ECLI:NL:RBGEL:2016:1439
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Recht op kinderopvangtoeslag afhankelijk van bewijs van betaling gemaakte kosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ouder die kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had in de jaren 2011 en 2012 gebruik gemaakt van kinderopvang en had voorschotten kinderopvangtoeslag ontvangen. De Belastingdienst herzag echter de voorschotten en stelde deze op nihil vast, omdat eiser niet alle benodigde gegevens had verstrekt om de hoogte van de kosten van de kinderopvang vast te stellen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet kon aantonen dat hij de volledige kosten van de kinderopvang daadwerkelijk had betaald. Dit is in strijd met de vereisten van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp), die stelt dat ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag mits zij kunnen bewijzen dat zij de kosten hebben betaald. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigt dat zonder bewijs van betaling er geen recht op toeslag bestaat.
Tijdens de zitting op 26 januari 2016 was eiser niet aanwezig, maar de Belastingdienst was vertegenwoordigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser voldoende gelegenheid heeft gehad om de benodigde gegevens aan te leveren, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard voor zover het betrekking heeft op de kinderopvangtoeslag voor een specifiek kindercentrum, en heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is de Belastingdienst veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.