ECLI:NL:RBGEL:2016:302

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 januari 2016
Publicatiedatum
25 januari 2016
Zaaknummer
05/720224-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor gewapende overval op supermarkt met geweld en bedreiging

Op 20 januari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 september 2015 samen met anderen een gewapende overval heeft gepleegd op een supermarkt in Tiel. De verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Tijdens de overval werden medewerkers van de supermarkt bedreigd met vuurwapens en werd een aanzienlijke som geld, in totaal ongeveer € 18.000, gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer dat de aanhouding onrechtmatig was, voldoende bewijs tegen zich had. De rechtbank verwierp de bewijsuitsluitingsverweren van de verdediging en concludeerde dat de verdachte de tweede overvaller was die geweld heeft gebruikt en met een vuurwapen heeft gedreigd. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, die ook slachtoffer waren van de overval. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de jonge leeftijd van de verdachte, maar oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk was om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720224-15
Datum uitspraak : 20 januari 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats]
thans gedetineerd te [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. D. Simo, advocaat te Culemborg.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 januari 2016.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen dan wel alleen op 25 september 2015 de [supermarkt] in Tiel heeft overvallen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 25 september 2015 is tussen 20:07 en 20:20 uur de [supermarkt] aan de [straat 1] te Tiel overvallen. De winkel werd om 20:00 uur afgesloten door [getuige 1] . Op dat moment waren er geen klanten meer in de winkel aanwezig. De twee mannen in de winkel
hadden een grote sporttas bij zich. Deze tas werd gevuld met geld, waaronder € 6.600,- uit de kluis bestaande uit rollen muntgeld en biljetten. Verder is € 12.340,- afkomstig van de twee geldcassettes van de pinautomaat uit de [supermarkt] weggenomen. Deze tas met geld werd aan de derde man buiten overhandigd. Vervolgens zijn de andere twee mannen door het gat naar buiten gevlucht en zijn ze met zijn drieën richting de Mathilde Wibautstraat gerend. De drie mannen droegen tijdens de overval allen gezicht bedekkende kleding. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een diefstal met geweld. De afpersing kan niet worden bewezen, nu er geen geld onder dwang is afgegeven.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, nu de betrokkenheid van verdachte bij de overval niet kan worden bewezen.
De verdediging heeft zich ten eerste op het standpunt gesteld dat de start van het onderzoek onrechtmatig is geweest. Er was geen sprake van een verdenking en verdachte had daarom niet mogen worden aangehouden. Het bewijs dat als gevolg van deze onrechtmatige aanhouding is verkregen, dient te worden uitgesloten. Als dit verweer niet slaagt, is de verdediging van mening dat sprake is geweest van een aanhouding buiten heterdaad waarvoor toestemming van de officier van justitie voor de aanhouding is vereist. Nu deze toestemming ontbreekt is ook op deze grond sprake geweest van een onrechtmatige aanhouding.
De verdediging heeft ten tweede verzocht om de foto’s uit de fotomap uit te sluiten van het bewijs, nu de foto’s mogelijk zijn gecorrigeerd. Verder komen de foto’s niet op alle punten overeen met de kleding van de personen die op de camerabeelden zijn afgebeeld.
Ten derde heeft de verdediging verzocht om de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] uit te sluiten van het bewijs, nu de beelden niet overeenkomen met hun verklaringen en daardoor aan de betrouwbaarheid van hun verklaringen kan worden getwijfeld.
Verder is ten vierde verzocht om het NFI-rapport met betrekking tot het onderzoek naar het glas uit te sluiten van het bewijs, nu het onderzoek onvolledig is geweest.
Tot slot is aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat het zwarte voorwerp een vuurwapen is. Op de beelden is verder ook niet te zien dat er andere vormen van geweld zijn gebruikt door de daders van de overval.
Beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de afpersing dient te worden vrijgesproken, nu geen geld dan wel een goed onder invloed van geweld en/of bedreiging met geweld is afgegeven. De vervolgvraag is of wel de diefstal met geweld kan worden bewezen. Daarbij zal de rechtbank eerst ingaan op de verweren van de verdediging die betrekking hebben op het uitsluiten van stukken dan wel verklaringen van het bewijs.
