ECLI:NL:RBGEL:2016:3905

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 juli 2016
Publicatiedatum
15 juli 2016
Zaaknummer
05-720244-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. [voorzitter]
  • mr. [rechter 1]
  • mr. [rechter 2]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld en mishandeling in Apeldoorn tijdens uitgaansincident

Op 14 juli 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij openlijk geweld in Apeldoorn in 2013. De verdachten werden beschuldigd van deelname aan een vechtpartij die ontstond in het uitgaansgebied, waarbij slachtoffers letsel opliepen. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan mishandeling en openlijke geweldpleging. De feiten vonden plaats op 2 juni 2013, toen een groep mannen van Poolse afkomst betrokken raakte bij een conflict in een café, wat leidde tot een vechtpartij op straat. De rechtbank hield rekening met het tijdsverloop en de rol van de slachtoffers in het geweld. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur, waarbij de rechtbank afweek van de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf had geëist. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan de openlijke geweldpleging, maar dat er ook verzachtende omstandigheden waren, zoals het feit dat hij een first offender was en dat de slachtoffers zelf ook een rol hadden gespeeld in het geweld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : [parketnummer]
Datum uitspraak : 14 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Raadsman: mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Veenendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12 mei 2014 en 01 juli 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 02 juni 2013 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever 3] van het leven te beroven, met dat opzet voornoemde [aangever 2] (met kracht) (meermalen) (in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd, althans het lichaam), heeft geslagen/gestompt en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) met een (kap)mes (machete), althans een scherp voorwerp (op/in het (achter)hoofd) heeft geslagen/gestoken/gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 juni 2013 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [initialen] [aangever 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [aangever 2] (met kracht) (meermalen) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd, althans het lichaam, heeft geslagen/gestompt en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) met
een (kap)mes (machete), althans een scherp voorwerp, op/in het (achter)hoofd heeft geslagen/gestoken/gesneden ), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer Subsidiair
hij op of omstreeks 02 juni 2013 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [initialen] [aangever 2] ) (met kracht) (meermalen) (in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd, althans het lichaam), heeft geslagen/gestompt en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) met een (kap)mes (machete), althans een scherp voorwerp (op/in het (achter)hoofd) heeft geslagen/gestoken/gesneden,
waardoor voornoemde [aangever 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 02 juni 2013 te Apeldoorn met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Griftstraat en/of Marktplein en/of Marktstraat en/of Deventerstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 10] en/of [aangever 11]
en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] , welk geweld bestond uit (met kracht) (meermalen) slaan/stompen en/of (met kracht) (meermalen) trappen/schoppen tegen en/of dreigend opdringen in de richting van die [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 10] en/of [aangever 11] en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Op grond van de bewijsmiddelen worden de volgende feiten en omstandigheden, die verder ook niet ter discussie staan, vastgesteld. Hierbij wordt zoveel mogelijk de chronologische volgorde aangehouden.
