ECLI:NL:RBGEL:2016:3072

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
8 juni 2016
Zaaknummer
273143
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over erfdienstbaarheid en de impact van een pergola op het gebruik van een koeiendreef

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil over een erfdienstbaarheid die betrekking heeft op een koeiendreef. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H. van Vliet, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.J. van Veen, met betrekking tot de aanwezigheid van een pergola die de toegang tot de koeiendreef zou belemmeren. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 29 juli 2015 een deskundige, de heer E.J. Neerincx, benoemd om de situatie te beoordelen. De deskundige heeft vastgesteld dat de pergola een versmalling en verlaging van de koeiendreef veroorzaakt, wat een belemmering vormt voor het gebruik ervan door de koeien van de eiser.

De rechtbank heeft de bevindingen van de deskundige overgenomen en geconcludeerd dat de erfdienstbaarheid in de huidige staat niet kan worden gebruikt door de koeien van de eiser. De deskundige heeft ook aangegeven dat aanpassingen aan de pergola, zoals het breder en hoger maken, de situatie zouden kunnen verbeteren, maar dat het niet aan de eiser kan worden gevraagd om zijn koeien aan te leren om onder de pergola door te lopen. Dit zou in zijn huidige bedrijfsvoering als vermeerderaar onpraktisch zijn.

De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat de gedaagden de pergola en de begroeiing daarvan moeten verwijderen, zodat de erfdienstbaarheid weer in zijn oorspronkelijke staat kan worden gebruikt. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.230,27. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/273143 / HA ZA 14-625
Vonnis van 4 mei 2016
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] , gemeente Overbetuwe,
eiser,
advocaat mr. J.H. van Vliet te Wageningen,
tegen
[gedaagde 1], voor dezen
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] , gemeente Overbetuwe,
gedaagde,
advocaat mr. T.J. van Veen te Ede.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 29 juli 2015
  • het deskundigenbericht
  • de conclusie na deskundigenbericht van [eiser]
  • de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagden] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank verwijst naar en volhardt in hetgeen is overwogen in het tussenvonnis van 29 juli 2015. In dat tussenvonnis is de heer E.J. Neerincx benoemd als deskundige en zijn de volgende vragen aan hem ter beantwoording voorgelegd:
Kan [eiser] met zijn koeien gebruik maken van de erfdienstbaarheid in de huidige staat als koeiendreef, derhalve met de pergola?
Zo nee, in hoeverre vormt de aanwezigheid van de pergola daarvoor een belemmering?
Maakt het daarvoor nog verschil of de pergola is begroeid en zo ja, in hoeverre?
Kan het de koeien worden aangeleerd om onder de pergola door te lopen?
Zijn er redelijkerwijs risico’s te verwachten wanneer de koeien door de erfdienstbaarheid met pergola worden heengeleid? Zo ja, welke?
Kunnen die risico’s worden voorkomen? Zo ja, hoe?
Maakt het voor de beantwoording van de vorige vragen verschil of het gaat om melkvee of om koeien van het ras “Blonde Aquitaine”? Zo ja, in hoeverre?
Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
De deskundige heeft voormelde vragen beantwoord in zijn rapport van 30 december 2015 (hierna: het deskundigenbericht). Daarna hebben partijen zich over het deskundigenbericht uitgelaten.
2.2.
In het deskundigenbericht is voor zover van belang het volgende vermeld:

Zoogkoeien ras
De Blonde d’Aquitaine koe wordt gebruikt als zoogkoeien ras. Dat wil zeggen dat het kalf gedurende een periode van 6 á 7 maanden bij de moeder wordt gezoogd waarna het kalf wordt afgespeend. (…) Een Blonde d’Aquitaine koe geeft voldoende melk voor het groot brengen van haar eigen kalf, maar zal nooit uit commercieel oogpunt gemolken worden. Hier zit het grote verschil met kalveren van melkkoeien. Kalveren van melkkoeien worden gescheiden van de moeder opgefokt met kunstmelk. Door deze manier van opfok ontstaat een dagelijks contact tussen mens en dier.
Karakter
De Blonde d’Aquitaine koe staat zeer dicht bij de natuur en heeft hierdoor een grote stressfactor. (…) De Blonde is een echt kudde dier en onrustige dieren maken eventueel de gehele kudde stressvoller.
(…) Blondes werden vaak vergeleken met herten: schichtig, gestrest en sprongen vaak overal over heen. (…)
Sector zoogkoeienhouderij
(…)
De houders kunnen we indelen in drie groepen: Vermeerderaars, fokkers en topfokkers.

