ECLI:NL:RBGEL:2016:1359

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 maart 2016
Publicatiedatum
8 maart 2016
Zaaknummer
05/880013-15, 05/780074-15, 05/780088-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en poging tot verkrachting van minderjarigen met bijzondere omstandigheden

Op 8 maart 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en poging tot verkrachting van minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van december 2013 tot en met maart 2014, een minderjarig meisje, aangeduid als [slachtoffer 1], heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen tegen betaling. De verdachte heeft klanten voor [slachtoffer 1] geworven en advertenties voor haar geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld, ondanks zijn psychische problemen, en dat hij geen respect heeft getoond voor de rechten van de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder behandeling voor zijn persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 7]. De verdachte is vrijgesproken van een aantal andere ten laste gelegde feiten wegens gebrek aan bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/880013-15, 05/780074-15, 05/780088-15
Datum uitspraak : 8 maart 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1]
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd te [adres 1]
Raadsman: mr. A.S. van der Biezen, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 september 2015, 30 november 2015 en 22 februari 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na drie door de rechtbank toegewezen vorderingen tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/880013-15
1.
hij,
in of omstreeks de periode van december 2013 tot en met maart 2014 te [woonplaats 1] en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] ) ertoe heeft gebracht
zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van haar enige handeling heeft ondernomen, te weten door klanten voor die [slachtoffer 1] te werven en/of advertenties voor haar te zetten/maken en/of te bemiddelen in contacten met klanten, waarvan hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die
handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt;
2.
hij,
in of omstreeks de periode van februari 2014 tot en met april 2014 te [woonplaats 1] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] ) door dreiging met een feitelijkheid, te weten dat toen die [slachtoffer 1] aangaf niet langer voor verdachte te willen werken hij, verdachte, heeft gedreigd om (naakt)foto's van haar openbaar te maken en/of op het internet te zullen zetten, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij,
in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met augustus 2014 te [woonplaats 2] en/of [woonplaats 3] en/of [woonplaats 4] en/of andere plaatsen in Nederland en/of [woonplaats 5] (België), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 2] door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, te weten het zenden van sms-berichten waarin stond aangegeven dat er in de huid van die [slachtoffer 2] zou worden gekrast en/of dat hij, verdachte, Russen en Polen kende die voor hem dat karweitje wel zouden oplossen en/of dat die [slachtoffer 2] zelf in de hand had de bedreigingen te doen stoppen als ze weer voor hem, verdachte, zou gaan werken heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij,
en/of zijn mededader in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met augustus 2014 te [woonplaats 3] en/of [woonplaats 4] en/of [woonplaats 2] en/of andere plaatsen in Nederland
en/of [woonplaats 5] (België), ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 2] door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, sms-berichten heeft gezonden waarin stond aangegeven dat de huid/lichaam van [slachtoffer 2] zou worden bewerkt door een mes en/of dat hij, verdachte, Russen en Polen kende die voor hem dat karweitje wel zouden oplossen en/of dat die [slachtoffer 2] zelf in de hand had bedreigingen te doen stoppen als ze weer voor verdachte [verdachte 1] zou gaan werken en/of die [slachtoffer 2] heeft bezocht en haar daarbij een taser getoond en/of daarbij heeft gezegd dat de gevolgen voor haar zouden zijn,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met augustus 2014 te [woonplaats 3] en/of [woonplaats 4] en/of [woonplaats 2] en/of andere plaatsen in Nederland en/of [woonplaats 5] (België),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte en/of diens mededader(s):
- opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] sms-berichten gestuurd waarin stond aangegeven dat de huid/lichaam van [slachtoffer 2] zou worden bewerkt door een mes en/of dat hij, verdachte, Russen en Polen kende die voor hem dat karweitje wel zouden oplossen en/of dat die [slachtoffer 2] zelf in de hand had bedreigingen te doen stoppen als ze weer voor verdachte [verdachte 1] zou gaan werken en/of die [slachtoffer 2] heeft bezocht en haar daarbij een taser getoond en/of haar daarbij heeft gezegd dat de gevolgen voor haar zouden zijn;
4.
A.
hij,
in of omstreeks de periode van 13 november 2014 tot en met 15 november 2014 te
[woonplaats 3] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van voorgenomen misdrijf om,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 3] door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten, die [slachtoffer 3] heeft uitgenodigd en/of (naakt)foto's van haar heeft gemaakt, en/of vervolgens aan die [slachtoffer 3] een naaktfoto heeft gestuurd met daarop (deels) zichtbaar haar tatoeage en (een deel van) haar gezicht en/of haar opnieuw heeft uitgenodigd om te komen, suggererend dat als ze niet zou komen en/of voor hem zou gaan werken hij foto's van haar zou publiceren,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, indien vorenstaande niet bewezen wordt verklaard,
hij,
in of omstreeks de periode van 13 november 2014 tot en met 15 november 2014 te [woonplaats 3] en/of andere plaatsen in Nederland, door bedreiging met een feitelijkheid [slachtoffer 3] wederrechtelijk heeft gedwongen tot het opnieuw maken van een afspraak met hem, welke bedreiging met een feitelijkheid bestond uit,
- het toesturen van een (naakt)foto met daarop (deels) zichtbaar haar tatoeage en (een deel van) haar gezicht implicerend dat als [slachtoffer 3] niet zou doen wat hij wilde hij deze (naakt)foto openbaar zou maken;
en/of
B.
