ECLI:NL:RBGEL:2016:4826

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
05/840152-16 en 05/840943-14 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stalking en bedreiging van ex-vriendin en haar zus met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 6 september 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn ex-vriendin en haar zus heeft gestalkt en bedreigd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten, zijn ex-vriendin gedurende een periode van zes maanden heeft lastiggevallen via talloze berichten op Facebook, waarbij hij verschillende profielnamen gebruikte. De inhoud van deze berichten was vaak bedreigend en beledigend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de ex-vriendin, met als doel haar te dwingen tot contact en haar angst aan te jagen. De verdachte heeft ook de zus van de ex-vriendin bedreigd, wat leidde tot een gevoel van onveiligheid bij beide vrouwen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 128 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de ex-vriendin en haar zus, en een locatieverbod voor de gemeente Doesburg. Tevens is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, waaronder €1.300,- aan de ex-vriendin en €599,24 aan haar zus. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/840152-16, 05/840943-14tul
Datum uitspraak : 6 september 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] , als postadres kiezende het adres van zijn advocaat: [adres 2] .
raadsman: mr. M.R. Roethof, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 mei 2016, 31 mei 2016, 5 juli 2016 en 23 augustus 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015
tot en met 30 januari 2016 te Arnhem en/of te Doesburg, in elk geval in Nederland,
(telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te
doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte:
- die [slachtoffer 1] meermalen met een of meer (mobiele) telefoon(s) en/of via internet (via facebook en/of met verschillende accounts en/of aliassen) een of meer sms-jes en/of (facebook) berichten met hinderlijke en/of verontrustende en/of bedreigende en/of provocerende en/of beledigende teksten gestuurd, en/of
- ( een) familieleden / -lid (o.a. de zus en de moeder van die [slachtoffer 1] )
en/of (een) vriend(en) en/of (een) kennis(sen) van die [slachtoffer 1] meermalen met
een of meer (mobiele) telefoon(s) en/of via internet een of meer sms-jes en/of
(facebook) berichten met hinderlijke en/of bedreigende en/of provocerende
en/of beledigende teksten gestuurd, en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen op haar huisadres en/of op het adres van haar ouders benaderd en/of opgezocht en/of een hoeveelheid cadeaus bij het huisadres van die ouders afgeleverd en/althans zich in de directe omgeving van die [slachtoffer 1] en/of die/dat adres(sen) opgehouden, en/of
- meermalen, althans eenmaal familie en/of vrienden en/of kennissen van die [slachtoffer 1] opgezocht en/of benaderd en/of geprovoceerd en/of bedreigd en/of
- op een (of meer) andere manier(en) de aandacht van die [slachtoffer 1]
getrokken/gevestigd en/althans (indirect) contact gezocht met die [slachtoffer 1]
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli tot en met 31 oktober 2015, in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Arnhem, althans in Nederland een persoon genaamd [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] meermalen, althans
eenmaal, een (of meer) (facebook) berichten gestuurd en daarbij (telkens)
dreigend de woorden toegevoegd:
- zakelijk weergegeven - dat voornoemde [slachtoffer 2] op een lijst zou staan en
niemand zijn straf zou ontlopen en/of
- " Jullie dagen komen jullie zullen allemaal vallen. Geniet pas als jullie
snakken naar adem want hoop echt dat jullie sterven en ik daar getuige van mag
zijn" en/of
- " hey dikke kankerhoer jouw tijd is heel snel eventjes geduld nog maar alles komt goed jij bent niet vergeten hoor. Jij krijgt wat je toekomt zo werkt dat gewoon" en/of
"Goedkope hoer eventjes geduld nog denk met heel veel verlangens naar jullie maar het is wachten op het beste moment en die is helaas nog niet dus hopelijk nog heel even geduld",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
waardoor er voor die [slachtoffer 2] een zeer bedreigende situatie is ontstaan
3.