Bewijsuitsluiting
Start van het onderzoek/aanhouding
Verbalisant [verbalisant] werd gewaarschuwd dat de winkel door drie personen werd overvallen. De verbalisant zag direct daarop drie personen met gezicht bedekkende kleding wegrennen en zag dat zij een grote zwarte tas bij zich droegen. De rechtbank is van oordeel dat er op dat moment ten aanzien van die drie personen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld van betrokkenheid bij de overval.
[verbalisant] is de drie personen direct vanaf de [supermarkt] slechts enkele seconden uit het oog verloren en heeft de personen naar aanleiding van hun signalement na die enkele seconden ook weer herkend. [verbalisant] kon er daarom redelijkerwijs vanuit gaan dat deze drie personen ook de drie waren die direct na de overval bij de winkel waren weggerend en ten aanzien van wie al een redelijk vermoeden van schuld bestond. Als [verbalisant] verdachte aanhoudt, is niet alleen sprake van een redelijk vermoeden van schuld maar ook van een aanhouding op heterdaad. De aanhouding was kort na de overval en de opsporing van de verdachten was onafgebroken.
Nu niet is gebleken van enig vormverzuim bij de aanhouding, zal de rechtbank de verweren van de verdediging met betrekking tot de aanhouding dan wel de start van het onderzoek verwerpen.
Overige bewijsuitsluitingsverweren
Met betrekking tot de foto’s uit de fotomap overweegt de rechtbank het volgende. De verbalisant heeft de foto’s van de beelden van de [supermarkt] vergeleken met foto’s van de kleding van verdachte tijdens zijn aanhouding, waarbij is opgemerkt dat de kwaliteit van de bewegende beelden beter is dan de prints. De rechtbank is van oordeel dat voor zover al sprake is geweest van correcties, dan wel van verschillen in bijvoorbeeld kleur tussen de prints in de fotomap en de camerabeelden – welke door de verdediging niet nader zijn onderbouwd – deze mede in het licht van de andere bewijsmiddelen niet zodanig zijn dat dit de vergelijking van de kleding en de daarop berustende conclusie dat het gaat om dezelfde persoon onbetrouwbaar maakt.
Dit geldt ook voor de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] . Voor zover er al kleine verschillen tussen de verklaringen en de beelden bestaan, zijn deze niet zodanig dat dit de verklaringen onbetrouwbaar maakt.
Ten slotte overweegt de rechtbank dat het verweer over de uitvoering van het vergelijkend glasonderzoek door de verdediging onvoldoende is onderbouwd. In het rapport van het NFI is immers opgenomen dat - in plaats van een andere onderzoeksmethode - sinds kort gebruik wordt gemaakt van nieuwe apparatuur met een zeer groot onderscheidend vermogen. Nu niet aannemelijk is geworden dat het onderzoek onjuist of onvolledig is uitgevoerd, is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een vormverzuim. Zij verwerpt daarmee de bewijsuitsluitingsverweren van de verdediging.
Het feit op 25 september 2015
[getuige 3] heeft verklaard dat hij zich in het kantoor bevond en ineens gebonk hoorde. Vervolgens spatte het glas rond en ontstond er een gat in het raam. Het gat werd steeds groter. [4]
[getuige 1] heeft verklaard dat zij zag dat een man met een grote hamer tegen de ruit sloeg en zag
dat er twee mannen door het gat naar binnen kwamen. [5]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij vervolgens twee personen hoorde schreeuwen “liggen, op de grond”. Hij ging op de grond liggen en zag dat ook [getuige 1] op de grond lag. Er liep vervolgens een man naar hem toe. Deze man richtte op ongeveer 25 tot 30 centimeter afstand een zwart pistool op zijn ogen. Er kwam daarna een tweede persoon bij die zei: “meenemen naar kantoor”, waarop de eerste man – die het pistool op hem richtte – vervolgens zei: “meekomen”. [getuige 3] stond op en liep in de richting van het kantoor. De eerste man die het pistool op hem richtte liep achter hem. Het wapen werd met kracht in zijn rug geduwd. In het kantoor werd er geroepen: “kluis open, kluis open”. [getuige 3] opende de kluis, waarna er werd geroepen: “op de grond, op de grond” en toen hij op de grond lag: “waar is het grote geld, waar is het grote geld”. [6] Zoals overwogen is vervolgens de tas met geld door een van de overvallers gevuld, de tas aan de derde persoon buiten aangegeven en zijn ze ten slotte met zijn drieën weggerend.