Op 1 juni 2013 voor middernacht is door een groep mannen van Poolse afkomst bezoek gebracht aan café ' [naam] ’ te Apeldoorn aan de Marktstraat. Deze groep Poolse mannen bestaat uit de volgende personen: [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [initialen] [aangever 2] , [aangever 8] , [aangever 9] , [aangever 10] , [getuige] , [aangever 12] en [aangever 13] . [2] De eigenaar van het café, [verdachte 2] , zijn zoon/de DJ [medeverdachte 1] en de heer [medeverdachte 2] , zijn dan ook aanwezig. [3]
De groep Poolse mannen gedraagt zich vervelend. Zij gooien bijvoorbeeld flessen op de grond en gebruiken drugs. In het café wordt op een gegeven moment een Pools lied gedraaid, dat aangeeft dat het tijd is het café te verlaten. De groep mannen vertrekt dan. [4]
De groep mannen komt later weer terug als de muziek op zachter volume weer aan is gegaan en zij willen weer naar binnen. De personen die in het café zijn houden de deur dicht terwijl een aantal mannen tot twee keer toe binnen probeert te komen. [5] Er worden over en weer glazen flessen en waxinelichtbolletjes gegooid en er wordt de ruit van de toegangsdeur vernield. [6] Voor het café ontstaat een grote vechtpartij, waarbij een dikke Poolse man met een rood-witgestreept shirt op de grond valt. [7]
De groep Poolse mannen rent even later weg, waarop de mannen in het café, waaronder [verdachte 2] en [medeverdachte 1] , achter de Poolse mannen aan rennen richting het Marktplein. [8]
De groep Poolse mannen enerzijds en onder andere [verdachte 2] en [medeverdachte 1] anderzijds komen op elkaar af en er ontstaat wederom een gevecht. [9]
Op 2 juni 2013 te 02:59 uur ontvangt de politie een melding, waarop zij kort daarna bij het café arriveren. De verbalisanten treffen daar vernielde ramen in de deuren aan de voorzijde van het café, kapot glas afkomstig van flessen, glazen en windlichten en sporen van bloed aan. [10] Op de kruising bij de Deventerstraat en de Griftstraat treffen verbalisanten twee groepen personen aan. Mannen in de Poolse groep houden houten latten met daarin spijkers en schroeven in hun handen. In beide groepen zijn mensen gewond. Er is sprake van uitgeslagen tanden, snij- en schaafverwondingen en kneuzingen. [11] Eén van de Poolse mannen is het ernstigst gewond. Verbalisanten treffen hem apart van de groep aan. Hij heeft (steek)wonden in zijn achterhoofd, in de nek, buik en rug en in het been. [12]
Nadere overweging met betrekking tot feit 1:
Het standpunt van de officier van justitieNaar de mening van de officier van justitie is er onvoldoende bewijs voor het slaan dan wel steken, snijden van [aangever 2] door verdachte. Verdachte dient dan ook van het primair ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken. Wel is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde feit, poging tot zware mishandeling, door [aangever 2] onder andere tegen het hoofd te schoppen en te slaan voor het café, terwijl [aangever 2] op de grond lag.
Het standpunt van de verdedigingNaar mening van de verdediging kunnen de verklaringen van de Poolse verdachten niet tot het bewijs worden gebezigd. Dit brengt met zich dat er onvoldoende bewijs is dat het letsel bij [aangever 2] door verdachte is veroorzaakt. Daarnaast kan niet bewezen worden dat sprake is van medeplegen.
Beoordeling door de rechtbankDe rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een mes is zijn handen heeft gehad en dat hij daarmee [aangever 2] zou hebben gestoken dan wel gesneden. De rechtbank zal verdachte dan ook van het primair ten laste gelegde feit vrijspreken.
