ECLI:NL:RBGEL:2016:3983

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 juli 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
05/720263-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. [rechter 3]
  • mr. [voorzitter]
  • mr. [rechter 1]
  • mr. [rechter 2]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling en poging tot doodslag door onvoldoende bewijs

Op 18 juli 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 56-jarige man uit Vaassen, die werd verdacht van mishandeling van zijn vrouw. De man werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van letsel en poging tot doodslag. De rechtbank heeft de man vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De vrouw had verklaard dat zij door haar man was mishandeld, maar de rechtbank oordeelde dat haar verklaringen niet werden ondersteund door getuigen. Niemand was bij het incident aanwezig, en de vrouw had in het ziekenhuis geen toestemming gegeven voor onderzoek naar haar letsel. De man ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat zijn vrouw was uitgegleden.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen wat er precies was gebeurd. Er was een mogelijkheid dat de vrouw was gevallen, en de man kreeg daarom het voordeel van de twijfel. Ook de tweede beschuldiging van mishandeling over een periode van twee jaar kon niet worden bewezen, omdat de verklaringen van getuigen niet voldoende waren om de beschuldigingen te ondersteunen. De rechtbank besloot dat de verdachte van alle feiten vrijgesproken moest worden en hefte de voorlopige hechtenis op.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : [parketnummer 1]
Datum uitspraak : 18 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1]
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
wonende te [adres 1] .
Raadsvrouw: mr. B.A.T. Brouwer, advocaat te Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 4 juli 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 05 november 2015 te Vaassen, gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn echtgenote, [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, opzettelijk - meermalen, althans eenmaal, bij de keel/hals heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of in die keel/hals heeft gedrukt en/of geknepen en/of die keel/hals dichtgedrukt en/of dichtgeknepen heeft gehouden en/of - meermalen (met kracht) het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of - (vervolgens)(met kracht) meermalen, althans eenmaal, met het hoofd op/tegen een deur heeft geslagen/gegooid/gebeukt en/of - haar knieën heeft omgedraaid en/of verdraaid en/of, - meermalen op/tegen haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 05 november 2015 te Vaassen, gemeente Epe, aan zijn echtgenote, [slachtoffer 4] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een hoofdwond (met een uitpuilende zwelling met een diameter van ongeveer 3 cm), heeft toegebracht door die
[slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, bij het hoofd vast te pakken
en/of vast te grijpen en/of (vervolgens) (met kracht) met het hoofd tegen een
deur aan te gooien/slaan/beuken;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair
hij op of omstreeks 05 november 2015 te Vaassen, gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn echtgenote, [slachtoffer 5] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen opzettelijk die [slachtoffer 2]
- meermalen, althans eenmaal, bij de keel/hals heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of die
keel/hals heeft dichtgedrukt en/of dichtgeknepen en/of dichtgedrukt en/of dichtgeknepen heeft
gehouden en/of
- meermalen (met kracht) het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of
vastgegrepen en/of
- ( vervolgens)(met kracht) meermalen, althans eenmaal, met het hoofd tegen een deur heeft
geslagen/gegooid/gebeukt,
- haar knieën heeft omgedraaid en/of verdraaid en/of,
- meermalen op/tegen haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 november
2013 tot en met 04 november 2015 te Vaassen, gemeente Epe, (telkens)
opzettelijk mishandelend zijn echtgenote, althans een persoon, te weten [slachtoffer 6]
,
- meermalen, althans eenmaal, bij de haren heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of
(vervolgens) aan de haren heeft getrokken en/of
- meermalen, althans eenmaal, op/tegen het gezicht, althans het hoofd, en/of op/tegen de armen,
althans het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt en/of
- meermalen, althans eenmaal, bij de armen, althans het lichaam heeft vastgepakt en/of