[getuige 2] bevestigt de verklaring van [getuige 3] . Zij heeft verklaard dat er twee mannen vanuit het kantoor de winkel binnenkwamen. De eerste man had een zwart vuurwapen in zijn hand en wees daarmee naar haar, [getuige 3] en [getuige 1] . Daarbij zei hij “liggen, liggen”. Deze persoon liep vervolgens achter [getuige 3] naar het kantoor aan en riep “kluis open maken”. [7]
De bovenstaande verklaringen vinden verder steun in de camerabeelden.
Op de camerabeelden is om 20:09:25 uur te zien dat er grote stukken glas met grote snelheid door het kantoortje vliegen. De eerste van de overvallers stapt door het gat van de ingeslagen ruit naar binnen. Deze persoon heeft een pistool in zijn rechterhand. De tweede overvaller stapt ook door het gat naar binnen. Om 20:10:19 uur is op de beelden verder te zien dat aangever (rechtbank: [getuige 3] ) door de eerste overvaller het kantoortje wordt ingeduwd. Daarbij richt de eerste overvaller het pistool op de rug van [getuige 3] . [getuige 3] maakt de kluis open, terwijl de eerste overvaller tijdens het openen van de kluis het pistool op zijn hoofd richt. De tweede overvaller komt vervolgens met de sporttas het kantoor binnen en haalt een pistool uit zijn zak. Vervolgens roept de eerste overvaller iets tegen aangever en richt daarbij opnieuw het pistool op aangever. Zowel de eerste als de tweede overvaller richten hun pistool op [getuige 3] . De eerste overvaller duwt vervolgens [getuige 3] weg en maakt de kluisdeur verder open. De tweede overvaller richt het pistool weer op [getuige 3] en gebaart dat hij op de grond moet gaan liggen. Hij richt het pistool op het hoofd van [getuige 3] . De derde overvaller duwt [getuige 3] daarbij nog met een hand in de rug om hem sneller te dwingen te gaan liggen. Vervolgens plaatst de tweede overvaller de zwarte sporttas op de stoel en haalt de eerste overvaller pakketten met onder meer muntrolletjes uit de kluis en doet deze in de tas. De tweede overvaller houdt de tas open. Een van de koffertjes die door aangever eerder het kantoor was ingebracht lag nu in de tas. Vervolgens stappen ze door het gat naar buiten. [8]
De identiteit van de overvaller(s)
De verbalisant [verbalisant] zag ten tijde van de overval bij de personeelsuitgang op de [straat 2] in Tiel twee werknemers hevig naar hem zwaaien, welke hem vertelden dat er drie personen de ruit van de winkel hadden ingegooid en de winkel werd overvallen. Op dat moment zag de verbalisant dat er drie personen op de Mathilde Wibautstraat vanuit het steegje langs de vijver naast de [supermarkt] voor zijn auto langs kwamen rennen. Zij hadden allen hun gezicht bedekt. Ze keken alle drie naar zijn dienstauto en renden weg naar de Marga Klompéstraat. De verbalisant verloor de personen vervolgens drie tot vijf seconden uit het oog, maar zag daarna direct weer dezelfde drie personen – welke hij herkende aan hun signalement – verder rennen. Twee personen hadden daarbij een grote zwarte tas in hun handen. Deze tas lieten zij ter hoogte van de flat op de Marga Klompéstraat vallen. Vervolgens heeft de verbalisant één van deze drie personen, zijnde verdachte, om 20:15 uur kunnen aanhouden. [9] Verdachte heeft voor zijn aanwezigheid zo kort na de overval dichtbij de [supermarkt] geen verklaring gegeven.