hij,
in of omstreeks de periode van 13 november 2014 tot en met 15 november 2014 te
[woonplaats 3] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van voorgenomen misdrijf om,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 4] door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, van die [slachtoffer 4] (naakt) foto's heeft genomen in het bos en vervolgens die [slachtoffer 4] heeft meegenomen naar zijn woning en heeft gezegd woorden met als strekking dat als zij niet nog meer naaktfoto's zou laten maken hij de eerst genomen foto's openbaar zou maken, waarna zij nog meer foto's heeft laten maken,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, indien vorenstaande niet bewezen wordt verklaard,
hij,
in of omstreeks de periode van 13 november 2014 tot en met 15 november 2014 te
[woonplaats 3] en/of andere plaatsen in Nederland, door bedreiging met een feitelijkheid [slachtoffer 4] wederrechtelijk heeft gedwongen tot het (opnieuw)laten maken van (naakt)foto's, welke bedreiging met een feitelijkheid bestond uit het dreigen om eerder (in het bos) gemaakte foto's openbaar te maken/op het internet te zetten;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
B ( [slachtoffer 4] )
hij,
in of omstreeks de periode van 13 november 2014 tot en met 15 november 2014 te
[woonplaats 3] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door bedreiging met een feitelijkheid [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wederrechtelijk te dwingen tot het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten prostitutiewerkzaamheden, welke bedreiging met een feitelijkheid bestond uit,
- het uitnodigen van die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 4] en/of (naakt)foto's van beiden heeft gemaakt en/of aan [slachtoffer 3] een naaktfoto heeft gestuurd met daarop (deels) zichtbaar haar tatoeage en (een deel van) haar gezicht en/of tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft gezegd 'als ik jou was zou ik dat (maken van naaktfoto's) wel gewoon doen anders ga ik die andere (naaktfoto's) ook op internet zetten' en/of heeft hij
soortgelijke woorden gezegd en/of zich heeft gedragen implicerend dat als [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] niet zou doen wat hij wilde hij hun naaktfoto's op internet zou zetten,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij,
in of omstreeks de periode van maart en/of april 2014 te [woonplaats 10] en/of andere plaatsen in Nederland ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 5] door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, haar pornografische foto's waarop zij herkenbaar stond afgebeeld heeft gezonden met daarbij de tekst: "Kijk eens wat ik nog van je heb", daarmee impliciet haar bedreigend met het via internet openbaar maken van (naakt)foto's van die [slachtoffer 5] als ze niet meer voor hem zou willen werken,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
hij,
in of omstreeks de periode van maart en/of april 2014 te [woonplaats 10] en/of andere plaatsen in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 5] door misbruik van een kwetsbare positie (te weten de jonge leeftijd (20 jaar) en financiële problemen en zwakke persoonlijkheid van die [slachtoffer 5] ) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar
zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten;
6.
hij,
in of omstreeks de periode van januari 2014 tot en met maart 2014 te [woonplaats 4] en/of [woonplaats 7] en/of [woonplaats 11] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 6] , door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, en daarbij foto's op internet heeft geplaatst met haar hoofd zichtbaar en/of daarbij het onderschrift dat ze een vieze hoer was en/of tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat het haar verdiende loon was als ze niet meer voor hem wilde werken,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij,
op of omstreeks 15 t/m 17 juni 2015 te [woonplaats 3] en/of [woonplaats 4] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 7] (geb. [geboortedatum 3] ) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7] , zich in berichten verstuurd naar de telefoon van [slachtoffer 7] heeft voorgedaan als ' [naam 1] ' en gedreigd om naaktfoto's van die [slachtoffer 7] op het internet te plaatsen en/of vervolgens toen die [slachtoffer 7] hem (verdachte) om hulp vroeg,
haar aangegeven / geimpliceerd dat hij haar kon helpen om ' [naam 1] te vinden' mits ze hem daarvoor seks aanbood/seks met hem had zonder condoom,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling leidt:
hij,
op of omstreeks 15 t/m 17 juni 2015 te [woonplaats 3] en/of [woonplaats 4] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door bedreiging met een feitelijkheid [slachtoffer 7] wederrechtelijk te dwingen tot het zich beschikbaar stellen tot het sturen van naaktfoto’s welke bedreiging met een feitelijkheid hieruit bestond dat verdachte zich op het internet voordoend als ene [naam 1] aan [slachtoffer 7] suggereerde dat hij al in het bezit was van naaktfoto's en deze openbaar zou maken als zij hem niet nog meer naaktfoto's zou toezenden,
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij,
in of omstreeks de periode van mei 2014 tot en met augustus 2014 te [woonplaats 4] en/of andere plaatsen in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door te dreigen een foto van [slachtoffer 8] en haar dochtertje op het internet te plaatsen en daarbij te schrijven dat zij, [slachtoffer 8] geld wilde verdienden met seks, [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] , te weten door zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] te brengen;
althans, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling leidt:
hij,
op of omstreeks mei 2014 tot en met augustus 2014 te [woonplaats 4] , althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 8] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] , haar heeft gedreigd om foto's van haar op het internet te zetten en daarbij te zullen vermelden dat zij geld zou verdienen met seks,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05/780074-15
1.
