ECLI:NL:RBGEL:2016:465

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
29 januari 2016
Zaaknummer
4554680
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in civiele procedure met verzoeker en wederpartijen

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, is op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 10 december 2015 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechter die betrokken was bij zijn civiele procedure tegen de heren W.L. Groenendaal en P.J.L.G. Krijl. De wrakingskamer heeft het verzoek deels niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige afgewezen. De gronden voor het wrakingsverzoek waren onder andere dat de rechter het uitstelverzoek van de wederpartijen had toegestaan, wat verzoeker als een schending van zijn procesbelang beschouwde. Daarnaast werd gesteld dat de rechter de wederpartijen teveel ruimte had gegeven om hun argumenten te presenteren, wat verzoeker in een nadelige positie zou hebben gebracht.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker niet tijdig zijn gronden voor wraking heeft ingediend, aangezien de beslissing om het uitstelverzoek te honoreren al eerder was genomen. Bovendien is overwogen dat een negatieve ervaring met een rechter op zich geen grond voor wraking is, tenzij er objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangedragen die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd zouden maken. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek voor zover het betreft de eerste grond.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaakgegevens: 4554680 \ VV EXPL 15-110 \ 559 \ 858
kenmerk: C/05/294598 / KG RK 15/1152
Beschikking van 21 januari 2016
in de zaak van
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking,
hierna te noemen: verzoeker,
tegen
[kantonrechter],
in haar hoedanigheid van kantonrechter in de zaak van verzoeker tegen de heren W.L. Groenendaal en P.J.L.G. Krijl,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1
Tijdens de behandeling van voornoemde zaak op 10 december 2015 heeft verzoeker mondeling een verzoek tot wraking gedaan van de rechter. De daarvoor aangevoerde gronden zijn opgenomen in het proces-verbaal van de zitting.
1.2
Daarop is de behandeling van de zaak geschorst totdat op het verzoek tot wraking is beslist.
1.3
Bij brief van 18 december 2015 heeft de rechter haar zienswijze ten aanzien van het wrakingsverzoek uiteengezet.
1.4
Op 21 januari 2016 is het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer
behandeld. Verzoeker is verschenen en heeft het verzoek toegelicht aan de hand van een
pleitnota. De rechter heeft bij e-mailbericht van 17 december 2015 te kennen gegeven
niet in de wraking te berusten en niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn en is
derhalve niet verschenen.
1.5
Na de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft de wrakingskamer
het onderzoek ter zitting gesloten en meteen mondeling uitspraak gedaan. Verzoeker is deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking en voor het overige is het verzoek tot
wraking afgewezen. Hierna volgt de motivering van deze beslissing.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Verzoeker legt het volgende aan zijn wrakingsverzoek ten grondslag.
1) De rechter heeft het uitstelverzoek van gedaagden in de voorlopige voorziening (hierna: de wederpartijen) van twee weken toegestaan. Zij heeft aldus niet onderkend of willen onderkennen dat bijna € 170,00 minder op een beslagvrije voet van € 881,00, waartegen verzoeker in de procedure opkomt, een korting betekent van circa 20%. Door niet met voortvarendheid de voorlopige voorziening te behandelen, heeft de rechter in ernstige mate het procesbelang van verzoeker geschaad. Verzoeker is nog meer afhankelijk geworden van diegenen die hem financieel ondersteunen om de proceskosten te betalen.
2) De rechter heeft de wederpartijen ter zitting teveel speelruimte gegeven om hun juridische motivatie te geven. Door het toelaten van stukken die slechts dertig uur voor de zitting bij verzoeker bekend zijn geworden heeft de rechter de regel van een goede procesorde doorbroken. Verzoeker is daardoor in een achterstandspositie gebracht waardoor hij niet meer adequaat op deze stukken kon reageren. De opmerking van de rechter dat verzoeker die stukken toch zou moeten kennen is buiten de orde. Ook gaat zij voorbij aan het feit dat acht van de vijftien ingebrachte producties in het geheel geen betrekking hebben op de onderhavige zaak, maar slechts bedoeld zijn om stemming te maken. Door deze stukken toe te staan heeft de rechter bewerkstelligd dat de wederpartijen zich daarop onbelemmerd konden beroepen, waardoor een sfeer van stemmingmakerij werd gecreëerd waarvoor de rechtbank Gelderland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zo bevattelijk zijn.
2.2.
Het verweer van de rechter wordt hierna voor zover nodig besproken.