Vermeerderaarszijn houders welke alleen gaan voor kwantiteit. Zij verdiepen zich niet in de fokkerij of gegevens. Zij maken geen bewuste keuzes waardoor het karakter vaak problematisch is. Zij voeren geen selectie door in de kudde.
(…)
Gesprek en bezichtiging [gedaagden] 12-10-2015 (…)
3. Houdt u de begroeiing buiten het houtwerk van de pergola?
- Op locatie wordt geconstateerd dat de begroeiing niet geheel buiten de pergola wordt gehouden.
Bij nadere inspectie, plaatsgevonden op 28-12-2015 j.l., blijft de uitkomst van deze vraag gehandhaafd.
(…)
[eiser] heeft 33 Blondes (groot en klein). (…) Zijn dieren zijn niet halstermak. (…)
De gehele manier van veehouderij bedrijven is passend bij een vermeerderaar en wijkt zeker niet af ten opzichte van andere vermeerderaars.
Beantwoording vragen van de rechtbank:
De erfdienstbaarheid in de huidige vorm is een belemmering van het gebruik.
De pergola vormt een versmalling en verlaging. Blondes hebben hier een hekel aan.
Een begroeide pergola vormt een soort tunnel waar dieren maar moeilijk door heen willen. Vaak zijn ze claustrofobisch.
Het kan dieren worden aangeleerd. Maar africhting begint aan de basis vanaf kalf. Aan deze africhting wordt door [eiser] geen tijd besteed.
Het risico is dat dieren zich opgesloten voelen en daardoor over de omheining heen springen.
De risico’s kunnen worden verminderd door de omheining te verhogen tot minimaal 1.60 meter en bijvoorbeeld meer gesloten te maken met een houten raster.
Het is een enorm verschil of het om melkkoeien gaat of Blonde d’Aquitaine koeien. Bij melkkoeien is er namelijk, tijdens het melken, meerdere malen per dag contact met het vee. Ook worden de dieren veel gelokt om naar het melklokaal te gaan. Melkveehouders werken dagelijks met de dieren. Bij zoogkoeien is dit vaak niet het geval.
Mijn persoonlijke mening is: Maak de pergola aan beide zijde één meter breder en één meter hoger, dit zou het tunneleffect enorm verminderen en uiteindelijk het gebruik mogelijk maken en verbeteren.”
2.3.
Uit het deskundigenbericht volgt dat [eiser] met zijn koeien door de aanwezigheid van de pergola geen gebruik kan maken van de erfdienstbaarheid in de huidige staat. Door aanpassing van de pergola (één meter breder en één meter hoger) zou dit gebruik wel mogelijk zijn, maar niet gesteld of gebleken is dat [gedaagden] bereid is de pergola in die zin aan te passen. De rechtbank is van oordeel dat van [eiser] niet gevergd kan worden dat hij zijn koeien alsnog aanleert om onder de pergola door te lopen, aangezien voldoende aannemelijk is dat dat in zijn huidige bedrijfsvoering als vermeerderaar zeer bewerkelijk en ongebruikelijk is en uit het deskundigenbericht volgt dat met dat aanleren dient te worden begonnen als de koeien nog kalf zijn. Dat [eiser] met melkkoeien mogelijk wel gebruik zou kunnen maken van de erfdienstbaarheid in de huidige staat met de pergola en niet met Blonde d’Aquitaine koeien doet daaraan niet af. De erfdienstbaarheid is bedoeld als koeiendreef en [eiser] moet daarvan gebruik kunnen maken ongeacht de soort koeien die hij houdt.
2.4.
Gelet op het voorgaande dient de pergola en de begroeiing daarvan door [gedaagden] te worden verwijderd. In het tussenvonnis van 3 juni 2015 is reeds in 4.6. overwogen dat niet gebleken is van zodanige begroeiing langs of over het tracé van de erfdienstbaarheid, dat dat het gebruik daarvan beperkt. Kennelijk is door de deskundige wel geconstateerd dat de begroeiing niet geheel buiten de pergola wordt gehouden. Wanneer de pergola en de begroeiing daarvan worden verwijderd, zal van belemmerende begroeiing echter geen sprake meer zijn. In de akte van 29 juli 1977 is reeds vermeld dat de eigenaar van het perceel van [gedaagden] ervoor moet zorgdragen dat beplantingen en dergelijke op voldoende afstand van de koeiendreef worden geplaatst zodat de koeien hiervan niet kunnen eten en de eigenaar van de koeien niet aansprakelijk kan worden gesteld voor schade aan de gewassen. De rechtbank ziet daarom geen reden om te bepalen dat de beplanting de breedte niet mag beperken en niet over het tracé van de erfdienstbaarheid mag uitgroeien. Wanneer de pergola en de begroeiing daarvan wordt verwijderd, zal de breedte van de erfdienstbaarheid weer ongeveer 2.10 meter zijn, zoals in voormelde akte reeds is bepaald. De rechtbank zal de vorderingen van [eiser] daarom in na te melden zin toewijzen.
2.5.
[gedaagden] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 95,77
- griffierecht 282,00
- deskundigenbericht 2.722,50
- salaris advocaat
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 4.230,27

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat de ten behoeve van het perceel, kadastraal bekend gemeente Heteren , [kadastrale aanduiding 1] (het perceel van [eiser] ), en ten laste van het perceel, kadastraal bekend gemeente Heteren , [kadastrale aanduiding 2] (het perceel van [gedaagden] ), gevestigde erfdienstbaarheid van weg om te komen van en te gaan naar het perceel, kadastraal bekend gemeente Heteren , [kadastrale aanduiding 3] (het perceel van [eiser] ) met zich brengt dat over de betreffende strook grond geen pergola mag worden geplaatst en evenmin mag worden gehandhaafd;
3.2.
veroordeelt [gedaagden] de aangebrachte pergola en de begroeiing daarvan te verwijderen en verwijderd te houden;
3.3.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 4.230,27, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 14e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt [gedaagden] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de 14e dag na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2016.