hij in of omstreeks de periode van augustus tot en met november 2014 te [woonplaats 4]
een ander, te weten [slachtoffer 9] ,
A) (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en),
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 9] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele
aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 9] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten [slachtoffer 9] , (sub 6°),
bestaande die/dat dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden hieruit dat verdachte [slachtoffer 9] heeft gezegd dat hij haar ouders zou vertellen dat ze voor hem werkte en/of haar heeft bedreigd met ene [naam 2] en/of tegen haar heeft geschreeuwd en/of haar heeft verteld dat mensen konden verdwijnen en/of heeft gedreigd of gesuggereerd haar familie iets aan te doen en/of foto’s heeft getoond van haar en/of haar familie;
2.
hij in of omstreeks de periode van oktober 2012 tot en met september 2014 te [woonplaats 4] en/of [woonplaats 2] , in elk geval in Nederland
A) een ander, te weten naam [slachtoffer 10] , (telkens) door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en),
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 10] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 10] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten naam [slachtoffer 10] , (sub 6°),
bestaande die/dat dreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte van [slachtoffer 10] gemaakte naakt-/pikante foto's zou publiceren als ze niet voor hem zou werken en/of sms-jes te sturen met de tekst 'niet raar opkijken dat ik bij jou ouders aan de deur sta en ik dreig niet maar bluf ook niet' en/of 'de adv staat er bijna op 1 druk op de knop en hij is weg';
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij,
in of omstreeks de periode van augustus 2014 tot en met september 2014 te [woonplaats 4] ,
ter uitvoering van voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 10] , door dreiging met een feitelijkheid, te dwingen of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, heeft gedreigd om van haar gemaakte (naakt)foto's openbaar te maken als ze niet meer voor hem wilde werken en/of sms-jes te sturen met de tekst 'niet raar opkijken dat ik bij jou ouders aan de deur sta en ik dreig niet maar bluf ook niet' en/of 'de adv staat er bijna op 1 druk op de knop en hij is weg',
zulks terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van augustus 2014 tot en met september 2014 te [woonplaats 4] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 10] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 10] , aan voornoemde [slachtoffer 10] berichten heeft verzonden dat ze 'lief moet doen tegen hem anders staat hij bij haar ouders op de stoep' en/of 'een druk op de knop en de advertentie gaat eruit', althans haar
berichten heeft gestuurd met de strekking dat als zij niet langer seks met hem zou hebben hij haar ouders zou berichten en/of foto's en/of advertenties met haar foto's op het internet zou publiceren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05/780088-15
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2015 tot en met 20 juni 2015 te [woonplaats 4] en/of [gemeente] en/of [woonplaats 9] en of andere plaatsen in Nederland [slachtoffer 11] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd met het oogmerk van (sexuele) uitbuiting, (sub 1°)
immers heeft hij
-via WhatsApp contact gehad met [slachtoffer 11] en/of
- [slachtoffer 11] doen geloven dat hij paranormaal begaafd was en/of
- [slachtoffer 11] via WhatsApp getracht over te halen tot het verrichten van sexuele handelingen en/of het met [slachtoffer 11] via WhatsApp gehad over het hebben van seks met elkaar en/of
- [slachtoffer 11] verzocht om naaktfoto's en/of foto's waarop zij half ontkleed was, welke zij ook gestuurd heeft en/of
- [slachtoffer 11] berichten verstuurd dat als zij geen naaktfoto's zou sturen hij haar pijn zou doen (herleven) en/of
- [slachtoffer 11] meegenomen naar een bos bij [gemeente] en/of met [slachtoffer 11] afgesproken bij een bos in [gemeente] en/of
-zich laten pijpen door [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 11] andere sexuele handelingen bij of met hem laten verrichten,
terwijl die [slachtoffer 11] een persoon betreft bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt; (lid 3 onder 2°)
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2015 tot en met 29 mei 2015 te [woonplaats 4] en/of [woonplaats 9] en/of elders in Nederland door geweld of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid [slachtoffer 11] wederrechtelijk heeft gedwongen om foto's te maken en naar hem te sturen waarop [slachtoffer 11] (deels) ontkleed is te zien, welk geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid bestonden uit het [slachtoffer 11] bedreigen (om) haar pijn te doen en/of te suggereren dat hij met zijn paranormale gaven haar pijn zou kunnen doen terugkeren.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Vrijspraken
[slachtoffer 1] (feit 2 van parketnummer 05/880013-15)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte bij gebrek aan voldoende overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 2 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 2] (feit 3 van parketnummer 05/880013-15)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte bij gebrek aan voldoende overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van de bij parketnummer 05/880013-15 onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 3 meer subsidiair ten laste gelegde feit (voor zover dat feit ziet op het sturen van sms-berichten naar [slachtoffer 2] ).
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het meer subsidiaire feit als volgt.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van dat deel van de tenlastelegging dat ziet op het brengen van een bezoek aan [slachtoffer 2] en het daarbij tonen van een taser, nu de verklaring van [slachtoffer 2] geen steun vindt in ander bewijsmateriaal in het dossier.
De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van het overige deel van dit feit. De in de tenlastelegging genoemde sms-berichten zijn naar [slachtoffer 2] gestuurd door [naam 3] . Uit de bewijsmiddelen blijkt niet van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [naam 3] . De enkele omstandigheden dat verdachte wist dat [naam 3] deze sms-berichten had verstuurd en haar een simkaart had gegeven zijn hiervoor naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende.
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (feit 4 van parketnummer 05/880013-15)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte bij gebrek aan voldoende overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van de bij parketnummer 05/880013-15 onder 4 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 5] (feit 5 van parketnummer 05/880013-15)
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 5 primair ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van zowel het primaire als subsidiaire feit.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het primaire feit.
