2.3.Op 15 maart 2013 hebben partijen ten behoeve van beide brede scholen een gelijkluidende vaststellingsovereenkomst gesloten in verband met een meningsverschil over de uitwerking van het zogenoemde economische claimrecht van de Gemeente, zoals dat op dit moment is vastgelegd artikel 110 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), wanneer op enig moment in de toekomst de nieuwe gebouwen - waarin dus niet alleen scholen zijn gevestigd - niet meer als school zouden worden gebruikt. De vaststellingsovereenkomsten luiden, voor zover van belang, als volgt:
overwegende
- dat partijen de totstandkoming van een ‘brede school’ in (…) nastreven waarin naast de basisschool andere gebruikers (participanten) zullen deelnemen, nader te noemen: ‘de brede school (…)’ ;
- dat de Gemeente de huisvesting (het gebouw) van de brede schoool … tot stand heeft gebracht (…);
- dat de Stichting het bevoegd gezag vormt van basisschool (…)
- dat de Gemeente de (nieuwe) huisvesting van basisschool (…) tot stand heeft gebracht als onderdeel van de brede school (…);
- dat vanuit de fucntie van brede school met meerdere voorzieningen, afspraken gemaakt moeten worden tussen de Gemeente en de Stichting over de eigendomssituatie en het beheer van het gebouw en het terrein van de brede school (…);
- dat de Stichting juridisch eigenaar is van het perceel (kadastraal bekend [kadastrale aanduiding 1] ) / kadastraal bekend [kadastrale aanduiding 2] ) waarop de brede school (…) is gevestigd en tevens juridisch eigenaar is van de opstallen, met dien verstande dat de Gemeente reeds juridisch eigenaar is van het gymgebouw (…)
- dat partijen beogen een situatie te bewerkstelligen als zou de Gemeente op grond van aritkel 103 lid 2 WPO de eigendom aan zich hebben gehouden van het gebouw met ondergrond en wettelijk verplichte buitenruimte;
- dat partijen een verschil van mening hebben over de mate waarin de Gemeente ingevolge de Wet op het primair onderwijs (WPO) een economisch claimrecht kan doen gelden ten aanzien van voornoemd perceel en opstallen die juridisch eigendom zijn van de Stichting;
- dat partijen het aan de rechter willen overlaten om deze principiële discussie te beslechten;
- dat partijen vooruitlopend op een gerechtelijke uitspraak een regeling willen treffen waardoor de contractsvorming met de participanten doorgang kan vinden en de brede school zo spoedig mogelijk in gebruik kan worden genomen op de wijze zoals ooorspronkelijk is beoogd;
- (…);
- (…);
- (…);
- dat partijen het om voornoemde redenen wenselijk achten dat de jurische eigendom van in ieder geval het schoolgebouw met ondergrond en de bijbehorende wettelijke ruimte wordt overgedragen aan de Gemeente, waarna de ruimten en terreindelen die voor de basisschool zijn bestemd in gebruik zullen worden gegeven aan de Stichting;
- (…)
- dat de niet voor de basisschool bestemde delen buiten de onderwijsbestemming zullen vallen en buiten toepassing van de WPO door de gemeente zullen worden verhuurd (…) aan participanten;
- dat de Stichting alsnog een financiële vergoeding zoals bepaald in deze overeenkomst voor de op basis van deze overeeenkomst over te dragen grond zal ontvangen indien in rechte komt vast te staan dat de Gemeente geen economisch claimrecht kan doen gelden ten aanzien van het betreffende perceelsgedeelte;
- dat de Stichting het resterende buitenterrein in eigendom houdt, maar die gronden of een gedeelte daarvan alsnog aan de gemeente zal overdragen voor zover in rechte komt vast te staan dat de gemeente een economisch claimrecht kan doen gelden ten aanzien van die gronden of een gedeelte daarvan.
verklaren en komen overeen als volgt:
(…)
Artikel 3: Eigendomsoverdracht
1. Partijen hebben vastgesteld dat de juridische eigendom van het perceel waarop de brede school … is gevestigd, kadastraal bekend als (…), bij de Stichting berust. De Stichting is tevens juridisch eigenaar van de opstallen die zich op dit perceel bevinden.