hij op of omstreeks 15 augustus 2015, in de gemeente Doesburg, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een woonkamer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] en/of " [naam verhuurder] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft een relatie gehad met [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ). Op 15 augustus 2014 is hun zoon [naam 2] geboren. Op 17 augustus 2014 is er door de politie een brief ‘aanzegging wederrechtelijke belaging’ uitgereikt aan verdachte. [2] In deze brief verklaart [slachtoffer 1] dat zij vanaf de datum van dagtekening van de brief, 16 augustus 2014, op geen enkele wijze nog contact wil met verdachte en dat elk contact van verdachte op welke wijze dan ook direct of indirect, ook via ouders, zus of kraamhulp, door [slachtoffer 1] zal worden aangemerkt als belagingshandeling en dat bij voortduring van deze handelingen, de belaging het karakter van stelselmatigheid heeft en dat [slachtoffer 1] dit beschouwt als een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer, waarvan aangifte/klacht zal volgen bij de politie. [3] Verdachte mocht niet bij de bevalling van [naam 2] aanwezig zijn [4] en verdachte en [slachtoffer 1] zijn nog steeds verwikkeld in een procedure omtrent het gezag over, en een omgangsregeling met, [naam 2] . [5]
Uit een eerdere relatie heeft verdachte een dochter genaamd [naam 3] . [6]
Verdachte heeft [slachtoffer 1] op 17 januari 2016 een WhatsApp-bericht gestuurd. [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte van dit feit vrij te spreken omdat er, primair, onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is dat verdachte degene is geweest die de door [slachtoffer 1] genoemde en in het dossier aanwezige berichten, waarbij de afzenders verschillende namen hebben, heeft verstuurd. Justitie heeft nagelaten onderzoek te doen naar de gebruikte IP-adressen en niet uit te sluiten is dat [slachtoffer 1] zelf of andere personen die kennis hebben van de levens van [slachtoffer 1] en verdachte, de berichten hebben opgesteld. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat sprake is geweest van wederzijds berichtenverkeer, door te wijzen op ongeveer tien berichten die [slachtoffer 1] op haar openbare Facebook pagina heeft gezet en die kennelijk gericht zijn aan verdachte. Ook om die reden kan volgens de raadsman geen sprake zijn van stalking en dient verdachte te worden vrijgesproken van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] , woonachtig te Doesburg, heeft op 22 september 2015 opnieuw aangifte gedaan van stalking door verdachte, woonachtig te Arnhem. Zij verklaart dat verdachte, na uitreiking van de belagingsbrief aan hem, nooit gestopt is met haar te belagen. Op 30 augustus 2015 kreeg haar broer [naam 4] via Facebook een bericht met het verzoek of [slachtoffer 1] hem wil bellen op het nummer [telefoonnummer 1] omdat zijn tante snel dood zou gaan en zijn oma ook in het ziekenhuis ligt. [8] Een print van dit bericht: ‘mijn tante gaat vandaag of morgen dood mijn oma ligt ook in het ziekenhuis ken je [slachtoffer 1] vragen mij te bellen [telefoonnummer 1] ’, bevindt zich in het dossier. [9]
[slachtoffer 1] verklaart dat zij er op 2 september 2015 achter kwam dat verdachte een recente foto van haar en haar zoon als profiel gebruikt op verdachtes Facebook. [10] Deze profielfoto op verdachtes Facebookpagina bevindt zich ook in het dossier. Daarbij is een reactie geplaatst met de datum 2 september 2015. In een reactie van verdachte daarbij zegt hij: ‘het is ook bijna 9 sept ook een dag om van te genieten ach ja voor sommige is de tijd bijna voorbij en voor andere begint de tijd thats life’. [11] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat uit al haar aangiftes van stalking tegen verdachte, er op 9 september 2015 een strafzaak is geweest, waaruit een vonnis is gekomen. Zij is zelf niet bij de zitting op 9 september 2015 aanwezig geweest. [12]
