2.2Op 18 december 1990 heeft de Gemeente met een rechtsvoorganger van Liander (PGEM) een overeenkomst (“Overeenkomst leidingen gemeente Arnhem”. hierna: de overeenkomst te noemen) gesloten over onder andere het aanbrengen (leggen) en hebben (liggen) van leidingen in gronden van de Gemeente. De overeenkomst is gesloten in het kader van de overdracht van het gas-, elektriciteits- en waterbedrijf van de Gemeente aan PGEM voor een bedrag van ongeveer 300 miljoen gulden. In de overeenkomst staat, voor zover hier van belang:
“1 De Gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich hiertoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van gas, water en electrische energie door de PGEM met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moet worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen en verklaart zich bereid, indien de PGEM zulks wenst, haar de nodige zakelijke rechten te verlenen. De verlening van de hiervoor bedoelde op het burgerlijk recht gebaseerde vergunningen, ontheffingen, toestemmingen en rechten geschiedt kostenloos. Voor publiekrechtelijke heffingen, welke hiermede in verband staan, geldt het bepaalde in punt 7 van deze regeling.
(…)
5 Leidingen met toebehoren dienen (…) zoveel mogelijk buiten de rijwegverhardingen en trottoirs of wegbermen te worden gelegd. (…)
(…)
7 De Gemeente verbindt zich, indien krachtens enige gemeenteverordening rechten op het aanwezig zijn van het leidingnet met toebehoren in, op of boven gemeentegronden, -wateren, enz. worden geheven, binnen redelijke tijd deze verordening zodanig te herzien dat na wijziging de PGEM geen rechten zal zijn verschuldigd, dan wel de PGEM jaarlijks een bedrag, gelijk aan de door haar betaalde rechten, uit te keren.
Het laatste geldt evenzo voor het geval in de toekomst een verordening als bovenbedoeld van kracht mocht worden.
8. De PGEM zal voor haar rekening het geroerde na het gereedkomen der werken zo spoedig mogelijk herstellen. (…)
De Gemeente zorgt voor de uitvoering van de (her)straatwerkwerkzaamheden (…)
(…)
9a Indien naar het oordeel van de PGEM tengevolge van of in verband met door of vanwege de Gemeente uit te voeren werken, leidingen met toebehoren in een zodanige positie komen te verkeren, dat niet meer wordt voldaan aan (…) punt 5 van deze regeling (…), dan dienen deze leidingen met toebehoren voorzover mogelijk te worden verlegd (…).
b In het hiervoor sub a bedoelde geval komen alle kosten verbonden aan het verleggen
- waaronder begrepen de daarmee verband houdende kosten van herstelwerkzaamheden
(...) - voor rekening van de Gemeente, met dien verstande dat ingeval er sprake is van door of vanwege de Gemeente uit te voeren stadsvernieuwingsprojecten de kosten verbonden aan de
- eventueel noodzakelijke - aanpassing van de netcapaciteit voor rekening van de PGEM blijven.
c. Ten aanzien van de vaststelling door de PGEM van de gemaakte kosten voor het verleggen zal gelden dat:
(…)
- geen rekening wordt gehouden met de toestand of leeftijd van leidingen behoudens dat op materiaalkosten een reductie wordt toegepast van 2% voor elk jaar dat het betreffende leidinggedeelte langer dan 10 jaren in exploitatie is geweest (…).
(…)
11 e Indien één van beide partijen in gebreke blijft met de nakoming van één of meer harer verplichtingen uit deze overeenkomst voortvloeiende, kan de andere partij nakoming van de overeenkomst met of zonder schadevergoeding vorderen.
Partijen doen afstand van het recht om ingeval van wanprestatie ontbinding van de overeenkomst te vorderen”.