Op grond van het dossier kan niet overtuigend worden bewezen dat de bedreiging van verdachte om de naaktfoto’s van [slachtoffer 5] op internet te zetten erop was gericht om [slachtoffer 5] te dwingen om weer voor hem te gaan werken in de prostitutie, zoals ten laste gelegd. De berichten die verdachte heeft verstuurd naar [slachtoffer 5] lijken immers veeleer te zijn gericht op het hebben van seks tussen verdachte en [slachtoffer 5] . De rechtbank heeft hierbij onder andere ook de verklaring van [slachtoffer 5] zelf in aanmerking genomen, waarin zij heeft verklaard dat verdachte deze bedreiging had geuit nadat zij hem had laten weten dat ze er klaar mee was dat verdachte altijd ‘over haar heen ging’ zonder condoom en dat hij dan maar geld moest neerleggen.
De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het subsidiaire feit nu zij op grond van het dossier niet de overtuiging heeft gekregen dat [slachtoffer 5] in een kwetsbare positie verkeerde. De brief van [naam 4] , de evaluatie hulpverleningsplan [naam 5] uit 2012, het eindverslag [naam 5] uit 2013 en de slechte financiële positie van [slachtoffer 5] , zijn - ook in onderling verband beschouwd - onvoldoende om dit vast te kunnen stellen.
[slachtoffer 6] (feit 6 van parketnummer 05/880013-15)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte bij gebrek aan voldoende overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van het bij parketnummer 05/80013-15 onder 6 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 8] (feit 8 van parketnummer 05/880013-15)
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 8 primair ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van zowel het primaire als het subsidiaire feit.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van zowel het primaire als het subsidiaire feit.
Op grond van het dossier kan niet overtuigend worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 8] heeft gedwongen om seks met hem te hebben door te dreigen een foto van [slachtoffer 8] en haar dochtertje op het internet te plaatsen met de tekst dat zij haar geld wilde verdienen met seks. [slachtoffer 8] heeft hier weliswaar over verklaard in haar aangifte, maar haar verklaring wordt niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Uit de in het dossier opgenomen WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 8] volgt ook niet dat de seks heeft plaatsgevonden onder enige vorm van dwang of dreiging. Ook is niet gebleken dat verdachte beschikte over een andere telefoon waarmee hij contact onderhield met [slachtoffer 8] - zoals gesuggereerd door de officier van justitie - waarbij nog in het midden blijft of een dergelijke dwang of dreiging uit berichten op die telefoon zou kunnen volgen.
[slachtoffer 9] (feit 1 van parketnummer 05/780074-15)
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het bij parketnummer 05/780074-15 onder 1 ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit feit.
Op grond van het dossier kan niet overtuigend worden bewezen dat verdachte door dwang, geweld, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 9] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, haar heeft gedwongen of bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van deze seksuele handelingen of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 9] . [slachtoffer 9] heeft weliswaar verklaard dat verdachte heeft gezegd dat hij haar ouders zou vertellen dat ze voor hem werkte, haar heeft bedreigd met ene [naam 2] , tegen haar heeft geschreeuwd, haar heeft verteld dat mensen konden verdwijnen, heeft gedreigd haar familie iets aan te doen en foto’s heeft getoond van haar en haar familie, maar deze verklaring van haar wordt niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Uit de in het dossier opgenomen WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 9] blijkt in zijn geheel niet van enige vorm van dwang of dreiging. Afgezien van de eigen verklaring van [slachtoffer 9] is naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze gebleken dat [slachtoffer 9] niet heeft gehandeld uit vrije wil.
[slachtoffer 10] (feiten 2 en 3 van parketnummer 05/780074-15)
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het bij parketnummer 05/780074-15 onder 2 primair en vrijspraak van het bij parketnummer 05/780074-15 onder 3 ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor beide feiten.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van feit 2 primair en subsidiair.
Uit de bewijsmiddelen kan weliswaar genoegzaam worden opgemaakt dat verdachte heeft gedreigd om foto’s van [slachtoffer 10] te publiceren en dat hij op de stoep heeft gestaan bij haar ouders, maar naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden bewezen dat verdachte deze dreigementen heeft geuit, respectievelijk handelingen heeft verricht, om op deze wijze [slachtoffer 10] te dwingen voor hem te blijven werken of (weer) te gaan werken in de prostitutie. Wellicht wilde verdachte afdwingen dat [slachtoffer 10] nog een keer seks had met hem, maar dat is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van het primair of subsidiair ten laste gelegde feit te kunnen komen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het feit zoals onder 3 ten laste gelegd. Ten laste is immers gelegd dat verdachte de vermelde sms-berichten naar [slachtoffer 10] heeft gestuurd in de periode van augustus 2014 tot en met september 2014. Uit de verklaring van [slachtoffer 10] zelf kan echter worden opgemaakt dat zij deze berichten van verdachte heeft ontvangen toen zij ‘voor het eerst wilde stoppen’, oftewel in oktober 2013. Reeds om die reden dient vrijspraak te volgen.
[slachtoffer 11] (parketnummer 05/780088-15)
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder parketnummer 05/780088-15 primair ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van zowel het primaire als subsidiaire feit.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het primaire feit.
Verdachte heeft weliswaar via WhatsApp contact gehad met [slachtoffer 11] , heeft haar doen geloven dat hij paranormaal begaafd was, heeft getracht haar over te halen tot het verrichten van seksuele handelingen bij hem, heeft [slachtoffer 11] verzocht om naaktfoto’s van haar en gedreigd haar pijn te doen als ze deze foto’s niet zou sturen, is met haar naar een bos bij [gemeente] gegaan en heeft zich door [slachtoffer 11] laten pijpen, maar de bewijsmiddelen bieden onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen bewijzen dat verdachte op deze wijze heeft gehandeld met het oogmerk van de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 11] .