In het uittreksel justitieel documentatieregister staat opgenomen dat verdachte op 9 september 2015 door de politierechter in Arnhem is veroordeeld voor onder meer belaging gepleegd in de periode van 16 juli 2014 tot en met 22 december 2014 tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarde van een contactverbod met [slachtoffer 1] . Op het hoger beroep dat tegen dit vonnis door verdachte is ingesteld, is op 31 mei 2016 beslist. [13]
[slachtoffer 1] verklaart dat er op 1 september 2015 een privé-bericht stond op haar Facebook, afkomstig van [naam 5] . Uit de tekst maakt [slachtoffer 1] op dat het van verdachte is. Hij heeft het over [naam 3] , zijn dochter en hij zegt ‘thats life [naam 6] ’, en hij noemt [slachtoffer 1] altijd [naam 6] en ook wel eens [naam 7] . [14] Een afschrift van de Facebookpagina met daarin berichten afkomstig van [naam 5] van 1 en 2 september 2015 bevinden zich in het dossier. Na een eerste bericht op 1 september, zegt [naam 5] op diezelfde dag: ‘moet je niet meteen blokken [naam 7] ’, en op 2 september 2015: ‘vraag me wel af hoe het voelt als je weet dat deze situatie zoals die nu is niet lang meer duurt en ons kind straks ook gewoon bij de andere kant zal zijn word voor ons een feestdag voor jullie blijkbaar niet maar ja thats life [naam 6] ’ en ‘ [naam 3] zal heel erg blij zijn als die dag komt en we gaan er ook heel erg van genieten wilde i even kwijt’. [15]
[slachtoffer 1] verklaart dat verdachte haar van 5 tot 9 september 2015 persoonlijke berichten stuurt via Facebook. Verdachte heeft ook in een brief genoemd dat de ouders van [slachtoffer 1] en haar zusje op een lijst staan. Op verdachtes Facebook heeft hij een foto van haar zus [slachtoffer 2] geplaatst met de tekst: wanted dead or alive cheap ho’. [16]
De moeder van [slachtoffer 1] heeft verklaard op 15 augustus 2015 dat haar dochters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en zijzelf al een jaar door verdachte worden geterroriseerd. [17]
In het dossier bevinden zich Facebookberichten afkomstig van [naam 8] die op 5 september 2015 10 berichten stuurt waarin, onder meer, staat:
‘je weet heel goed wie ik ben (…) wel een goede instelling van je [naam 7] (…) deze situatie kan je blijven willen behouden maar ik sluit mezelf daar niet bij aan ik zie dit niet als een klein probleempje het is een ernstige zaak zeker als er allemaal kleine kinderen onder lijden’ en
‘ (…) elke keer blokken heeft geen enkele zin [naam 7] (…) en dat terwijl er een klein kind is die juist alle aandacht verdiend (…) jij niet dan [naam 6] (…)’ en ‘(…) daarbij je zusje had me toen al verteld wat jouw plannen waren dus er scheinheilig over doen heeft geen zin mij gaat het om de baby (…) ik hoef niet eens moeite te doen om info te krijgen (…) ik wil me alleen inzetten voor de kinderen’ en ‘ (…) snap ook niet dat je werkelijk denkt dat je deze situatie zo kan houden jeugdzorg staat erachter dat er gewoon omgang is allen jij bent degene die een obstakel vormt (…)’ en ‘(…) je had trouwens wel gelijk over je moeder al die jaren het is echt een duivel op aarde (…) belang van een baby staat bij hun niet bovenaan (…)’ en ‘je lieve ouders hoeven niet zulke dramatische dingen te ondernemen camera’s ophangen eerlijk waar (…)’. [18]
In het dossier bevindt zich ook een print van verdachtes Facebookpagina waarop een foto van een vrouw te zien is met de tekst: ‘wanted dead or alive cheap ho’. In een reactie hierbij reageert verdachte op de vraag van iemand anders wie dit is: ‘een goedkope hoer die iedereen via internet afneukt een vieze leugenaar en een viezerik in elk opzicht’ en ‘1 [achternaam] ’. [19]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 23 augustus 2016 verklaard dat het klopt dat hij deze foto van [slachtoffer 2] op zijn Facebookpagina heeft geplaatst met de daarbij genoemde Engelse tekst en dat dat voor iedereen zichtbaar was. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 2] ook een goedkope hoer is. [20]
