Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 januari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 1 maart 2016.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 april 2016 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een eiseres tegen de tenuitvoerlegging van dwangbevelen die door de Ontvanger van de Belastingdienst waren uitgevaardigd. De eiseres, die een onderneming exploiteert, had een aanzienlijke belastingschuld opgebouwd en was in verzet gekomen tegen de executoriale verkoop van haar woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres niet over voldoende middelen beschikte om haar belastingschuld te voldoen en dat de gevolgen van een executoriale verkoop onevenredig zwaar zouden zijn voor haar, gezien haar leeftijd en de afhankelijkheid van de overwaarde van de woning voor haar pensioen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de beleidsregels rechtvaardigden. Het verzet is gegrond verklaard, en de dwangbevelen zijn buiten werking gesteld tot 1 januari 2017, op voorwaarde dat de eiseres vóór 30 april 2016 een bedrag van € 20.000,- aan de Ontvanger betaalt. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.