ECLI:NL:RBGEL:2016:3045
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B.J. Driessen
- M.J.A.L. Beljaars
- O.E. de Jong
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachten in zaak van openlijk geweld en mishandeling bij discotheek Harderplaza te Harderwijk
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 juni 2016 uitspraak gedaan in de zaak tegen twee verdachten die beschuldigd werden van openlijk geweld en mishandeling bij discotheek Harderplaza in Harderwijk op 10 augustus 2014. De verdachten werden ervan beschuldigd dat zij samen met anderen geweld hadden gepleegd tegen een slachtoffer, waarbij het slachtoffer letsel had opgelopen. Tijdens de zitting op 23 mei 2016 zijn verschillende getuigen gehoord, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de getuigen op onderdelen tegenstrijdig en inconsequent waren. Er waren geen andere bewijsmiddelen die de betrokkenheid van de verdachten konden bevestigen.
De officier van justitie stelde dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar de verdediging pleitte voor algehele vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachten. De rechtbank heeft de verklaringen van de getuigen kritisch beoordeeld en vastgesteld dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachten het feit hadden gepleegd. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachten vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, het slachtoffer, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachten zijn vrijgesproken, kon de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen in de beoordeling van de betrokkenheid van verdachten.