[slachtoffer 2] heeft op 21 september 2015 aangifte gedaan van stalking, bedreiging en smaad/smaadschrift door verdachte. Zij verklaart dat zij het bericht over haar foto met de tekst ‘wanted dead or alive cheap ho’ op 18 september 2015 van haar zus [slachtoffer 1] ontving. Ze kreeg fotokopieën hiervan en heeft ook de daarbij geplaatste en hiervoor genoemde reacties, gelezen. [slachtoffer 2] voelt zich hierdoor ernstig bedreigd en vreest voor haar leven. Ook voelde ze zich ernstig beledigd. [slachtoffer 2] verklaart ook dat zij op 15 augustus 2014 aanwezig was bij de geboorte van [naam 2] . Ze zegt dat het feit dat verdachte niet bij de geboorte aanwezig was en zij wel, waarschijnlijk het motief zal zijn dat zij door hem gestalkt, bedreigd en zwart gemaakt wordt. [slachtoffer 2] verklaart dat ze op 23 augustus 2015 via Facebook een privébericht ontving van ‘ [naam 9] ’. Zij vermoed dat dit van verdachte afkomstig is door de inhoud van het bericht. Daardoor en door vele eerdere berichten van verdachte, vreest zij voor haar leven. [21] In de aangifte wordt verwezen naar twee bijgevoegde geprinte berichten van Facebook afkomstig van [naam 9] , op 23 augustus 2015, met de volgende inhoud: ‘hey dikke kankerhoer jouw tijd is heel snel eventjes geduld nog maar alles komt goed jij bent niet vergeten hoor’ en ‘jij krijgt wat je toekomt zo werkt dat gewoon’. [22]
[slachtoffer 2] verklaart dat zij een zoontje heeft en dat zij op 14 september 2015 opnieuw een privébericht op Facebook ontving, dit keer van ‘ [naam 10] ’. Gelet op de schrijfstijl en de inhoud van het bericht en het feit dat zij geen ‘ [naam 10] ’ kent, rees bij haar het vermoeden dat dit bericht afkomstig was van verdachte. Datzelfde verklaart [slachtoffer 2] over het bericht dat zij op diezelfde dag ontving op Facebook van ‘ [naam 11] ’ en op 15 september 2015 van ‘ [naam 12] ’. Dit laatste bericht wilde [slachtoffer 2] openen toen ze zag dat de afzender het bericht had verwijderd. Ze kon wel de eerste zin van het bericht lezen: ‘scholen zijn weer begonnen…’. [23]
Ook afschriften van deze Facebookberichten zijn gevoegd in het dossier. Zo schrijft ‘ [naam 10] ’: ‘goedkope hoer eventjes geduld nog denk met heel veel verlangens naar jullie maar het is wachten op het beste moment en die is helaas nog niet dus hopelijk heb je nog heel even geduld’. [24] ‘ [naam 11] ’ schrijft: ‘iemand bij je moet ook naar school toe’. [25] In de bijgevoegde print met betrekking tot ‘ [naam 12] ’ staat dat het bericht van ‘ [naam 12] ’ van 15 september 2015 tijdelijk is verwijderd. [26]
[slachtoffer 2] verklaart nog dat verdachte, ondanks zijn veroordeling voor stalking van [slachtoffer 1] , hij [slachtoffer 1] blijft stalken en bedreigen. [slachtoffer 2] zelf wordt meerdere malen door verdachte genoemd in bedreigingen in de richting van haar zus, haar ouders en overige familieleden. [27]
[slachtoffer 1] noemt in haar aangifte 8 berichten die zij in de periode van 9 september tot en met 15 september 2015 van verdachte heeft gekregen via Facebook, onder andere onder de namen ‘ [naam 13] ’, ‘ [naam 11] ’, ‘ [naam 14] ’ en ‘ [naam 12] ’. [28] Een afschrift van deze berichten met prints van de Facebookpagina zijn opgenomen in het dossier. Op 9 september 2015 bericht [naam 8] : ‘raar verhaal [slachtoffer 1] maar ja ik ga wel gewoon mee in alles en vind het nu we best als jij hier gelukkig van word dan is dat teminste voor 1 heel erg goed’ en ‘je moet wel met dit alles allemaal snel rennen naar de politie en weer je ding doen mij pak je er recht niet mee hoor mijn zoon en dochter wel en heel hard ook jammer dat je er niet bij was maar volgend keer word je verplicht om te komen zodat we alles dan even op tafel kunnen leggen’. [29] Op 12 september 2015 zijn door ‘ [naam 15] ’ meerdere Facebookberichten gestuurd, waaronder: ’ (…) weer blokken doe je ding mij heb je er niet mee hoor ik kan niet wachten op de tijden die gaan komen leven vol stress enige keer dat het een beetje ophoud is wanneer ik vastzit maar gelukkig is