In deze zaak heeft eiseres, een glastuinbouwbedrijf, een verzoek om tegemoetkoming in planschade ingediend met betrekking tot twee percelen die de bestemming 'Glastuinbouw' hebben. Eiseres stelt dat de waarde van haar bedrijf is verminderd door de inwerkingtreding van de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG), die uitbreiding van glastuinbouwbedrijven buiten concentratiegebieden verbiedt. De rechtbank Gelderland heeft op 16 juni 2016 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiseres gegrond werd verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand zijn gelaten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 18 juli 2011 een verzoek om planschade heeft ingediend, omdat zij meent dat zij geen gebruik meer kan maken van de bouwvergunning en vrijstelling die eerder aan haar zijn verleend. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelt dat de RVG niet leidt tot een nadeliger planologisch regime voor eiseres, omdat zij nog steeds gebruik kan maken van de verleende vergunningen. De rechtbank concludeert dat eiseres geen schade heeft geleden als gevolg van de RVG, omdat de bouwmogelijkheden van de percelen vrijwel geheel zijn benut met de verleende vergunningen.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, omdat verweerder zich op het onjuiste standpunt heeft gesteld dat eiseres geen gebruik meer kon maken van de bouwvergunning en vrijstelling door de RVG. Desondanks blijven de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand, en wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.