3.De beoordeling

3.1
Wraking van een rechter is slechts mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan kan sprake zijn indien de rechter jegens een partij vooringenomen is of indien de vrees van een partij daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Bij de beoordeling daarvan moet voorop staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat bij die partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is (HR 24 oktober 1995 NJ 1996,484). Dit uitgangspunt geldt ook voor rechters van de rechtbank Gelderland (en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden), waar verzoeker, zoals hij ter zitting heeft gesteld, slechte ervaringen mee heeft.
3.2.
Uit de artikelen 36 en 37 Rv en het vermoeden van onpartijdigheid volgt dat verzoeker concrete feiten en omstandigheden moet aanvoeren waaruit objectief kan worden afgeleid dat de rechter jegens een partij vooringenomen is of de vrees van een partij dat dat zo is objectief gerechtvaardigd is. Met inachtneming hiervan wordt het volgende overwogen.
3.3.
De eerste grond voor wraking betreft het honoreren van het uitstelverzoek van de wederpartijen. Nog daargelaten dat niet kan worden uitgesloten dat deze beslissing niet is genomen door de rechter, maar door de rolrechter, heeft verzoeker deze grond eerst ter zitting van de wrakingskamer naar voren gebracht. Dat is te laat.
3.4.
Op grond van artikel 37 lid 1 Rv dient het wrakingsverzoek te worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden die aan de wraking ten grondslag liggen bij verzoeker bekend zijn geworden. Verzoeker heeft ter zitting van 10 december 2015 de rechter gewraakt. De wrakingskamer stelt op basis van het proces-verbaal van die zitting vast dat het honoreren van het uitstelverzoek van de wederpartijen toen niet als wrakingsgrond is aangevoerd, nog afgezien van het feit dat de beslissing om de zaak uit te stellen reeds is genomen op 10 november 2015 en verzoeker blijkens een door hem gezonden brief aan de kantonrechter daarvan in ieder geval al op 11 november 2015 op de hoogte was.
3.5.
Naar het oordeel van de wrakingskamer heeft aldus ten aanzien van de onder 2.1 sub 1 opgenomen grond indiening van het wrakingsverzoek niet tijdig plaatsgevonden, zodat verzoeker in zoverre niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
3.6.
Met betrekking tot de tweede wrakingsgrond, inhoudende dat de rechter teveel speelruimte heeft gegeven aan de wederpartijen, stelt de wrakingskamer voorop dat een negatief ervaren beslissing, een onwelgevallige of zelfs een beslissing waarvan de juistheid ernstig moet worden betwijfeld, in het algemeen geen grond is voor toewijzing van een verzoek tot wraking. Dit is anders als de beslissing zo zeer onbegrijpelijk is, dat voor deze beslissing redelijkerwijs geen andere verklaring is te geven dan dat deze is ingegeven door vooringenomenheid van de rechter.
3.7.
Meer in het bijzonder levert de omstandigheid dat de rechter bepaalde stukken heeft toegelaten die slechts dertig uur voor de zitting bij verzoeker bekend zijn geworden, naar objectieve maatstaven bezien, anders dan verzoeker meent, geen schijn van partijdigheid op. Dit betreft immers een beslissing van processuele aard, die alleen dan grond voor wraking kan opleveren wanneer die beslissing zozeer onbegrijpelijk is, dat de schijn wordt gewekt dat zij door vooringenomenheid is ingegeven. Daarvan is naar het oordeel van de wrakingskamer niet gebleken.
3.8.
Voorts overweegt de wrakingskamer dat zelfs indien juist zou zijn dat de rechter ter zitting onvoldoende adequaat heeft gereageerd op de beweerde stemmingmakerij van de wederpartijen, dit niet zonder meer betekent dat naar objectieve maatstaven sprake is van feiten en omstandigheden die verzoeker grond heeft gegeven voor de vrees dat het de rechter aan onpartijdigheid heeft ontbroken.
3.9.
Op de tweede wrakingsgrond kan het wrakingsverzoek derhalve niet slagen.
3.10.
Voor het overige heeft verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden gesteld waaruit de wrakingskamer vooringenomenheid van de rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan afleiden.
3.11.
Het wrakingsverzoek zal dan ook voor het overige worden afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking voor zover het betreft de onder 2.1 sub 1 opgenomen grond,
4.2
wijst af het verzoek tot wraking voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.P.E.E. van Groeningen, voorzitter, en mrs. M.C. van der Mei en M.J.C. van Leeuwen, leden, en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren uitgesproken op 21 januari 2016. De motivering is op schrift gesteld op 26 januari 2016.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.