dat nooit voor eeuwig eenmaal buiten op de eerste dag gaan we dan gewoon weer verder waar we gebleven waren (…) zoals jij me behandeld hebt tijdens de zwangerschap (…) mijn dochter haar eigen broertje ontnemen en andersom (…) ik zal nooit opgeven of stoppen als hij later naar school gaat ben ik daar ook (…)’ en ‘en met je duivelmoeder vader en zusje ben ik nog echt niet klaar die zullen meemaken hoe het is om mensen zo vies en achterbaks aan te vallen [naam 2] zal zodra hij kan praten en horen op een manier die hij onthoud alles over hun weten zal hem helemaal laten afkeren van die viezerikken (…) van mij mag hij alles over hun zeggen fuck nep opa fuck nep oma fuck nep tante (…) zal die jongen helemaal klaarstomen voor de toekomst (…) fuck opa en oma dat is wat hij gaat leren’. [30]
Op 12 september 2015 stuurt ‘ [naam 13] ’ twee berichten: ‘hoi [naam 7] ben er weer (…) still loving you’ en ‘hoe is het trouwens met onze zoon (…)’. [31] Op 14 september 2015 stuurt ‘ [naam 10] ’ meerdere berichten, waaronder: ‘(…) ik weet dat ons kind niet gaat worden zoals jullie dat willen aangezien hij op een dag ook naar de andere kant gaat zal ik hem zeker heel veel leren (…) hij zal net zo denken als dat ik dat doe doe de groten aan je soortige vader en moeder plus zusje hun staan op een lijstje alles om je heen zal klote worden (…)’ en ‘oja vergeet niet te blokken liefste moeder van de wereld’ en ‘of beter film dit en ren naar de politie toe graag zelfs haha niemand zal er wat aan kunnen doen zelfs gevangenisstraf niet eenmaal buiten gaat het gewoon verder en er zijn er genoeg die taken kunnen en willen overnemen’ [32] . Op 14 september 2015 stuurt ‘ [naam 11] ’: ‘sinds wanneer ben jij een superheld (…) er is trouwens een leuke verassing in aantocht vergeet niet te blokken’. [33] Op 14 september 2015 stuurt ‘ [naam 14] ’ twee berichten, waaronder: ‘zinloos wat je doet maar niks word vergeten alles om je heen dat is wat gaat gebeuren net zolang tot jullie voelen wat andere door jullie voelen dag in dat uit (…) iemand opsluiten is maar voor tijdelijk mensen komen ook weer vrij en dan gaat het net zo als voorheen en niet wij verpesten het kind in kwestie dat doen jullie al vanaf het begin (…) laat nog eens op je facebook zien hoe groot ie al is (…)’. [34] Op 15 september 2015 stuurt ‘ [naam 12] ’ twee berichten: ‘zeg eens hoeveel gasten zijn er nu al geweest ben zeer benieuwd wat het aantal nu is en je mag zwijgen erover maar kom daar toch achter en dat is alleen maar voedingsstof voor mij de komende jaren want echt alles om je heen zal klote worden (…) als je mij onrecht aandoet zijn de gevolgen zwaar (…) de prijs die ervoor betaald gaat worden is het eigenlijk niet waard (…) ik weet meer dan je denkt nou blok ze en tot later weer’ en ‘love you to net zoveel als jij dat doet’. [35]
In haar aangifte geeft [slachtoffer 1] nog aan dat ze de politie ook nog andere berichten van Facebook geeft. [36] Prints van deze berichten zijn eveneens gevoegd in het dossier. Op 12 september 2015 stuurt ‘ [naam 16] ’ 8 berichten, waaronder: ‘blok zoveel je wilt blijf altijd terug komen en pak me kind af zolang je wilt maak het voor een zus en broertje zo moeilijk mogelijk (…) je mag proberen mij zo lang mogelijk vast te zetten ik blijf altijd terug komen zo zal het blijven doorgaan’ en ‘ik stop nergens mee tot ik mijn kind zie maar ja ik voorzie dan meer problemen want ik weet bijna met wie je bent en ja ik moet mijn kind beschermen tegen dat soort volk dus de toekomst ziet er heerlijk uit’ en ‘(…) er komt een grote verassing had allemaal anders kunnen zijn maar ja je hebt mij de bevalling afgepakt voor je zusje en soortige ouders mag hem niet eens zien (…) dus je snapt denk ik wel dat dit heel lang zo zal gaan blijven ik vergeet niks dus vastzitten ooit tja is alleen even een kleine onderbreking’ en ‘word leuk denk je ook niet [naam 7] (…) maar nogmaals ik blijf je op je nek zitten en waar jij ook gaat ik zal dat weten’ en ‘ik