vastgegrepen,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op 5 november 2015 kreeg de politie het verzoek te gaan naar de [adres 2] te Vaassen, het adres van de melder. De melder vertelde dat zijn buurvrouw bij hem was, dat zij helemaal onder het bloed zat en dat zij zou zijn mishandeld door haar man.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak voor de ten laste gelegde poging tot doodslag (feit 1 primair) en de zware mishandeling (feit 1 subsidiair). Wel acht zij de onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde mishandeling en de mishandeling ten laste gelegd onder feit 2 bewezen. De officier van justitie heeft primair verzocht de foto’s waarop het letsel van het slachtoffer is te zien te gebruiken voor het bewijs. Subsidiair heeft zij, voor zover er twijfel is over het letsel, verzocht het onderzoek in de zaak te schorsen om medische gegevens van het slachtoffer op te vragen en deze voor te leggen aan een forensisch arts, zodat die kan rapporteren over de vraag hoe het letsel kan zijn ontstaan.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 meer subsidiair en 2 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak voor beide feiten bepleit. Zij heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat het wettig en overtuigend bewijs voor de poging tot doodslag, de zware mishandeling en de poging daartoe ontbreekt. De verklaringen van de getuigen kunnen volgens de raadsvrouw niet bijdragen aan het bewijs omdat het merendeel van de getuigen niets heeft gezien, slechts iets heeft gehoord of de wetenschap heeft van horen zeggen. Daarnaast zijn de verwondingen niet aan te merken als zwaar lichamelijk letsel en heeft [slachtoffer 7] deze opgelopen doordat zij is gevallen als gevolg van haar alcoholgebruik. Ook voor feit 2 ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs. Uit de verklaringen van de kinderen blijkt volgens de raadsvrouw niet dat sprake is van mishandeling. Het geven van een enkele klap was bedoeld om [slachtoffer 19] weer bij haar positieven te brengen. Wanneer dit zou zijn gebeurd, blijkt echter niet uit de verklaringen, aldus de raadsvrouw.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
De rechtbank overweegt dat uit de stukken naar voren komt dat [slachtoffer 8] tegen haar buurman [getuige] heeft verteld dat ze door haar man was mishandeld. Dit heeft zij ook tegenover de politie verteld en tegen de politie en de hulpverleners tijdens haar opname in het ziekenhuis. Haar verklaringen vinden echter geen steun in de verklaringen van de getuigen, nu niemand bij het incident aanwezig is geweest. [slachtoffer 9] heeft in het ziekenhuis geen toestemming gegeven voor onderzoek van haar letsel. Evenmin wilde ze dat het letsel in het ziekenhuis werd gefotografeerd. Verdachte heeft steeds ontkend dat hij geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer 20] . Volgens verdachte heeft hij vazen, schalen en een fles olijfolie kapot gegooid en is [slachtoffer 10] uitgegleden en gevallen, waarbij zij zich heeft verwond.
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat [slachtoffer 11] op 5 november 2015 veel alcohol had genuttigd. Ook komt uit de stukken naar voren dat er die dag een woordenwisseling heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer 12] en dat er iets is gebeurd waarbij [slachtoffer 13] verwondingen heeft opgelopen. Uit de stukken en uit het verhandelde ter terechtzitting kan echter niet worden vastgesteld wat er precies is gebeurd. Niet kan worden uitgesloten dat verdachte geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer 14] ten gevolge waarvan zij verwondingen heeft opgelopen. Evenmin kan worden uitgesloten dat [slachtoffer 15] is gevallen en ten gevolge daarvan verwondingen heeft opgelopen. Over de ernst van het letsel is weinig bekend omdat [slachtoffer 16] geen toestemming heeft gegeven voor onderzoek daarnaar. Nu de mogelijkheid bestaat dat het letsel op andere wijze is ontstaan, dient verdachte het voordeel van de twijfel te krijgen en zal hij van feit 1 primair, subsidiair en meer subsidiair worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt in dit verband nog dat een rapport van een forensisch arts niet tot een ander oordeel kan leiden, nu in dat rapport slechts een indicatie wordt gegeven van de wijze waarop het letsel kan zijn ontstaan. Ook in dat geval blijft de mogelijkheid bestaan dat het letsel op andere wijze is ontstaan en wordt de onduidelijkheid daarover niet weggenomen. De rechtbank ziet daarom geen reden de zaak aan te houden voor het doen opmaken van een letselrapportage.
Feit 2
De rechtbank acht ook dit feit niet bewezen. De verklaring die [slachtoffer 17] heeft afgelegd wordt niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Uit de verklaringen van de kinderen van verdachte kan worden afgeleid dat verdachte [slachtoffer 18] wel eens heeft geslagen. Niet blijkt echter dat dit heeft plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode. Verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.

3.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten;

heft ophet geschorste bevel tot
voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. [voorzitter] (voorzitter), mr. [rechter 1] en mr. [rechter 2] , rechters, in tegenwoordigheid van mr. [griffier] , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op .
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: [parketnummer 2]
[jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]
Uitspraak d.d.: 18 juli 2016
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van 18 juli 2016.
Tegenwoordig:
mr. [rechter 3] , rechter,
mr. , officier van justitie,
en , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte,
[verdachte 2]
geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2]
wonende te [adres 3] ,
is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De raadsvrouw, mr. B.A.T. Brouwer, is wel / niet verschenen.
De rechter spreekt het vonnis uit
en wijst verdachte op de mogelijkheid om binnen veertien dagen na heden hoger beroep tegen dit vonnis in te stellen.
Waarvan proces-verbaal,