Daarop aanvullend heeft [getuige 4] verklaard dat zij twee personen uit de [supermarkt] zag komen, welke samen met de persoon die voor het raam stond wegrenden. Achteraan rende een jongen die een weekendtas bij zich had. Deze jongen rende minder hard. De getuige zag dat een van de andere jongens hem kwam helpen en de tas samen met hem oppakte. Ze lieten de tas vrijwel direct weer vallen, toen de verbalisant er aan kwam. De getuige zag dat de tas nog op de weg stond. Zij heeft daarom de tas richting de schuur van het appartementencomplex gesleept. De tas voelde zwaar aan. [10] In de tas zijn onder meer een geldcassette met biljetten van vijftig euro, een lege geldcassette, vele twee dan wel één euro munten en veel biljetten in een plastic zak aangetroffen. [11] De tas is door de verbalisant [verbalisant] herkend als zijnde de tas die de drie personen – waaronder verdachte – bij zich hadden. [12] Deze inhoud van de tas en het gewicht passen bij het grote geldbedrag dat uit de kluis en uit het kantoor (de cassettes) van de [supermarkt] is weggenomen.
Gelet op dit voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte één van de drie personen met gezicht bedekkende kleding is geweest die direct na de overval bij de [supermarkt] met de buit is weggerend.
Op de camerabeelden is verder te zien dat de tweede overvaller een donkere jas of een donker vest met capuchon draagt. Verder draagt deze persoon een lichtblauwe spijkerbroek met vale plekken op zijn kuiten en op de achterkant van de bovenbenen, grijze handschoenen met een tekst en logo op de rug, lichtkleurige sportschoenen met lichtblauwe strepen en tot slot een zwarte sporttas over de schouder. Deze kledingstukken vertonen overeenkomsten met de kleding die verdachte tijdens zijn aanhouding heeft gedragen. Zo heeft de sporttas van verdachte ook twee strepen, bevinden de vale plekken op de broek van verdachte zich op dezelfde hoogtes en vertonen de handschoenen van verdachte grote gelijkenissen (wat betreft onder andere de vorm van het logo en de tekst) met de handschoenen op de foto’s welke afkomstig zijn van de beelden van de [supermarkt] . Verder droeg verdachte bij zijn aanhouding – evenals overvaller 2 – lichtkleurige schoenen met blauwe strepen (SIN: AAIT4012NL). [13] In en op deze schoenen van verdachte zijn glasdeeltjes aangetroffen. Deze glasresten zijn vergeleken met het glas uit de ingeslagen raam van de [supermarkt] (AAHX8396NL). Ten aanzien van 11 van de 20 deeltjes wordt het 100 tot 10.000 waarschijnlijker geacht dat deze deeltjes afkomstig zijn van de vernielde ruit dan dat deze afkomstig zijn van een willekeurig ander raam of glazen voorwerp. [14] Verdachte heeft over deze overeenkomsten wat betreft de kleding en over de aangetroffen glasdeeltjes geen verklaring willen afleggen.
Gelet op al het voorgaande en in het bijzonder:
  • de omstandigheid dat verdachte is aangehouden nadat hij met twee andere personen direct na de overval bij de [supermarkt] met gezicht bedekkende kleding en een sporttas is weggerend;
  • de inhoud van deze sporttas – welke zij tijdens de vlucht hebben laten vallen – overeenkomt met het weggenomen geld bij de [supermarkt] ;
  • verdachte vervolgens ook kort na de overval dichtbij de [supermarkt] is aangehouden;
  • de verschillende kledingstukken - in het bijzonder de lichtkleurige sportschoenen met blauwe strepen en de handschoenen met tekst en logo op de rug - die verdachte bij zijn aanhouding aanhad, in grote mate overeenkomen met de kleding van de tweede overvaller op de videobeelden;
  • dat voor tenminste 11 van de glasdeeltjes uit de schoenen van verdachte geldt dat de resultaten van het vergelijkend glasonderzoek veel waarschijnlijker zijn als deze glasdeeltjes van de ruit van de [supermarkt] afkomstig zijn dan wanneer zij van een willekeurig ander raam dan wel glazen voorwerp afkomstig zouden zijn,
in onderlinge samenhang bezien, vindt de rechtbank bewezen dat verdachte de ‘tweede overvaller’ is geweest. Verder vindt zij op grond van al het voorgaande bewezen dat twee overvallers – waaronder verdachte – zowel geweld hebben gebruikt als met op pistolen gelijkende voorwerpen hebben gedreigd.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
hijop
of omstreeks25 september 2015 te Tiel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee
/eengeldcassette
(s
)en/of geld (
(ongeveer
)6600 Euro en
/of (ongeveer
)
12340 Euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [supermarkt] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [getuige 3] en/of tegen [getuige 1] en/of [getuige 2]
en/of tegen een of meer andere personeelsledenvan die [supermarkt]
(gevestigd in perceel [straat 1]
)gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader
(s
),
- een raam van
(de kantoorruimte van
)voornoemd pand met een
moker/hamer,
althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen
en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapten
/of
- via het aldus ontstane gat
met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht , althansmet gezichtsverhullende kleding en/of
met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een ofmeer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp
(en
)dat pand
heeft/hebben betreden en
/of
-
dat/die op pisto
(o)l
(en
),
althans vuurwapen(s), althans daaropgelijkende voorwerp
(en
)tegen die [getuige 3] en/of op/
tegen[getuige 1] en/of op
/tegen[getuige 2]
en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht
heeft/hebben gehouden en
/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/
of
- op korte afstand
(terwijl die [getuige 3] op de grond ligt
) een pistool, althans een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen
/het gezichtvan die [getuige 3] heeft gericht
en/of gericht heeft gehoudenen
/of
-
(zakelijk weergegeven)tegen die [getuige 3] -
heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en
/of"Meekomen" en
/of
-
die [getuige 3] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor , althansheeft/
hebbengedwongen naar het kantoor te lopen en
/ofdie [getuige 3] op korte afstand is
/hebbengevolgd en
/of
- tegen die [getuige 3]
(op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen
(zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en
/of"Waar is het grote geld?" en
/of (daarbij)een of meer op pisto
(o)l
(en
),
althans vuurwapen(s), althans daaropgelijkende voorwerpen op die [getuige 3]
heeft/hebben gericht en
/ofgericht gehouden, en/of in de richting van die [getuige 3] gehouden en
/ofdie [getuige 3] daarmee gebaard
(wederom
)op de grond te gaan liggen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van diefstal met geweld volgens het volwassenstrafrecht zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, het houden aan aanwijzingen van de reclassering, deelname aan een gedragsinterventie en tot slot zowel een locatiegebod – als verbod met elektronisch toezicht. Daartoe heeft de officier van justitie rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact van het feit en de omstandigheid dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Verder heeft zij meegewogen dat verdachte nog erg jong is en er zorgen zijn rondom zijn persoon. Om verdere herhaling te voorkomen, vordert de officier van justitie dan ook een gedeeltelijk voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.
Met betrekking tot het beslag heeft de officier van justitie de teruggave van de voorwerpen gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht het adolescentenstrafrecht toe te passen, nu verdachte ten tijde van de aanhouding 18 jaar was en voor de voorlopige hechtenis op veel leefgebieden ondersteuning van zijn ouders kreeg. Verder heeft de verdediging verzocht om een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft vastgezeten en met de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. In geval van een strafoplegging is verdachte alleen dan bereid om aan het advies van de reclassering mee te werken. De verdediging heeft verder aangevoerd dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld, er verder geen openstaande zaken zijn en verdachte geruime tijd in beperkingen heeft doorgebracht.
Tot slot heeft de verdediging met betrekking tot het beslag verzocht om teruggave van de goederen aan verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 4 december 2015;
- voorlichtingsrapportages van de Raad voor de Kinderbescherming gedateerd 1 februari 2013, 16 mei 2013, 27 juni 2014, 21 oktober 2014, 8 april 2015 en 12 augustus 2015;
- voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland, gedateerd 7 oktober 2015 en 28 december 2015.
Adolescentenstrafrecht
In het geval dat de rechter daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan kan gebruik worden gemaakt van het sanctiestelsel voor jeugdigen en jongvolwassenen. Uit de rapportages van de reclassering volgt dat verdachte zich heeft losgemaakt van zijn ouders, waarbij hij zelfstandig zijn leven vorm probeert te geven. Er is geen sprake van een relatie met zijn ouders waarbij sprake is van opvoeding of beïnvloeding. Nu verdachte verder ook op geen enkele wijze inzicht heeft gegeven in zijn handelen noch in zijn persoon en zwaarwegende argumenten voor toepassing van het adolesecentenstrafrecht ontbreken, zal de rechtbank het verzoek van de verdediging om het adolescentenstrafrecht toe te passen afwijzen.
