam relatiebeheerder Alfa] heeft deze algemene inlichting vervolgens per e-mail van 29 december 2011 aan [naam eiser] verstrekt. In maart 2012 heeft [naam eiser] tijdens een bespreking over het jaarwerk 2011 gevraagd of het nog mogelijk was om onder een IDS-regeling subsidie voor 2012 te ontvangen. Daar zou de e-mail van 28 maart 2012 het antwoord op zijn geweest. Over de bouw van de stal zijn door [naam eiser] dus slechts een aantal individuele algemene vragen gesteld. Van een verzoek of opdracht om een fiscaal subsidietraject te doorlopen is geen sprake, aldus Alfa Accountants. Dat verzoek zou [naam eiser] pas in juni 2012 gedaan hebben. Pas toen werd het Alfa Accountants duidelijk dat [naam eiser] op basis van de in 2011 geldende regeling voor de MIA en de Vamil in aanmerking wenste te komen.
3.5.
Op deze en overige stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, bij de beoordeling nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om een vordering tot schadevergoeding op grond van aansprakelijkheid uit wanprestatie van Alfa Accountants voor een door Alfa Accountants beweerdelijk gemaakte fout als accountant/(fiscaal)adviseur. Alfa Accountants zou hebben verzuimd tijdig de melding inzake de MIA/Vamilregeling te maken, althans hebben verzuimd [naam eiser] erop te wijzen dat de melding inzake de MIA/Vamilregeling binnen drie maanden na de investeringsdatum gedaan moest worden.
4.2.
Bij beroepsaansprakelijkheid staat centraal de norm dat een beroepsbeoefenaar ten opzichte van zijn cliënt de zorgvuldigheid in acht moet nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Daarbij komt het aan op de invulling van de in art. 7:401 BW vervatte norm dat een opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. De omstandigheden van het geval bepalen of aan die norm is voldaan, waarbij bij aansprakelijkheid uit wanprestatie in het bijzonder ook de inhoud van de opdracht bepalend is.
Opdracht
4.3.
Allereerst is aan de orde of [naam eiser] aan Alfa Accountants de opdracht heeft gegeven hem te adviseren en te begeleiden in het MIA/Vamiltraject voor de bouw van een MDV-stal in 2011. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Alfa Accountants, zal [naam eiser] in de gelegenheid gesteld worden bewijs te leveren van zijn stelling dat hij op 28 december 2011 in het telefoongesprek met [naam adviseur Alfa] , de subsidieadviseur van Alfa Accountants, een opdracht tot advisering en begeleiding van de MIA/Vamil-regeling heeft gegeven.
4.4.
Indien komt vast te staan dat [naam eiser] de opdracht tot advisering en begeleiding van de MIA/Vamil-regeling heeft gegeven in het telefoongesprek van 28 december 2011 dan geldt het volgende. Het was Alfa Accountants, gezien de overgelegde stukken, in dat geval wel tijdig duidelijk dat het ging om een in 2011 gedane investering. De versie van MDV die gehanteerd moet worden voor certificatie is immers afhankelijk van de datum waarop de investeringsverplichtingen worden aangegaan. De versie die op de datum van de investeringsverplichting van kracht is, is tevens de versie waarop de (ver)bouwde stal gecertificeerd dient te worden.
4.5.
Vast staat dat Alfa Accountants per e-mail van 29 december 2011 informatie heeft toegezonden over de voorwaarden waaraan een MDV 5 versie 1 melkveestal moet voldoen. Ook is een overzicht gezonden waaruit [naam eiser] kon opmaken hoeveel MIA/Vamil hij per dierplek zou kunnen krijgen indien hij meer punten zou halen dan het minimum van MDV 5 versie 1. Daarnaast heeft Alfa Accountants [naam eiser] , zo heeft [naam eiser] onbetwist gesteld, op 29 december 2011 telefonisch toegelicht dat hij een MDV 5 versie 1 stalcertificaat moest aanvragen. Het MDV 5 versie 1 stalontwerpcertificaat, zo is tussen partijen niet in geschil, kan alleen worden gebruikt voor de aanvraag van de MIA/Vamil-regeling volgens de regelgeving van 2011. Uit de toegezonden informatie van Alfa Accountants en de mondelinge mededeling dat een MDV 5 versie 1 stalcertificaat aangevraagd moest worden, blijkt dan ook dat Alfa Accountants ervan op de hoogte was dat het ging om een investering in 2011.
4.6.
Dat wetende had Alfa Accountants, om haar opdracht naar behoren te vervullen, [naam eiser] niet alleen moeten adviseren over de vereisten voor en de certificering van de MDV 5 versie 1 melkveestal, maar had zij er als zorgvuldig opdrachtnemer ook op moeten toezien - door hierover te adviseren of door zelf stappen te ondernemen - dat de aanvraag voor de MIA/Vamil-regeling 2011 tijdig, dus binnen drie maanden na de investeringsdatum, werd gedaan. Zonder deze tijdige aanvraag is het immers niet mogelijk om de MIA/Vamil-regeling in de belastingaangifte toe te passen. Indien Alfa Accountants daarvoor de exacte investeringsdatum en/of de ondertekende aannemingsovereenkomst nodig had gehad, dan had het gezien artikel 3 lid 1 van de door haar gehanteerde algemene voorwaarden op haar weg gelegen deze informatie en/of dit stuk bij [naam eiser] op te vragen.
4.7.
De slotsom in dit geval is dat Alfa Accountants op grond van artikel 7:401 BW aansprakelijk is voor de ten gevolge van deze fout ontstane schade.
Schade
4.8.
Partijen twisten verder over de vraag of [naam eiser] schade heeft geleden en zo ja, tot welk bedrag.