Aangever [aangever 2] heeft bij de politie verklaard dat hij op een gegeven moment, buiten het café, op straat lag en dat hij voelde dat hij geschopt en/of geslagen werd door mannen. [aangever 2] voelde dat hij schoppen/klappen op zijn rug en op zijn hoofd kreeg. Hij voelde op dat moment pijn. [13]
Medeverdachte [aangever 7] heeft bij de politie verklaard dat hij zag dat de eigenaar de glazen deur opende en dat de DJ van het café bij hem was. De DJ kwam als eerst naar buiten, gevolgd door de eigenaar van de bar en daarna een grijsharige oude man. [aangever 14] zag dat de DJ [aangever 2] een klap gaf. [aangever 14] hoorde later dat de DJ de zoon van de eigenaar was. [aangever 2] werd met een vuist in zijn gezicht geslagen en viel door de klap op de grond. [aangever 14] zag dat [aangever 2] werd geslagen en geschopt door de DJ, de eigenaar van de bar en de grijsharige man. [14]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat de dronken Pool een rood-wit gestreept T-shirt aan had en dat hij er vrij dik uitzag. Op het moment dat deze Poolse man tegen het raam aan het slaan was, ging zijn vader, [verdachte 2] , naar buiten. [medeverdachte 1] heeft de man vastgepakt en hem gezegd dat hij moest gaan. Vervolgens kwamen er Poolse en Nederlandse jongens bij. Er ontstond een vechtpartij. “Het was gewoon oorlog” volgens [medeverdachte 1] . [15] Voorts verklaart [medeverdachte 1] dat hij de door hem beschreven Poolse man een aantal keren heeft geslagen. Hij heeft hem op zijn gezicht geraakt met de vuist en hem geschopt tegen zijn been met een zijwaartse trap. [16]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij denkt dat hij de Pool met het rode T-shirt die op de grond terecht was gekomen een klap met de vlakke hand op zijn gezicht heeft gegeven. [17]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat [aangever 2] door verdachte dan wel door de medeverdachten tegen zijn hoofd is geschopt terwijl hij op de grond lag. [aangever 2] heeft verklaard dat hij geslagen dan wel geschopt is tegen zijn hoofd. Dat [aangever 2] tegen zijn hoofd zou zijn geschopt vindt geen steun in overige verklaringen. Ook medeverdachte [aangever 14] heeft hier niet over verklaard. Nu de rechtbank niet kan vaststellen dat [aangever 2] al dan niet met kracht tegen zijn hoofd is geschopt en de overige handelingen naar het oordeel van de rechtbank geen poging tot zware mishandeling kunnen opleveren, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het subsidiair ten laste gelegde feit.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen echter wel bewezen dat [aangever 2] meermalen door meerdere personen is geslagen in zijn gezicht en zijn lichaam en tegen zijn lichaam is geschopt. Ook acht de rechtbank bewezen dat verdachte één van de personen is geweest die [aangever 2] op een dergelijke wijze hebben mishandeld. Niet alleen denkt verdachte zelf dat hij [aangever 2] met de vlakke hand in zijn gezicht heeft geslagen op het moment dat [aangever 2] op de grond lag, ook heeft medeverdachte [aangever 14] verklaard dat de eigenaar van het café (de rechtbank leest: verdachte), [aangever 2] heeft geslagen en geschopt.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte in vereniging [aangever 2] heeft mishandeld, terwijl hij op de grond lag.
Nadere overweging met betrekking tot openlijke geweldpleging; feit 2
Het standpunt van de officier van justitieDe officier van justitie heeft gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
Het standpunt van de verdedigingDe verdediging is van mening dat de verklaringen van de Poolse verdachten buiten beschouwing moeten worden gelaten. Daarnaast is er geen sprake van openlijk geweldpleging. Voorts kan niet worden bewezen dat tegen de in de tenlastelegging genoemde personen geweld is gebruikt. Verdachte dient derhalve van het tenlastegelegde feit te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbankDe rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld of sprake is geweest van openlijke geweldpleging tegen personen.
Geweld is openlijk als het waarneembaar is voor publiek. Het wordt in vereniging gepleegd als de dader nauw en bewust samenwerkt met één of meer anderen en daarbij zelf een ‘significante of wezenlijke bijdrage’ aan de geweldpleging levert. Hij kan dit doen door zelf één of meer gewelddadige handelingen te verrichten, maar ook door het leveren van een vocale, intellectuele of andere bijdrage aan het (groeps)verband dat het geweld pleegt. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door de andere daders aan te moedigen, door mee te doen aan de organisatie van de geweldpleging, door hulpmiddelen aan te reiken of door de daders af te schermen.
Met inachtneming hiervan overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op 2 juni 2013 op de openbare weg de Griftstraat, het Marktplein, de Marktstraat en de Deventerstraat te Apeldoorn geweld heeft plaatsgevonden, dat kan worden gekwalificeerd als openlijke geweldpleging. Het geweld en dreigend opdringen was gericht tegen de in de tenlastelegging genoemde personen.
Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden wat de rol van verdachte is geweest tijdens de openlijke geweldpleging.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat op het moment dat de Poolse mannen wegrenden, hij daar met een groep achteraan is gegaan om ze weg te jagen. Verdachte wilde ervoor zorgen dat ze weggingen en deed dit door te schreeuwen. Zij zijn op het Marktplein gestopt. Verdachte zag politie aan komen op de Deventerstraat. [18]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat zijn vader en hijzelf met ongeveer zes Nederlandse en Turkse jongens achter de Poolse jongens zijn aangerend. [19] Opeens zag [medeverdachte 1] dat de Poolse mannen weer op hen afkwamen waarop zij op de Poolse mannen af gingen. [medeverdachte 1] heeft met een afgebroken paal een Poolse man geslagen. Hij zegt ook met zijn vuisten te hebben geslagen en te hebben geschopt. [20] Door de groep van [medeverdachte 1] zijn stokken, balken en een paraplu gebruikt. [21]
Gelet op de verklaringen van verdachte en zijn zoon, [medeverdachte 1] in samenhang met de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een significante bijdrage heeft gehad in de ten laste gelegde openlijk geweldpleging. Verdachte is al schreeuwend achter de groep Poolse jongens aangerend, met de bedoeling om ze weg te jagen. Aldus heeft verdachte in aanmerkelijke mate bijgedragen aan de sfeer van intimidatie jegens de Poolse jongens. Door deze bijdrage kunnen de vele andere deelnemers aan het openlijk geweld zich ook gesterkt hebben gevoeld in hun eigen aandeel. Daarnaast heeft verdachte de gewelddadige groep getalsmatig versterkt en heeft hij zich op geen enkel moment van het door de anderen uitgeoefende geweld gedistantieerd. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde openlijke geweldpleging, op de wijze zoals hierna is vermeld.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks02 juni 2013 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [initialen] [aangever 2] )
(met kracht)(meermalen)
(in/tegen
het gezicht en/of op/tegen het hoofd, althanshet lichaam
), heeft
geslagen/gestompt en/ofgeschopt/getrapt
en/of (met kracht) met een (kap)mes (machete), althans een scherp voorwerp (op/in het (achter)hoofd) heeft geslagen/gestoken/gesneden,
waardoor voornoemde [aangever 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
en
hij op
of omstreeks02 juni 2013 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [initialen] [aangever 2] )
(met kracht)(meermalen)
(in/tegen het gezicht en
/of op/tegen het hoofd
, althans het lichaam), heeft geslagen
/gestompt en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) met een (kap)mes (machete), althans een scherp voorwerp (op/in het (achter)hoofd) heeft geslagen/gestoken/gesneden,
waardoor voornoemde [aangever 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op
of omstreeks02 juni 2013 te Apeldoorn met
een ander ofanderen, op
of aande openbare weg, Griftstraat en/of Marktplein en/of Marktstraat en/of Deventerstraat,
in elk geval op of aan een openbare weg,openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 10] en/of [aangever 11]
en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] , welk geweld bestond uit (met kracht) (meermalen) slaan/stompen en/of (met kracht) (meermalen) trappen/schoppen tegen en/of dreigend opdringen in de richting van die [aangever 5] en/of [aangever 6] en/of [aangever 7] en/of [aangever 8] en/of [aangever 9] en/of [aangever 10] en/of [aangever 11] en/of [aangever 12] en/of [aangever 13] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van mishandeling
Ten aanzien van feit 2
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

5.De strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van de verdachte

Door de verdediging is een beroep gedaan op noodweer(exces) en bepleit dat verdachte daarom dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Hiertoe is – kort gezegd – aangevoerd dat verdachte zijn en andermans lijf en zijn café (met de zich daarbinnen bevindende goederen) moest verdedigen tegen de aanvallen van de Poolse mannen, dan wel dat door deze aanvallen een hevige gemoedsbeweging is ontstaan bij verdachte waardoor hij de grenzen van een noodzakelijke verdediging heeft overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat het gedrag van verdachte naar zijn uiterlijke verschijningsvorm niet verenigbaar is met een situatie van noodweer zodat de rechtbank deze verweren afwijst.