De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het subsidiaire feit, nu op grond van het dossier onvoldoende overtuigend is gebleken dat [slachtoffer 11] in een zodanige staat, dan wel positie verkeerde dat zij niet in staat was om vrijelijk haar wil te bepalen en de verzoeken van verdachte tot het maken van naaktfoto’s en deze naar hem op te sturen daardoor niet kon weerstaan. Immers, ten aanzien van de mate van beïnvloedbaarheid dan wel gebrek aan weerstandsvermogen van [slachtoffer 11] ontbreekt informatie van een deskundige.
Bewijsoverwegingen
[slachtoffer 1] (feit 1 van parketnummer 05/880013-15)
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Aangeefster [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] , is in december 2013 via een advertentie op [naam website] in contact gekomen met verdachte. [slachtoffer 1] wilde in de prostitutie gaan werken. [2] Verdachte heeft naaktfoto’s gemaakt van [slachtoffer 1] en deze gebruikt voor een seksadvertentie van [slachtoffer 1] die hij op internet heeft gezet. Ook heeft verdachte aan [slachtoffer 1] een mobiele telefoon gegeven, waarop klanten haar konden bellen. [3]
[slachtoffer 1] heeft van december 2013 tot en maart 2014 in de prostitutie gewerkt. [4] Klanten betaalden [slachtoffer 1] € 50,- voor 10 minuten, € 80,- voor een half uur en € 130,- voor een uur. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring op grond van de bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Verdachte heeft nadrukkelijk ontkend dat [slachtoffer 1] voor hem in de prostitutie heeft gewerkt. [slachtoffer 1] is weliswaar in eerste instantie naar hem toe gekomen om in de prostitutie te werken, maar nog voordat ze haar eerste klant had is ze voor [getuige 1] gaan werken. De getuigen die anders verklaren beschuldigen hem ten onrechte. Deze getuigenverklaringen zijn niet betrouwbaar.
Voorts heeft de verdediging nog aangevoerd dat er geen sprake was van opzet bij verdachte. Verdachte heeft een verstandelijke beperking en reddersfantasieën. Hij heeft zich niet in kunnen leven en was ervan overtuigd dat wat hij deed geoorloofd was.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank betrekt bij haar oordeel de navolgende feiten en omstandigheden:
- Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte de contacten onderhield met de klanten en de prijs bepaalde. [slachtoffer 1] moest bijhouden wie er kwam en hoeveel ze verdiende. Binnen een uur kreeg ze al de eerste klant. Verdachte kreeg 40% van de opbrengst en [slachtoffer 1] hield er 60% aan over. In de drie maanden dat ze voor verdachte gewerkt heeft is ze ongeveer 15 keer bij hem geweest. [6] [slachtoffer 1] had 6 á 7 klanten op een dag, soms wat minder. [7] De seks met de klanten was altijd bij verdachte thuis (rechtbank: verdachte woonde aan de [adres 2] in [woonplaats 4] [8] ). [9]
- Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] heeft ontmoet bij verdachte thuis. Buiten had [slachtoffer 1] hem verteld dat ze net haar eerste klant had ontvangen. [10]
- Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij via [getuige 1] had gehoord dat verdachte met een minderjarige ‘aan het kloten’ was. Daar had verdachte seks mee en die wilde werken. [getuige 2] vond dat raar en heeft tegen verdachte gezegd dat hij daarmee niet moest beginnen, dat dit gevaarlijk was. Verdachte reageerde hier heel nonchalant op, zowel voor de seks met een minderjarig meisje als het werken in de prostitutie van een minderjarig meisje. [11]
Gelet op vorenstaande, in samenhang met hetgeen onder ‘de feiten’ is vastgesteld, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode de minderjarige [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Verdachte heeft klanten voor [slachtoffer 1] geworven, advertenties voor haar gemaakt en geplaatst en bemiddeld in contacten met klanten. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] , alsmede voor een groot deel door de verklaring van verdachte zelf, en de rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan deze verklaringen. Dat [slachtoffer 1] voor [getuige 1] heeft gewerkt, zoals verdachte stelt, sluit niet uit dat ze ook voor verdachte heeft gewerkt. De rechtbank verwerpt het verweer.
De rechtbank verwerpt ook het opzetverweer. De gevolgtrekking dat het opzet ontbreekt vanwege de psychische toestand waarin verdachte verkeerde kan slechts dan worden aanvaard wanneer bij verdachte zou blijken van een zodanige ernstige geestelijke afwijking, dat aangenomen moet worden dat hij van elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan is verstoken. Uit het dossier, noch uit de over verdachte uitgebrachte rapportages blijkt dat hiervan sprake is geweest.
