Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
beschikking
[bewindvoerder A] en [bewindvoerder B],
[rechthebbende], geboren op [1926], wonende te [adres ] (hierna: rechthebbende).
Naast het belegde vermogen heeft rechthebbende € 541.000 aan liquide middelen. In de tweede plaats vragen de bewindvoerders machtiging om een gedeelte van € 300.000 daarvan te beleggen in een met name genoemd beleggingsfonds.
Naar aanleiding van het verzoekschrift heeft de kantonrechter bij brief van 8 januari 2015 het beleggingsprofiel van het beleggingsfonds bij de bewindvoerders laten opvragen. Daarop hebben bewindvoerders bij brief van 22 januari – ontvangen op 30 januari – 2015 de aan een van hen gerichte brief van dit fonds van 20 januari 2015 toegezonden.
Voor zover van belang luidt deze aanbeveling:
“… Het beleggen, herbeleggen en wisselen van aandelen en obligaties is slechts toegestaan binnen de grenzen van een defensief of zeer defensief beleggingsprofiel, waarbij mede acht wordt geslagen op de omvang van de spaarsaldi. Voor belegging volgens meer risicovolle profielen dient vooraf machtiging van de kantonrechter te worden gevraagd. …
Voor de inschakeling van een vermogensbeheerder, waarbij deze ook – redelijke, marktconforme- transactiekosten in rekening mag brengen, zonder beperking in het aantal transacties per jaar, is niet toegestaan.”
aandelen ten bedrage van € 190.000
obligaties ten bedrage van € 282.000
Het valt de kantonrechter op, dat de bank echter - ondanks (of conform?) dit profiel - een verdeling hanteert van 40% aandelen en 60% obligaties.
Wordt het spaarsaldo in de beschouwing betrokken, dan is zelfs slechts 19% van het vermogen belegd in aandelen.
Zou € 300.000 worden belegd in het voorgestelde beleggingsfonds, dan zou het bestaande aandeel aandelen en deze belegging samen 43% daarvan uitmaken.
“Vooraf, er bestaat geen formele definitie van defensief beleggen. In de praktijk wordt deze kwestie vrijwel altijd teruggebracht tot de vraag in hoeverre er wordt belegd in aandelen of in obligaties. Zo zijn de gangbare “risicoprofielen” van banken alle langs deze maatstaf opgesteld. Daarbij komt dat banken onderling niet hetzelfde oordelen over risico: de ene bank vindt bijv. 60% aandelen en 40% obligaties defensief belegd; de andere bank beoordeelt die verhouding weer als frivool.
Beleggingsfonds Hoofbosch kiest een eigen benadering van het begrip defensief beleggen. Het fonds concentreert zich op de zeer lange termijn en belegt vrijwel uitsluitend in solide aandelen en staatsobligaties die worden gekarakteriseerd door een combinatie van hoog rendement, goede vooruitzichten, gezonde financiële positie, beperkt risico en extreem lange staat van dienst. Daarbij wordt er uitsluitend belegd in ’s werelds meest degelijke en betrouwbare landen als Nederland, de Verenigde Staten en Zwitserland. Er wordt niet belegd in opkomende markten, financiële ondernemingen, technische ondernemingen of in onroerend goed. Er wordt geen gebruik gemaakt van geleend geld of derivaten zoals opties. De portefeuille is geheel liquide, wat wil zeggen dat deze binnen 24 uur tegen marktconforme prijzen kan worden verkocht.
…
Verder vermelden wij dat ons beleggingsfonds al jaren onder toezicht staat van de AFM.
Met het voorgaande hopen wij te hebben aangetoond dat Hoofbosch een zeer defensief beleggingsfonds is.”
Het valt verder op dat het fonds op zijn site het woord defensief niet gebruikt.
Over de typen standaardprofielen met risico merkt de AFM op, dat bij een defensief profiel een portefeuille behoort met een laag risico.
De kantonrechter leidt hieruit af, dat aan laatstgenoemde regel niet, althans niet zonder nadere maatregelen van de kant van de bewindvoerders kan worden voldaan, nu het de bedoeling is dat twee verschillende vermogensbeheerders onderdelen van de portefeuille in de praktijk apart blijven beheren, namelijk de bank en het voorgestelde beleggingsfonds. Bewindvoerders hebben daaromtrent geen informatie verstrekt.
Daaraan voldoet het voorgestelde fonds niet.
Schieten de bewindvoerders dan tekort in de zorg van een goed bewindvoerder of kan dan de tekortkoming hem niet worden toegerekend?
Bij verwezenlijking van de slechte kansen, heeft eerstgenoemde de uitkomst van zijn gok zelf te dragen.
In het tweede geval kan de rechthebbende de uitkomst afmeten aan de meetlat van het goede beheer, dat hij van een “goed bewindvoerder” had mogen verwachten.
Uitgedrukt in de risicoschaal van de AFM mag het risicoprofiel niet boven 3 uitkomen.
Indien dat het geval is, dienen bewindvoerders in overeenstemming met hetgeen hiervoor is overwogen, het profiel aan te passen en kunnen zij machtiging krijgen voor het betalen van het daarvoor door de bank gehanteerde vaste tarief.
Tevens dienen zij een offerte van een andere bank aan te vragen voor beheer van de huidige portefeuille bij een defensief of zeer defensief beleggingsprofiel, zodat zij de redelijkheid van het tarief van de bank die thans het beheer voert, kunnen beoordelen. Daarbij dienen zij tevens te vragen of het tarief afhankelijk is van het aantal uitgevoerde transacties per jaar.
- door de verzoeker(s) en door degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening ervan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.