zie hem later toch en je moet hem net als [naam 3] nu gewoon afgeven (…)’ en ‘mijn zoon word een sterke persoon (…) ik heb als ouder wel wat te vertellen (…)’ en ‘jullie komen nooit van mij af en [naam 2] kan ik straks eindelijk gaan vormen zoals ik dat wil het zal nooit zo;n scheinheilige boer worden zoals jullie dat zijn (…) ik vergeet niks jouw leven zal net als die van mij worden (…) eerst maar de zitting dan de rest (…) jaren voorgelogen mij gebruiken voor een kind alles ontnemen voor je hoerige zusje en je ouders de naam zelf verzinnen echt alles heb je me afgepakt goed dat je nu alles leest [naam 7] (…) zeg maar tegen [naam 2] papa is er heel snel en ren ook maar snel naar politie (…) ik ga genieten op de eerste dag dat je hem moet afgeven (…)’. [37]
[slachtoffer 1] verklaart dat ze zich ernstige zorgen maakt om haar veiligheid, die van haar zoontje en haar familie. [38]
Op 15 oktober 2015 heeft [slachtoffer 1] weer aangifte gedaan van stalking door verdachte over de periode 22 september 2015 tot en met 14 oktober 2015. Zij verklaart dat verdachte haar al langere tijd via Facebook weet te traceren en haar telkens weer lastig valt. Ook in de genoemde periode heeft zij daarom haar Facebook-account, zoals vele keren daarvoor, gewijzigd. Ondanks dat heeft verdachte haar weer weten te vinden op Facebook. Hij stuurt haar veel berichten waarbij hij zelf ook telkens weer gebruik maakt van nieuwe accounts. Op 28 september 2015 is door de rechtbank uitspraak gedaan over de omgang en het gezag over de zoon van [slachtoffer 1] en verdachte, [naam 2] . Besloten is dat er geen omgang tussen verdachte en [naam 2] komt en dat verdachte geen gezag over [naam 2] krijgt. Een dag na de zitting kreeg [slachtoffer 1] een privébericht via haar Facebookaccount, van verdachte. Op 13 oktober 2015 ontving ze 7 berichten en op 14 oktober 2015 ook 7 berichten. Daarin dreigt verdachte haar leven kapot te zullen maken en [naam 2] naar zijn maatstaven te zullen opvoeden. Hij laat ook weten dat haar zus en haar ouders nog op zijn lijstje staan. Ook haar zusje [slachtoffer 2] heeft een bericht ontvangen van verdachte waarin hij zegt dat hij haar dood wenst en wenst dat zij naast haar overleden zoontje komt te liggen. Verdachte laat [slachtoffer 2] weten dat hij naar haar op zoek is en dat hij haar kapot zal maken. [slachtoffer 1] heeft alle berichten geprint en gevoegd bij de aangifte. Ze is nog steeds enorm bang voor verdachte die heel agressief is. [39]
Prints van de genoemde Facebookberichten zijn gevoegd in het dossier. Op 13 oktober 2015 stuurt ‘ [naam 17] ’ 7 berichten, waaronder: ‘zo blokken en dat terwijl ik je nog niet eens wat gezegt had Bijzonder hoor [naam 7] ’ en ‘(…) ik krijg hem toch wel bij me (…)’ en ‘(…) zoals je weet kan ik niet vanwege mijn zoon jouw huis of die van je ouders binnen stormen (…)’. [40] Op 14 oktober 2015 stuurt ‘ [naam 18] ’ 7 berichten, waaronder: ‘doe je ding ik ga dat ook doen zal mezelf steeds laten horen want ik wil dat jullie je ook kloote gaan voelen en ik stop niet blijf net zo lang doorgaan want ik ga mijn wraak goed nemen eerst pak je me alles voor de bevalling af toen de bevalling zelf en de naam enz en je liegende ouders en zusje ik vergeet hun ook niet (…) ik ga jullie leven zo moeilijk maken want ik vind dat ik daar recht op heb (…) ik neem mijn wraak en ik hou dat heel lang vol en als ik vastzit maakt niet uit andere mensen nemen die taken dan over (…) alles om je heen gaat naar de klote geloof me (…) je moet hem op een dag afgeven en ik ga hem opvoeden zoals ik dat wil (…) dan ga ik alles doen wat ik kan om te zorgen dat jij nooit een gelukkig leven kan lijden dat word jouw straf na alles wat je o.a mij hebt aangedaan (…) mooie beloftes van je dat je nooit mijn kind van e zou afpakken ik zeker bij de bevalling zou zijn maar door die kankerzusje en je soortige ouders van je ging dat anders (…) blijf je hoerige moeder geloven je komt er wel achter hoe de toekomst eruit zal