De rechtbank acht bewezen dat verdachtes opzet er op gericht was dat [slachtoffer 1] zich door zijn gedragingen beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte dit feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en zal verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
[slachtoffer 7] (feit 7 van parketnummer 05/880013-15)
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 15 tot en met 17 juni 2015 heeft aangeefster [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 3] en wonende in Dinxperlo [12] , meerdere WhatsApp-berichten ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De gebruiker van dit telefoonnummer deed zich in deze berichten voor als ‘ [naam 1] ’. In deze WhatsApp-berichten vraagt ‘ [naam 1] ’ meermalen aan [slachtoffer 7] om aan hem naaktfoto’s van haar toe te sturen. Als [slachtoffer 7] dit weigert dreigt ‘ [naam 1] ’ herhaaldelijk naaktfoto’s die hij al van haar heeft op Facebook te zetten. [13]
Op 16 juni 2015 heeft [slachtoffer 7] een WhatsApp-bericht naar verdachte gestuurd met de vraag of hij weet wie ‘ [naam 1] ’ is. Verdachte heeft hierop WhatsApp-berichten teruggestuurd met de teksten “Oke, wil het wel achterhalen voor jou, maar wil er wel wat voor terug” en “Nee, wat ik altijd had gewild. Mag met condoom.” [14]
De met het telefoonnummer [telefoonnummer] onder de naam ‘ [naam 1] ’ verstuurde WhatsApp-berichten naar [slachtoffer 7] zijn feitelijk verstuurd door verdachte. [15] Verdachte woonde op dat moment in [woonplaats 4] . [16]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring op grond van de bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Verdachte heeft weliswaar de ten laste gelegde WhatsApp-berichten naar [slachtoffer 7] gestuurd, maar het betrof een onschuldige conversatie en het werd door verdachte beschouwd als niet meer dan een geintje. Bij de beoordeling van het opzet en de intenties dient de geconstateerde zwakbegaafdheid van verdachte in ogenschouw te worden genomen.
Voorts is door de verdediging nog aangevoerd dat de printscreens van de WhatsApp-berichten niet mogen worden gebruikt voor het bewijs nu dergelijke printscreens eenvoudig te manipuleren zijn.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op de wijze zoals is ten laste gelegd, heeft getracht om [slachtoffer 7] te dwingen tot het ondergaan van seksuele handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7] .
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de bewijsmiddelen genoegzaam volgt dat verdachte [slachtoffer 7] heeft gebracht in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het in redelijkheid niet van haar gevergd kon worden om zich aan het hebben van seks met verdachte te onttrekken, zodat naar het oordeel van de rechtbank sprake was van dwang van de kant van verdachte. De onderhavige berichten zijn niet aan te merken als slechts een ‘geintje’ of een onschuldige conversatie. Dat het uiteindelijk bij een poging is gebleven, is te danken aan [slachtoffer 7] , die op het Facebook-account van verdachte een foto aantrof van een glazenwassersbedrijf van verdachte waarop het telefoonnummer van ‘ [naam 1] ’ zichtbaar was, dat zij vervolgens in een bericht aan verdachte heeft laten weten. [17]
De rechtbank heeft bij haar oordeel betrokken dat [slachtoffer 7] een bekende was van verdachte met wie hij eerder een voorval heeft gehad. Zij was bevriend met de dochter van de vriendin van verdachte [18] en volgens de verklaring van [slachtoffer 7] heeft verdachte in augustus 2014 hulp aangeboden, omdat ze niet lekker in haar vel zat. Daarna heeft er een ontmoeting plaatsgevonden tussen hen, waarbij verdachte [slachtoffer 7] ging masseren en vervolgens haar kleding begon uit te trekken en haar overal ging aanraken. [19] Die verklaring van [slachtoffer 7] vindt bevestiging in een WhatsApp-berichtenwisseling tussen [slachtoffer 7] en verdachte waarbij verdachte heeft geschreven: “Sorry dat ik je zo heb laten schrikken”, “waarom reageer je niet meer”, “als jij niets terugzeggen wil, ook goed. Maar kan jou meedelen dat je straks nog meer vriendinnen verliest, waar je nu mee bezig bent. Meer vertel ik jou even niet” en “als het verkeerd gaat mag jij mij om raad vragen, en dat duurt niet lang.” Daarop heeft [slachtoffer 7] geantwoord: “Waar slaat dit op. Ik heb al een stap gezet door hulp te vragen, en wat krijg ik ervoor terug: dat ik bijna verkracht word”. [20]
De rechtbank overweegt voorts nog dat zij uit de opmerking van verdachte “mag met condoom”, opmaakt dat verdachtes opzet gericht was op het met zijn penis seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 7] .
Ten aanzien van het opzetverweer verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierover al heeft overwogen ten aanzien van feit 1 van parketnummer 05/880013-15. De rechtbank acht ook hier het opzet bewezen en verwerpt het verweer.
De rechtbank verwerpt ten slotte ook het bewijsuitsluitingsverweer van de verdediging nu verdachte zelf heeft verklaard de desbetreffende WhatsApp-berichten te hebben verstuurd naar [slachtoffer 7] . De authenticiteit van deze berichten staat dus niet ter discussie.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij parketnummer 05/880013-15 onder 1 en onder 7 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij,
in
of omstreeksde periode van december 2013 tot en met maart 2014 te [woonplaats 4]
en/of andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] ) ertoe heeft gebracht
zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van haar enige handeling heeft ondernomen, te weten door klanten voor die [slachtoffer 1] te werven en
/ofadvertenties voor haar te zetten/maken en
/ofte bemiddelen in contacten met klanten,
waarvan hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die
handelingen,terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt;
7.
