Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 januari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 7 april 2016.
2.De feiten
- in ruimte A, B en D zijn drie zeer vervuilde koolstoffilters en in ruimte C is één zeer vervuilde koolstoffilter aangetroffen, die allen schoon waren opgehangen;
- in ruimte A waren de armaturen vuil en in ruimte B, C en D waren de armaturen zeer vuil;
- in ruimte A, B, C en D waren de rotorbladen van ventilatoren zeer vuil;
- op afdekzeil bevond zich kalkaanslag;
- op schaartjes bevond zich hennepaanslag;
- er stonden lege potten;
- in de vloeistofbak bevond zich afval;
- er stonden (lege) voedingsflessen
- op buizen, lampen en dergelijke stonden productiedata (1 februari 2011 en 21 februari 2013);
- er lag hennep op de grond;
- purschuim was verkleurd;
- er waren oude assimilatielampen;
- er lagen gripzakjes.
Eerdere oogsten:in overleg met [naam 2] zijn wij tot de slotsom gekomen dat hier tenminste 3 keer eerder is geoogst in ruimte A en de nu gaande kweek van 2 weken en tenminste 5 keer eerder geoogst in ruimte B,C en D en de nu gaande kweek van 2 weken in ruimte B, C en D. Dit is gebaseerd op: Zware vervuiling kweekruimtes. Zwaar vervuilde koolstoffilters en 2 positieve netmetingen en 1 positieve warmtemeting.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toerekenbare tekortkoming in de nakoming
1.158,00(2,0 punt × tarief € 579,00)