Strafmaat
Verdachte heeft zich met twee andere personen schuldig gemaakt aan een gewapende overval op de [supermarkt] . Ze hebben met grof geweld (een hamer) de raam ingeslagen en ze hebben vervolgens met gezicht bedekkende kleding en met pistolen de medewerkers van de [supermarkt] die daar aan het werk waren op ernstige wijze bedreigd. Daarbij hebben zij op een goed voorbereide wijze een grote som geld uit de kluis en het kantoor van de [supermarkt] weggenomen. Het feit heeft veel impact op de personeelsleden van de [supermarkt] en omstanders uit de omgeving gehad. Verdachte heeft echter op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn daden genomen of berouw getoond. De rechtbank rekent het feit verdachte daarom ook zwaar aan.
Verdachte is nog zeer jong en niet eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld. Door de proceshouding van de verdediging heeft de rechtbank geen inzicht kunnen krijgen in het motief of de persoonlijke omstandigheden van verdachte en in de wijze waarop herhaling kan worden voorkomen. Hierdoor is een straf op maat niet mogelijk. Daarom vindt de rechtbank een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende en geboden straf.
Gelet op het voorgaande en in het bijzonder de ernst van het feit zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 3 jaren met aftrek van de tijd die hij al heeft vast gezeten.
Voor het beslag:
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven sporttas is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal verder de teruggave worden gelast van de overige na te melden voorwerpen aan de veroordeelde.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding en vorderen de volgende bedragen vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel:
[getuige 3] : € 7.499,00;
[getuige 1] : € 7.919.48;
[getuige 2] : € 7.370,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft in verband met de bepleite vrijspraak eerst verzocht de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen te verklaren, dan wel de vorderingen af te wijzen. Het gaat dan immers niet meer om rechtstreekse schade. Als dit niet slaagt, heeft zij verzocht tot matiging van de toe te wijzen bedragen tot bijvoorbeeld € 750,00.
Daartoe heeft zij aangevoerd dat het gevorderde smartengeld in alle drie de vorderingen is gebaseerd op uitspraken die niet vergelijkbaar zijn. Verder is de schade aan de glasplaat van de mobiele telefoon van [getuige 3] en zijn de reiskosten en kosten voor medicatie van [getuige 1] niet dan wel onvoldoende onderbouwd.
Beoordeling door de rechtbank
Smartengeld
Aan de benadeelde partijen is door het bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen.
Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan.
Gelet op de omstandigheid dat de benadeelde partijen tijdens de overval op hun werk met een of meerdere pistolen zijn bedreigd – waarbij het pistool ook vanaf een zeer korte afstand op [getuige 3] is gericht en [getuige 3] als bedrijfsleider onder grote bedreiging van twee gewapende overvallers de kluis in het kantoor heeft moeten openen – acht de rechtbank aannemelijk geworden dat zowel [getuige 3] , [getuige 1] als [getuige 2] zeer angstig zijn geweest en de overval een grote impact op hen heeft gehad. Dit volgt bij [getuige 1] ook uit de omstandigheid dat zij onder behandeling is bij een psycholoog in verband met extreme angsten, slapeloosheid en concentratieproblemen. Op grond van al het voorgaande in samenhang met de hoeveelheid geweld en bedreigingen die tegenover de medewerkers is gebruikt, zal de rechtbank het smartengeld naar maatstaven van billijkheid begroten op € 5.000,00 voor [getuige 3] en € 3.000,00 voor [getuige 1] en [getuige 2] .
Wat betreft het meer of anders gevorderde zullen de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in hun vorderingen, nu de behandeling van dat deel van de vorderingen naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De overige (materiële) schade van [getuige 3] en [getuige 1]
[getuige 3]
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen – in het bijzonder de aangifte – en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag van € 129,00 materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Dit bedrag komt samen met het bedrag van € 5.000,- aan smartengeld voor vergoeding in aanmerking.