zien ik ben nog lang niet klaar alles word nog erger geloof me (…) ik zal nooit ophouden met hetgeen wat gebeuren gaat onthou dat maar heel hoe iedereen gaat zijn straf krijgen mijn leven en die van een klein meisje kapot maken dan gaan jullie hetzelfde krijgen (…)’ en ‘ik ga wraak nemen voor jaren die gaan komen (…) niemand kan jou helpen geen politie geen justitie en als ik vast kom te zitten maakt niet uit ik kom ook weer vrij en dit ga ik echt jaren volhouden (…)’ en ‘(…) ga maar rennen naar politie ga maar liegen overal helpt niks (…)’ en ‘ik heb je al een bericht gestuurd op je [naam 19] profiel Komt erop neer dat ik zeg dat jouw leven heel vervelend zal gaan worden Wraak wraak wraak wraak wraak (…)’. [41]
Op 19 oktober 2015 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van stalking door verdachte. Zij verklaart dat, sinds de relatie tussen [slachtoffer 1] en verdachte ongeveer 1 juni 2014 uit is, valt verdachte [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en hun ouders stelselmatig lastig. Momenteel maakt verdachte nep Facebookaccounts om [slachtoffer 2] en haar familie op te zoeken en berichten te sturen. Op 13 en 14 oktober 2015 heeft verdachte [slachtoffer 2] twee berichten gestuurd onder de naam ‘ [naam 18] ’ waarin hij haar een dikke leugenachtige hoer noemt, en hoopt dat zij naast naar overleden zoon komt te liggen. [slachtoffer 2] verklaart dat ze zich niet veilig voelt en bang is voor verdachte. Bij de aangifte heeft [slachtoffer 2] kopieën van de berichten gevoegd. [42] Een print van de Facebookpagina met daarin deze berichten van ‘ [naam 18] ’ bevinden zich in het dossier. Daarin staat: ‘hey leugenachtig dikke hoer (…) dit moet stoppen had je gezegd tegen de politie (…) jullie zullen ten onder gaan in een leven vol met problemen jullie zijn de stichters van de haat nu gaan jullie voelen (…) jullie moeten en gaan ook lijden voor jaren die gaan komen hoop dat je doodgaat en naast je verrotte dode zoon gaat liggen dat verdien je wel vieze hoer dat je bent jullie gaan veel meemaken. Ik zal zijn wat jullie over mij zeggen’. [43]
In een aanvullende verklaring heeft [slachtoffer 1] verklaard dat verdachte haar na 14 oktober 2015 meerdere keren heeft lastig gevallen. Hij heeft haar in de periode van 13 november 2015 tot en met 30 december 2015 op haar Facebookaccounts, waaronder een account onder de naam ‘ [naam 19] ’ en ‘ [naam 20] ’, berichten gestuurd onder de namen ‘ [naam 18] ’, ‘ [naam 21] ’, ‘ [naam 22] ’, ‘ [naam 23] ’ en ‘ [naam 24] ’. [44] Een afschrift van deze berichten met prints van de Facebookpagina’s zijn gevoegd in het dossier. Op 13 november 2015 stuurt ‘ [naam 21] ’ 7 berichten, waaronder: ‘blijf vooral zoals je bent het zijn de kinderen die uiteindelijk de prijs ervoor zullen betalen (…) ik hoor veel omdat je zusje graag overal praat maar sorry je had me voordat je zwanger werd dat moeten zeggen want waarom neem je dan een kind met mij ons kind en [naam 3] hebben hier de lasten van (…) geef mijn zoon maar een goede knuffel zeg hem maar dat zijn vader en zus ooit hen wel zullen zien (…)’ en ‘(…) leuk voor die vrouw ook dat ook zij [naam 2] niet ziet (…) gaat toch nergens over [naam 7] (…)’. [45] Op 17 november 2015 stuurt ‘ [naam 22] ’ 7 berichten, waaronder: ‘(…) ik krijg [naam 2] heus wel te zien (…) je pakt mij en hem en [naam 3] er allen maar mee (…)’ en ‘(…) ik weet waar je zit maar ik kom maar nie direct aan je deur aangezien jij dat graag tegen mij gaat gebruiken om mij en [naam 2] en [naam 3] ’ en ‘(…) ik moet wachten tot ik naar de rechter moet (…)’ en ‘ [naam 2] is voor jou een wraakinstrument die je heel graag gebruikt (…)’ en ‘(…) weet wel dat ik jou niks doe maar ik heb niks gezegd over die gasten die bij je over de vloer komen’ en ‘nu wacht ik gewoon net zolang tot de hoger beroep komt (…)’. [46] ‘ [naam 23] ’ stuurt op 17 november 2015 3 berichten, op 18 en 29 november 2015 één bericht, op 2 december 2015 5 berichten en op 3 december 2015 