ECLI:NL:RBGEL:2016:26

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 januari 2016
Publicatiedatum
6 januari 2016
Zaaknummer
C/05/294232 / KZ ZA 15-314
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende levering onroerende zaak met dwangsom en proceskostenveroordeling

Op 7 januari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en twee besloten vennootschappen. De Staat der Nederlanden, eiser in deze zaak, had de gedaagden gedagvaard omdat zij niet verschenen waren. De procedure begon met een dagvaarding op 17 december 2015, gevolgd door een mondelinge behandeling. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden in gebreke waren gebleven en verleende het gevraagde verstek. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de eiser niet onrechtmatig of ongegrond was en wees deze toe, met enkele beperkingen. De gedaagden werden veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de ondertekening van de akte van levering van een schoolgebouw en de bijbehorende grond. Tevens werd een dwangsom van € 10.000,- per dag opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan deze verplichting voldeden, tot een maximum van € 100.000,-. Daarnaast werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de koopsom van € 560.000,-, diverse contractuele boetes en kosten van gas en elektra, evenals de proceskosten van de eiser, die in totaal op € 4.550,81 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/294232 / KZ ZA 15-314
Vonnis in kort geding van 7 januari 2016
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Rijksvastgoedbedrijf),
zetelend te Den Haag,
eiser,
advocaat mr. F. Sepmeijer te Den Haag,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam B.V.],
gevestigd te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam Holding BV] ,gevestigd te [plaats] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 17 december 2015;
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als hierna vermeld staat.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 120,81
- griffierecht 3.903,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal € 4.550,81

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis
volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de akte van levering en de eigendomsoverdracht met betrekking tot het verkochte, zijnde het schoolgebouw met erf en grond te [plaats] , plaatselijk bekend [adres, plaats] , kadastraal bekend [gemeente] , [kadastraalnummer A] , respectievelijk groot [grootte] , [grootte] , [grootte] en een gedeelte van het perceel kadastraal bekend [gemeente] , [kadastraalnummer B] , groot ca. [grootte] , zoals overeengekomen in de als productie 1 bij dagvaarding overgelegde koopovereenkomst en in de als productie 2 overgelegde ontwerpakte van levering,
3.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser een dwangsom te betalen van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt,
3.3.
bepaalt dat indien gedaagden niet binnen twee weken na betekening van dit
vonnis aan de in 3.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële leveringsakte vereiste wilsverklaringen, medewerking en handtekeningen van gedaagden,
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om uiterlijk vóór het passeren van de akte van levering aan eiser - via de kwaliteitsrekening van de passerend notaris, zijnde Smalbraak Notarissen te Deventer - tegen behoorlijk bewijs van kwijting de koopsom te voldoen van
€ 560.000,- (kosten koper), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 25 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening,
3.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser te voldoen de vanaf 25 september 2015 tot en met 15 december 2015 verbeurde contractuele boete ad € 137.760,- te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
3.6.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser te voldoen de vanaf 16
december 2015 nog te verbeuren contractuele boete ad € 1.680,- per dag als bedoeld in artikel 10 lid 1 jo. lid 3 van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst tot en met de dag van levering van het verkochte,
3.7.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser te voldoen een bedrag van € 140,-
per dag (inclusief btw) met betrekking tot kosten van gas en elektra over de periode vanaf 16 september 2015 tot en met de dag van levering van het verkochte, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der
algehele voldoening,
3.8.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiser te voldoen een bedrag van
€ 931,70 (incl. btw) met betrekking tot door eiser ten behoeve van het verkochte gemaakte kosten van beheer, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover
vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
3.9.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 4.550,81, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling,
3.10.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2016.
(md)