hij,
in de periode van
of omstreeks15 t/m 17 juni 2015 te
[woonplaats 3] en/of[woonplaats 4] en/of andere plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/ofbedreiging met
geweld of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)[slachtoffer 7] (geb. [geboortedatum 3] ) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 7] , zich in berichten verstuurd naar de telefoon van [slachtoffer 7] heeft voorgedaan als ' [naam 1] ' en gedreigd om naaktfoto's van die [slachtoffer 7] op het internet te plaatsen en
/ofvervolgens toen die [slachtoffer 7] hem (verdachte) om hulp vroeg,
haar aangegeven / geïmpliceerd dat hij haar kon helpen om ' [naam 1] te vinden' mits ze hem daarvoor seks aanbood/seks met hem had zonder condoom,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 van parketnummer 05/880013-15:
Mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
Ten aanzien van feit 7 primair van parketnummer 05/880013-15:
Poging tot verkrachting.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 1, 3 meer subsidiair, 5 primair, 7 primair en 8 primair, het bij parketnummer 05/780074-15 onder 1 en 2 primair en het onder parketnummer 05/780088-15 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verder heeft de officier van justitie gevorderd om de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen verbeurd te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om in geval van een veroordeling acht te slaan op de omtrent verdachte opgemaakte rapportages en het advies van de reclassering te volgen. Voorts heeft de verdediging de rechtbank verzocht om rekening te houden met het feit dat verdachte al sinds 23 juni 2015 in voorlopige hechtenis zit en hem dit extreem zwaar valt als gevolg van ernstig letsel (gebroken rug) dat hij heeft opgelopen door een auto ongeval. Verdachte krijgt niet de benodigde beweging en faciliteiten, benodigd voor goed herstel.
De verdediging heeft verzocht om de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen, dan wel te schorsen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 12 januari 2016;
- een Reclasseringsadvies, gedateerd 20 oktober 2015;
- een monodisciplinair rapport van [naam 6] , forensisch psycholoog, gedateerd 6 oktober 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in de prostitutie brengen en gedurende enkele maanden houden van een minderjarig meisje. Daarnaast heeft hij getracht om een ander nog jong meisje te dwingen tot het ondergaan van seksuele handelingen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank is van oordeel dat dit zeer ernstige feiten zijn. Bij het begaan van de bewezen verklaarde feiten heeft verdachte geen enkel respect getoond voor de meisjes. Verdachte heeft enkel en alleen gehandeld uit eigen winstbejag en lustbevrediging. Verdachte heeft geen ontzag getoond voor het zelfbeschikkingsrecht van de meisjes en heeft daarbij hun lichamelijke en psychische integriteit ernstig geschaad. Uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen blijkt dat de meisjes hier nog dagelijks de psychische gevolgen van ondervinden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Uit het over verdachte opgemaakte psychologische rapport komt naar voren dat er bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een aandachtstekortstoornis van het gecombineerde type. Er is daarnaast sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens door de aanwezigheid van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en van antisociale trekken en zwakbegaafdheid. Verdachte heeft zich bij het plegen van de feiten laten leiden door eigen grootheidsdenken en reddersfantasieën die worden gevoed vanuit ernstige persoonlijkheidspathologie. Hij is vanuit een grote narcistische geldingsdrang en vervaagd normbesef zijn eigen behoeftes gaan najagen en heeft geen rekening gehouden met anderen. Hij geeft blijk van onrijpe afweermechanismen. Hij loochent eigen verantwoordelijkheden en praat zijn gedrag goed. Vanwege de co-morbiditeit met ADHD en verstandelijke beperking heeft hij nog minder remming gehad op zijn impulsen en gedrag. Ook door een zeer beperkt zelfinzicht en probleembesef is hij onvoldoende in staat geweest om zichzelf te corrigeren en te begrenzen in het plegen van de feiten. De stoornissen zijn volgens de rapporteur in aanzienlijke mate van invloed geweest op het plegen van de feiten. De kans op recidive wordt als hoog ingeschat. Ter verkleining van de kans op herhaling wordt een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek zoals van GGNet in Warnsveld noodzakelijk gevonden.
Geadviseerd wordt om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Alles afwegende, en het advies met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte volgend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. De rechtbank zal aan de voorwaardelijke straf de voorwaarden verbinden dat verdachte zich meldt bij de Reclassering van het Leger des Heils in Zutphen en zich voor zijn persoonlijkheidsproblematiek onder behandeling zal stellen bij GGNet, polikliniek De Boog te Warnsveld of soortgelijke ambulante forensische zorg. De rechtbank zal hierbij de proeftijd vaststellen op een periode van 5 jaar, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Er is immers sprake van een forse persoonlijkheidsproblematiek en het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
De rechtbank komt tot een lagere straf dan de straf die door de officier van justitie is gevorderd, nu zij verdachte van een groot deel van de ten laste gelegde feiten vrijspreekt.
Gelet op de op te leggen straf zal de rechtbank het verzoek van de verdediging tot opheffing, dan wel schorsing, van de voorlopige hechtenis afwijzen.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bij parketnummer 05/880013-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 12.055,00 (bestaande uit € 2.055,00 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen.
Beoordeling door de rechtbank
Gederfde inkomsten
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 1 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden, bestaande uit gederfde inkomsten, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank heeft dit naar maatstaven van billijkheid begroot op een bedrag van € 700,00. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in de vordering.