De feiten zijn derhalve strafbaar en verdachte is een strafbare dader, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die zijn strafbaarheid van verdachte uitsluit.

6.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en tot het verrichten van 200 uren werkstraf, te vervangen door 100 dagen hechtenis met aftrek van de uren die in inverzekeringstelling zijn doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht ten aanzien van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het enorme tijdsverloop, welk tijdsverloop niet aan verdachte te wijten is.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 18 mei 2016 en een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 12 augustus 2013.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling en openlijke geweldpleging in een groep in het uitgaansgebied van Apeldoorn. Bij het café van verdachte is ruzie ontstaan die is uitgemond in een vechtpartij voor het café die zich uiteindelijk heeft verplaatst naar het Marktplein en de Deventerstraat. De slachtoffers van deze vechtpartij zijn geslagen en geschopt en hebben hier lichamelijk letsel aan overgehouden. Hiermee is een inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit. Op maatschappelijk niveau zorgt dergelijk uitgaansgeweld voor gevoelens van onrust en onveiligheid.
In het algemeen geldt als uitgangspunt dat openlijke geweldpleging wordt bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Hoewel de rechtbank van oordeel is dat het bewezen verklaarde geweldsfeit een ernstig incident betreft, acht zij enkel een werkstraf - anders dan de officier van justitie - meer passend en geboden. De rechtbank wijkt af van de eis van de officier van justitie, omdat, hoewel verdachte strafrechtelijk gezien een behoorlijk aandeel heeft gehad in de vechtpartijen, verdachte first offender is en hij zijn leven inmiddels weer goed op de rit lijkt te hebben. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte schade heeft geleden door toedoen van anderen en het feit dat de slachtoffers zelf een behoorlijke rol hebben gespeeld in het geheel van geweld. Een gevangenisstraf zal hierop een (ook maatschappelijk) ongewenst effect hebben. Met name nu de bewezenverklaarde mishandeling en openlijke geweldpleging ongeveer drie jaar geleden hebben plaatsgevonden.
De rechtbank acht gelet op het vorenstaande enkel en een lagere werkstraf dan door de officier van justitie is geëist, passend en geboden.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 27, 47, 57, 141 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
 Spreekt verdachte vrij van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
80 (tachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. [voorzitter] (voorzitter), mr. [rechter 1] en mr. [rechter 2] , rechters, in tegenwoordigheid van mr. [griffier 1] en mr. [griffier 2] , griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Oost Nederland, district Noordoost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer 2013071409, gesloten op 18 juli 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever 5] , p. 126, het proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever 7] , p. 178 en het proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever 9] , p. 266.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] , p. 66, het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] en het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 367.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] , p. 66-67.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] , p. 67-68 en het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 88-89.
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 97
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 88-89.
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 89-90.
9.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 91.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2013, p. 16.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2013, p. 7 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2013, p. 10-11.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juni 2013, p. 9.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [initialen] [aangever 2] , d.d. 3 juni 2013, p. 206, eerste alinea, zesde tot en met elfde regel.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever 7] , d.d. 4 juni 2013, p. 178, vierde alinea, negende tot en met zestiende regel.
15.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , d.d. 3 juni 2013, p. 88, vierde, zevende, negende en twaalfde alinea en p. 89.
16.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , d.d. 3 juni 2013, p. 89, zevende, tiende en elfde alinea.
17.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 6 juni 2013, p. 72, zesde alinea.
18.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 juli 2016.
19.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , d.d. 3 juni 2013, p. 90, achtste en laatste alinea.
20.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , d.d. 3 juni 2013, p. 91, tweede en achtste
21.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , d.d. 3 juni 2013, p. 91, laatste regel en p. 92, eerste regel.