2. Vanwege de gewenste taakverdeling zoals omschreven in de considerans zal de juridische eigendom van de ondergrond van de accommodatie en de wettelijk verplichte buitenruimte vooralsnog voor een prijs van € 1,00 worden overgedragen aan de gemeente, onder de voorwaarden zoals opgenomen in deze overeenkomst, in het bijzonder de artikelen 4 en 5.
3. De gronden zoals bedoeld in het tweede lid zijn aangeduid op de tekening die als
bijlage 1aan deze overeenkomst is gehecht en daarvan onlosmakelijk onderdeel uitmaakt.
4. (…) Betaling van de koopprijs van € 1,00 wordt opgeschort totdat door middel van een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak is gebleken dat de Gemeente over het economisch claimrecht beschikt ten aanzien van de betreffende gronden. Indien de uitkomst van de gerechtelijk procedure en andere is, wordt de koopprijs vastgesteld conform het bepaalde in artikel 4 lid 2 en artikel 5.
5. (…)
Artikel 4: Juridische procedure
1. Omdat partijen een principeel verschil van inzicht hebben over de vraag of de Gemeente een economisch claimrecht kan uitoefenen ten aanzien van de over te dragen gronden zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 en het resterend buitenterrein of een gedeelte daarvan, zulen partijen deze kwestie voorleggen aan de bevoegde rechter. (…)
2. Ten aanzien van de ondergrond van de accommodatie en de wettelijk verplichte buitenruimte zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 geldt dat de Gemeente alsnog een financiële vergoeding zal afrekenen voor de grond, een en ander zoals nader geregeld in deze overeenkomst, indien door een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak komt vast te staan dat de Gemeente niet over het economisch claimrecht beschikt. Indien door voornoemde onherroepelijke gerechtelijke uitspraak komt vast te staan dat de Gemeente wel over het economisch claimrecht beschikt, zal er geen betaling plaatsvinden anders dan het in artikel 3 lid 2 genoemde bedrag ad € 1,00.
3. Ten aanzien van het resterend buitenterrein dat nu in eigendom van de Stichting blijft, geldt dat de (gehele of gedeeltelijke) eigendom alsnog aan de gemeente zal worden overgedragen indien door een onherroepelijke gerechtelijk uitspraak komt vast te staan dat de gemeente ten aanzien van die gronden of een gedeelte daarvan over het economisch claimrecht beschikt. De Stichting zal alsdan gehouden zijn om binnen vier weken medewerking te verlenen aan de levering van het betreffende perceelsgedeelte tegen een prijs van € 1,00. De Gemeente zal in dat geval niet gehouden zijn tot enige aanvullende financiële vergoeding ten aanzien van dat perceelsgedeelte.
4. (…)
Artikel 5: Financiële vergoeding
1. De financiële vergoeding als bedoeld in artikel 4 lid 2 wordt bepaald door taxatie van de waarde van de grond, waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
a. de bepaling van de grondprijs geschiedt naar het prijspeil ten tijde van de datum van ondertekening van deze overeenkomst;
b. de grond wordt gewaardeerd conform de staat waarin deze zich bevindt ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst;
c. de grond wordt gewaardeerd conform de bestemming “Maatschappelijke doeleinden” zoals geldend ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst.
(…)
(…)
Artikel 7: Gebruik buitenterrein
1. Het buitenterrein dat in eigendom wordt overgedragen aan de gemeente, wordt overeenkomstig de WPO om niet in gebruik gegeven aan de Stichting, met uitzondering van het gedeelte dat als afgeschermd speelterrein in gebruik is voor de kinderopvang.
2. Het buitenterrein als bedoeld in het eerste lid zal tevens kunnen worden gebruikt door de participanten, voor zover dit door de Gemeente met de participanten wordt overeengekomen.
3. Het resterende buitenterrein dat ingevolge deze overeenkomst in juridische eigendom blijft bij de Stichting zal gedurende het gebruik van het gebouw als brede school functioneel onderdeel uitmaken van de brede school en zowel door de Stichting als door de participanten kunnen worden gebruikt, behoudens het bepaalde in lid 4. (…)
4. De Stichting kan de juridische eigendom van het resterend buitenterrein of een gedeelte daarvan alsnog overdragen aan de Gemeente of een derde, indien uit de gerechtelijk uitspraak blijkt dat de beperkingen uit de WPO niet van toepassing zijn op het betreffende perceelsgedeelte. (…)