4.9.
Het meest verstrekkende verweer van Alfa Accountants is dat er in het geheel geen schade is geleden. Volgens Alfa Accountants kwam [naam eiser] helemaal niet in aanmerking voor de MIA/Vamil-regeling omdat [naam eiser] in 2011 geen investering heeft gedaan. De aanneemovereenkomst tussen [naam aannemer] en [naam eiser] kan volgens Alfa Accountants niet op 21 december 2011 zijn ondertekend. Het schetsontwerp was blijkens de overeenkomst pas op 30 december 2011 beschikbaar en dat kan men niet op 21 december 2011 hebben geweten. Op 30 december 2011 is ook de bouwvergunning aangevraagd. Bovendien was de financiering van de melkstal nog niet rond en is het niet voor te stellen dat [naam eiser] zonder financiering een verplichting is aangegaan. [naam eiser] zou de heer [naam werknemer Alfa Zwolle] van Alfa Zwolle bovendien hebben verteld dat hij een offerte voor een te bouwen melkveestal had ontvangen in december 2011. Een kopie van deze offerte, gedateerd 22 december 2011 (een dag later dan de zogenaamde ondertekening van de aanneemovereenkomst) heeft [naam eiser] aan [naam werknemer Alfa Zwolle] overhandigd. [naam eiser] zou daarbij hebben toegelicht dat hij de mogelijkheden aan het aftasten was om in een melkveestal te investeren. [naam werknemer Alfa Zwolle] heeft vervolgens een investeringsbegroting opgesteld. Het ging om een investering in een melkveestal die moest plaatsvinden in 2012. De financieringsaanvraag hiervoor moest nog worden opgemaakt door middel van een totaalplan. Dit versterkt de gedachte van Alfa Accountants dat de aanneemovereenkomst tussen [naam aannemer] en [naam eiser] medio 2012 tot stand is gekomen en dat er vanwege de verdergaande eisen voor een MDV stal in 2012 (MDV 6) door [naam eiser] en [naam aannemer] bewust voor is gekozen om de desbetreffende overeenkomst onjuist te dateren, aldus Alfa Accountants.
4.10.
Voorop staat dat voor de beantwoording van de vraag of [naam eiser] in 2011 heeft geïnvesteerd, moet worden aangesloten bij de definitie van investeren zoals opgenomen in artikel 3.43 lid 1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). In dat artikel is onder meer bepaald dat onder investeren wordt verstaan het aangaan van verplichtingen ter zake van de aanschaffing of de verbetering van een bedrijfsmiddel. Het gaat er dus om of [naam eiser] , zoals hij stelt, op 21 december 2011 een (betalings)verplichting is aangegaan ter zake van de bouw van de melkstal. [naam eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat hij deze verplichting op 21 december 2011 is aangegaan. De ondertekende aanneemovereenkomst tussen [naam eiser] en [naam aannemer] lijkt hierop ook te wijzen. In het geding tussen [naam eiser] en Alfa Accountants levert deze aanneemovereenkomst echter geen dwingend bewijs op van de waarheid van de verklaringen van partijen in deze onderhandse akte. Ook de verklaring van [naam aannemer] in zijn e-mail van 1 juli 2015 is in het licht van de betwisting door Alfa Accountants onvoldoende. Anderzijds heeft te gelden dat ook Alfa Accountants in ieder geval tot aan de zomer van 2012 ervan uitging dat de investering in 2011 was gedaan, getuige het slot van de tweede alinea van de onder 2.15 geciteerde email van de heer [naam medewerker Alfa Assen] van Alfa Accountants aan [naam eiser] van 21 juni 2012. Maar nu Alfa Accountants thans gemotiveerd dit tijdstip betwist, is het aan [naam eiser] , op wie de bewijslast rust, om te bewijzen dat hij op 21 december 2011 in de melkveestal heeft geïnvesteerd in de zin van artikel 3.43 lid 1 van de Wet IB 2001. Om proceseconomische redenen wordt hem dit thans ook al opgedragen.
4.11.
In afwachting van de uitkomsten van de bewijsopdrachten zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank, recht doende:
5.1.
draagt [naam eiser] op te bewijzen:
- dat hij op 28 december 2011 in het telefoongesprek met [naam adviseur Alfa] , de subsidieadviseur van Alfa Accountants, een opdracht tot advisering en begeleiding van de MIA/Vamil-regeling heeft gegeven,
- dat hij op 21 december 2011 in de melkveestal heeft geïnvesteerd in de zin van artikel 3.43 lid 1 van de Wet IB 2001,
5.2.
bepaalt dat, voor zover [naam eiser] dit bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. M.A.M. Vaessen in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 januari 2016voor het opgeven door [naam eiser] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de donderdagen in de maanden maart tot en met mei 2016, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.4.
verwijst voor het geval [naam eiser] op die roldatum heeft medegedeeld geen getuigenbewijs te willen leveren of geen getuigen of verhinderdata heeft opgegeven de zaak naar de achtste rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor vonnis of,
maar alleen indien [naam eiser] daarom op de onder 5.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [naam eiser] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,
5.5.
bepaalt voorts dat de partijen bij de getuigenverhoren aanwezig zullen zijn en, indien daartoe naar het oordeel van de rechter aanleiding bestaat, tijdens en/of na de getuigenverhoren voor de rechter zullen verschijnen om aan deze inlichtingen over de zaak te geven en deze te laten onderzoeken of de partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden,
5.6.
bepaalt dat de partijen alle schriftelijke (bewijs)stukken die zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank moeten hebben toegezonden,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M Vaessen en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2015.
Coll. MBR