[getuige 1]
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen kosten heeft moeten maken voor medicatie ter hoogte van € 7,00. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Dit bedrag komt samen met het bedrag van € 3.000,- aan smartengeld voor vergoeding in aanmerking.
Met betrekking tot de reiskosten van [getuige 1] is de rechtbank van oordeel dat deze schadepost onvoldoende is onderbouwd. Een nadere beoordeling van deze schadepost zou een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen, zodat de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 25 september 2015.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24, 24c, 27, 33, 33a, 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Voor het beslag:

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
o 1 zwarte sporttas (volgnummer 2 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
o 1 telefoon van het merk Samsung (volgnummer 1 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 paar wit met blauwe sportschoenen, merk Asics (volgnummer 3 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 pet van het merk Armani (volgnummer 4 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 boxershort (volgnummer 5 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 spijkerbroek met riem (volgnummer 6 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 paar werkhandschoenen (volgnummer 7 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 trui (volgnummer 8 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 zwarte trainingsbroek van het merk Adidas (volgnummer 9 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 wit shirt, merk Armani (volgnummer 10 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 zwart shirt, merk Adidas (volgnummer 11 beslaglijst d.d. 4 januari 2016);
o 1 paar lange sokken (volgnummer 12 beslaglijst d.d. 4 januari 2016).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [getuige 3]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [getuige 1]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [getuige 2]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. M.G.J. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen en H. Kuhnen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 januari 2016.
BIJLAGE І:
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [getuige 3] heeft gedwongen tot de afgifte
van geld ( (ongeveer) 6600 Euro en/of (ongeveer) 12340 Euro) , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt] (gevestigd in perceel [straat 1]
) , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s); - een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/ hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of - tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of - via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht , althans met gezichtsverhullende kleding en/of met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of - dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [getuige 3] en/of op/tegen [getuige 1] en/of op/tegen [getuige 2] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of - op korte afstand (terwijl die [getuige 3] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [getuige 3] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of - (zakelijk weergegeven)tegen die [getuige 3] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of - die [getuige 3] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor , althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [getuige 3] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of - tegen die [getuige 3] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en) , althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [getuige 3] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [getuige 3] gehouden en/of die [getuige 3] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen
en/of
hij op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee/een geldcassette(s) en/of geld ((ongeveer) 6600 Euro en/of (ongeveer)
12340 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [getuige 3] en/of tegen [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of tegen een of meer andere personeelsleden van die [supermarkt] (gevestigd in perceel [straat 1] ) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s),
- een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/ hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht , althans met gezichtsverhullende kleding
en/of met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of
- dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [getuige 3] en/of op/tegen [getuige 1] en/of op/tegen [getuige 2] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of
- op korte afstand (terwijl die [getuige 3] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [getuige 3] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of
- ( zakelijk weergegeven)tegen die [getuige 3] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of
- die [getuige 3] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor , althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [getuige 3] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of
- tegen die [getuige 3] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en) , althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [getuige 3] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [getuige 3] gehouden en/of die [getuige 3] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in bijlage Ι opgenomen.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Kievit (ON5R015416), gesloten op 4 november 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van aangifte [getuige 3] , A 22, A24-A25 en het proces-verbaal verhoor [getuige 4] , A125.
4.Het proces-verbaal van aangifte [getuige 3] , A23.
5.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , A101.
6.Het proces-verbaal van aangifte [getuige 3] , A22 t/m A25 en het proces-verbaal van bevindingen, A29.
7.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] , A103.
8.Het proces-verbaal beelden [supermarkt] , A71 t/m A74.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, A30 t/m A32, het proces-verbaal vergelijken kleding, AA68 en het verhoor van [verbalisant] bij de rechter-commissaris, p. 2.
10.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] , A124-A125.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, A179.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, A32.
13.Het proces-verbaal beelden [supermarkt] , A71, A73-A74 en het proces-verbaal sporenonderzoek, A221.
14.Het proces-verbaal sporenonderzoek, A221 en het NFI-rapport d.d. 17 december 2015, p. 3 en 8-9.