Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
1. De procedure
- de dagvaardingen d.d. 25 mei 2016
- de akte wijziging en aanvulling van eis, alsmede overleggen producties van de zijde van Geba
- de mondelinge behandeling d.d. 2 juni 2016
- de pleitnota van Geba
- de pleitnota van [gedaagden] , die tevens een voorwaardelijke eis in reconventie behelst.
2.De feiten
“Wij hebben u erop gewezen uw gedrag volstrekt grensoverschrijdend en onacceptabel te vinden. Voor ons is het in ieder geval voldoende reden om op hele korte termijn de kantonrechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst met u te ontbinden, zulks op grond van een dringende reden (ontslag op staande voet). (..)Wij hebben u verteld dat wij de gang naar de rechter slechts dan niet zullen maken, indien u zich onderwerpt en een nieuw overeen te komen concurrentie-/relatie- en anti-ronselbeding, en zulks voor een periode van 2 jaar. In dat geval zijn wij bereid uw uitkeringsrechten te borgen middels het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Voor u betekent dit overigens wel dat u de komende 2 jaar niet bij Asfaltverwerking Nederland of andere concurrenten van Geba aan de slag kunt gaan, de relaties van Geba op geen enkele wijze mag bedienen en uw collega’s niet mag bewegen, op welke manier dan ook, bij Geba te vertrekken. (..)”
“Het huren, verhuren en onderverhuren van aannemers- en wegenbouwmateriaal”alsmede met
“Het verhuren casu qua uitlenen van machinisten, balkmannen, afwerkers en uitvoerders aan aanneembedrijven.”
3.Het geschil in conventie
- samengevat - [gedaagde 1] te gebieden zijn werkzaamheden ten behoeve van [gedaagde 2] , dan wel een aan [gedaagde 2] gelieerde onderneming, te staken en gestaakt te houden en hem te verbieden in strijd met het concurrentie-, relatie-, anti-ronsel- en geheimhoudingsbeding uit de vaststellingsovereenkomst te handelen, zulks op straffe van een dwangsom. Daarnaast vordert Geba veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling van een bedrag van € 25.000,00 als voorschot op de door hem verbeurde boetes en [gedaagde 2] op straffe van een dwangsom te verbieden [gedaagde 1] gedurende de duur van het non-concurrentie- en relatiebeding binnen haar onderneming of een aan haar gelieerde onderneming werkzaamheden te laten verrichten. Tot slot vordert Geba de hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] in de kosten van deze procedure.
4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie
5.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
Het voorgaande leidt ertoe dat er aanleiding bestaat [gedaagde 1] te gebieden zijn werkzaamheden ten behoeve van [gedaagde 2] te staken en hem te verbieden in strijd met het relatie- en concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst van november 2014 te handelen. Gelet op artikel 18 en 19 van deze arbeidsovereenkomst geldt dit voor een termijn van één respectievelijk twee jaar, na 31 december 2015.
Weliswaar is inherent aan de functie die [gedaagde 1] heeft vervuld dat hij over deze informatie beschikt, maar het staat hem op grond van het geheimhoudingsbeding in de vaststellingsovereenkomst niet vrij om Geba met een vrijwel identieke prijslijst te gaan beconcurreren. Gelet hierop bestaat er naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook aanleiding [gedaagde 1] te verbieden om in strijd met het geheimhoudingsbeding uit de vaststellingsovereenkomst te handelen. Ook dit verbod is dus in beginsel toewijsbaar, zij het met een beperking in tijd (zie hierna 5.13).