Reiskosten
Met betrekking tot de opgevoerde reiskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt voor het volgen van een individueel counselingtraject na de afronding van het afkickprogramma
(€ 775,00) is de rechtbank van oordeel dat aan de hand van de thans overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld of en, zo ja, in hoeverre, er sprake is van een causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en dit counselingtraject. De behandeling van de vordering zou zodanig nader onderzoek met zich brengen dat dit een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen tevens rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op een bedrag van
€ 2.000,00. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in de vordering.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 31 maart 2014.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
[slachtoffer 7]
De benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 7 ten laste gelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.166,92 (bestaande uit € 166,92 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] toe te wijzen tot het bedrag van € 166,92. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Beoordeling door de rechtbank
Reiskosten
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 7 bewezen verklaarde handelen tot een bedrag van € 136,76 schade heeft geleden, bestaande uit gemaakte reiskosten, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank heeft een bedrag van € 30,16 op het gevorderde bedrag in mindering gebracht (104 x € 0,29) nu de benadeelde partij niet ter terechtzitting van 22 februari 2016 is verschenen, terwijl de reiskosten hiervoor wel zijn opgevoerd. Ten aanzien van dit deel van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Immateriële schade
Aan de benadeelde partij is door het bewezen verklaarde handelen tevens rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op een bedrag van
€ 500,00. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in de vordering.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 17 juni 2015.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
Overige benadeelde partijen
Voorts hebben de navolgende benadeelde partijen zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding:
 [slachtoffer 2] vordert een bedrag van € 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 3 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 3] vordert een bedrag van € 845,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 4 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 4] vordert een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 4 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 5] vordert een bedrag van € 4.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 5 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 6] vordert een bedrag van € 7.300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het bij parketnummer 05/880013-15 onder 6 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 9] vordert een bedrag van € 14.100,00 ter zake van het bij parketnummer 05/780074-15 onder 1 ten laste gelegde feit.
 [slachtoffer 10] heeft vordert een bedrag van € 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van de bij parketnummer 05/780074-15 onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
 [slachtoffer 11] vordert een bedrag van € 2.320,77, te vermeerderen met de wettelijke rente, ter zake van het onder parketnummer 05/780088-15 ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van voornoemde benadeelde partijen als volgt verzocht:
 De vorderingen van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 10] dienen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
 De vorderingen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 9] dienen te worden toegewezen.
 De vordering van [slachtoffer 11] dient te worden toegewezen tot een bedrag van
€ 320,70 en voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu verdachte is vrijgesproken van de desbetreffende ten laste gelegde feiten. De benadeelde partijen kunnen daarom hun vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24, 24c, 27, 33, 33a, 36f, 45, 57, 242 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de bij parketnummer 05/880013-15 onder 2, 3, 4, 5, 6 en 8, de bij parketnummer 05/780074-15 onder 1, 2 en 3 en onder parketnummer 05/780088-15 ten laste gelegde feiten.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
12 (twaalf) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op
vijf jarenwordt bepaald:
de
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
1. zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
3. zijn medewerking zal verlenen aan het door Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
de
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
4. zich uiterlijk binnen 3 dagen na zijn invrijheidsstelling zal melden bij de Reclassering Leger des Heils te Zutphen op het adres Industrieweg 85, 7202 CA Zutphen (tel. 088-0901230) en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang deze instelling dat noodzakelijk acht;
5. zich onder behandeling zal stellen bij GGNet, polikliniek De Boog te Warnsveld of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, teneinde zich te laten behandelen voor zijn persoonlijkheidsstoornis, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
 geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 wijst af het verzoek tot opheffing, dan wel schorsing, van de voorlopige hechtenis;

verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- Computer (Dell)
- Computer (Acer Aspire, 2 x)
- Computer (HP Pavilion)
- Computer (Personel)
- Telefoon (Samsung S)
- Telefoon (HTC)
- Simkaart (Lebara prepaid)
- Blauw schrift
- 4 contracten
- Papieren bescheiden (6x)
- 2 handgeschreven notities
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 van parketnummer 05/880013-15 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 2.700,00(zevenentwintighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[slachtoffer 1], een bedrag
te betalen van € 2.700,00(zevenentwintighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
37dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 7 primair van parketnummer 05/880013-15 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 7], van een bedrag van
€ 636,76(zeshonderdzesendertigeuro en zesenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 7] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[slachtoffer 7], een bedrag
te betalen van636,76 (zeshonderdzesendertig euro en zesenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
12dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 verklaart de navolgende
benadeelde partijen niet-ontvankelijkin hun vordering:
1.
[slachtoffer 2]
2.
[slachtoffer 3]
3.
[slachtoffer 4]
4.
[slachtoffer 5]
5.
[slachtoffer 6]
6.
[slachtoffer 9]
7.
[slachtoffer 10]
8.
[slachtoffer 11]
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter), mr. J. Barrau en mr. H.G. Eskes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 maart 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, AVIM, team mensenhandel, locatie Arnhem , opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2015245093, onderzoek Popcorn, 07DMH14005, gesloten op 26 oktober 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 81-82.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 82; de door verdachte ter terechtzitting van 22 februari 2016 afgelegde verklaring.
4.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 83.
5.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 82.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 82.
7.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , p. 98.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 141.
9.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , p. 97.
10.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , p. 148-149.
11.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , p. 176.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1113.
13.WhatsApp-berichten tussen [slachtoffer 7] en [telefoonnummer] , p. 1122-1129.
14.WhatsApp-berichten tussen [slachtoffer 7] en verdachte, p. 1120-1121.
15.De door verdachte ter terechtzitting van 22 februari 2016 afgelegde verklaring.
16.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 141.
17.WhatsApp-berichten tussen [slachtoffer 7] en verdachte, p. 1125 en 1130 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1553.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1113.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1136.
20.WhatsApp-berichten tussen F. [slachtoffer 7] en verdachte, p. 1115-1119.