Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
[vergunninghoudster](hierna: vergunninghoudster).
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 21 januari 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de bouw van tien appartementen in Nijmegen. De vergunninghoudster had op 6 november 2015 een omgevingsvergunning verkregen van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 21 januari 2016 is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door A.J.C. van der Heijden en B.W. ter Steege. De vergunninghoudster was ook aanwezig met twee vertegenwoordigers. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het bouwwerk niet in strijd is met het geldende bestemmingsplan “Nijmegen Oost” en dat verweerder terecht heeft mogen afgaan op het positieve advies van de Commissie Beeldkwaliteit. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende gronden waren om het bestreden besluit onrechtmatig te achten. De argumenten van verzoeker, waaronder de interpretatie van het bestemmingsplan en het welstandsadvies, werden niet gevolgd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de commissie deskundig was en dat het advies zorgvuldig tot stand was gekomen. De overige gronden van verzoeker leidden niet tot een ander oordeel, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.