Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 mei 2015
- de akte overlegging producties van de zijde van Goudse
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 18 september 2015
- de brief d.d. 1 oktober 2015 van de zijde van [eiser]
- de conclusie na getuigenverhoor
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor
- de akte uitlaten productie van de zijde van Goudse.
2.De verdere beoordeling
“de auto op 30 november (heeft) laten onderzoeken bij Ekris in Velp in verband met een storing in de nokkenas-sensor, een motorstoring en een brandende motorlamp bij de ANWB”legt zijn verklaring tegenover het bovenstaande onvoldoende gewicht in de schaal. Daarbij is niet alleen in aanmerking genomen dat hij belang heeft bij (het vasthouden aan) zijn versie van het besprokene, maar ook dat [getuige] in zijn fraudemelding noch in zijn onderzoeksrapport d.d. 23 januari 2013 melding maakt van een dergelijke mededeling van de zijde van [eiser] . Integendeel, in het onderzoeksrapport is vermeld dat
“contact (is) opgenomen met een collega BMW dealer in de buurt van [woonplaats] om na te gaan of mogelijk de verzekerde zich met deze storing eerder had gemeld.”. Had [eiser] reeds uit eigen beweging melding gemaakt van zijn gang naar Ekris, dan had [getuige] de mogelijkheid van een eerdere melding niet na hoeven gaan.
1.920,00(5 punten × tarief € 384,00)