Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
naam: [verzoeker] , hierna: verzoeker,
De behandeling in raadkamer
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
€ 1.132,62 (zegge elfhonderdtweeendertig euro en tweeenzestig eurocent).
Rechtbank Gelderland
In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is op 20 april 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot vergoeding van kosten rechtsbijstand naar aanleiding van een klaagschrift ex artikel 164, achtste lid van de Wegenverkeerswet 1994. Het verzoekschrift was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.J.O. Zandt, die om vergoeding vroeg van gemaakte kosten tot een bedrag van € 6.641,61. De officier van justitie, mr. J.C.G. van der Wulp, stelde dat slechts een bedrag van € 2.898,-- voor vergoeding in aanmerking kwam, gezien het feit dat er geen specialistische kennis vereist was voor de behandeling van de zaak.
De raadkamer heeft de zaak behandeld op 6 april 2016, waarbij de verzoeker niet aanwezig was. De raadkamer heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder eerdere beslissingen met betrekking tot de inbeslagname van het rijbewijs van de verzoeker. De raadkamer oordeelde dat de kosten van rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking komen mits het klaagschrift gegrond is verklaard. Aangezien het klaagschrift in deze zaak ongegrond werd verklaard, kwamen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking.
De raadkamer heeft ook de kosten van advisering omtrent het Team 2Todrive project afgewezen, omdat deze niet in het kader van de strafzaak waren gemaakt. Uiteindelijk heeft de raadkamer besloten om een bedrag van € 1.132,62 aan de verzoeker toe te wijzen, bestaande uit de kosten van rechtsbijstand en de vergoeding voor de indiening van het verzoekschrift. De beschikking werd uitgesproken door mr. H.G. Eskes, rechter, in aanwezigheid van de griffier R. van Dijk.