nog een bericht, waaronder: ‘ [naam 7] ik hoop snel van jou te horen (…) ik mis jou heel erg veel voor mij zonder jou is echt een hel vooral ook gezien de situatie ons kind heeft er ook meer aan als wij het anders kunnen gaan doen’ en ‘(…) nogmaals [naam 7] ons kind en [naam 3] daar moeten we aan denken (…)’ en (…) laat gewoon eens wat van je horen (…) zeg gewoon eens wat’ en ‘(…) kerst komt er weer aan en tuurlijk wil ik net als [naam 3] [naam 2] ook wat kunnen geven (…) [naam 2] en jij kunnen alles krijgen wat voor mij mogelijk is om te doen’ en ‘(…) op d een of andere manier ik ga voor [naam 2] wat kopen voor kerst aangezien die jongen het gewoon verdiend om een cadeau te krijgen van zijn vader en hoe dat bij je komt komt wel goed (…)’. [47] [naam 24] stuurt op 26 december 2015 10 berichten, waaronder: ‘ [naam 7] ik hoop dat hij blij is met zijn kadootjes (…) je kan wel elke keer blokken maar wat voor nu heeft dat nu weer (…)’ en ‘(…) ons kind heeft ons allebei nodig (…)’en ‘???? Je kan me gewoon wat zeggen’ en ‘vind dit echt jammer ook voor [naam 3] dit is ook voor haar de 2e kerst zonder haar broertje (…)’ en ‘waarom verdwijnt je andere profiel (…) en waarom blok je net zodat ik niks meer kan sturen (…) ik vind ook echt dat je gewoon wat kan terug zeggen (…)’. [48]
[slachtoffer 1] verklaart ook dat in de nacht van 21 op 22 december er thuis bij haar ouders in Doesburg langdurig werd aangebeld en dat haar ouders, toen ze beneden kwamen, een enorme hoeveelheid cadeaus zagen staan. Daarbij lag een kerstkaart met de tekst: ‘ondanks alles wens ik jullie 2 een hele fijne kerst en een gezond nieuwjaar!! Mvgr [voornaam verdachte] , [naam 3] papa’. [49] Prints van foto’s van een kerstkaart, met tekst zoals door [slachtoffer 1] genoemd, en prints van foto’s van cadeaus zijn gevoegd in het dossier. [50]
[slachtoffer 1] verklaart ook dat zij op 30 december 2015 is gebeld door een bekende die zei dat verdachte met [naam 26] en nog 3 leden van [naam 27] bij [naam 28] in de woning in Doesburg zijn geweest op 29 december 2015 omstreeks 23.15 uur. De bekende waarschuwde [slachtoffer 1] dat verdachte op zoek was naar haar en [naam 2] . [slachtoffer 1] heeft toen besloten al haar Facebook accounts te verwijderen. [slachtoffer 1] heeft toen op 1 januari 2016 via een fake account op Facebook contact opgenomen met [naam 28] , een oud klasgenoot van haar. [naam 28] heeft haar de volgende dagen bericht dat verdachte inderdaad bij [naam 28] was geweest met 5 man sterk, dat [naam 28] verdachte heeft gezegd dat hij geen vrienden is met [slachtoffer 1] , dat [naam 26] ze naar hem had gestuurd, dat verdachte al wist van het account [naam 20] van [slachtoffer 1] , dat ze wilden weten wat [naam 28] ’s relatie met [slachtoffer 1] was en of [naam 28] dingen wist over [slachtoffer 1] . [naam 28] zegt ook dat verdachte vermoed dat [slachtoffer 1] in Angerlo woont, dat had verdachte via mensen gehoord. [naam 28] schrijft dat ze zijn IPad hebben gepakt, foto bekeken en dat ze in de vriendenlijst van [slachtoffer 1] wilden kijken. Als bijlage bij haar verklaring voegt [slachtoffer 1] de Facebookberichten toe en ook een profielfoto van de Facebookpagina van [naam 26] waaruit blijkt dat op 29 december 2015 verdachte als vriend is toegevoegd. [51] De Facebookberichten van [naam 28] zijn gevoegd in het dossier en vermelden de inhoud zoals door [slachtoffer 1] verklaard. [52] In het dossier bevindt zich eveneens een print van de Facebookpagina van [naam 26] en [naam 29] waarop vermeld wordt dat verdachte op 29 december 2015 als vriend is toegevoegd. [53]
Op 29 januari 2016 verklaart [slachtoffer 1] dat zij op 29 en 30 januari 2016 meerdere WhatsApp-berichten heeft ontvangen van verdachte, afkomstig van het nummer + [telefoonnummer 2] . [54]
Een afschrift van deze WhatsApp-berichten, afkomstig van het door [slachtoffer 1] genoemde nummer zijn opgenomen in het dossier. Op 29 januari 2016 worden twee berichten gestuurd, waaronder: ‘hey [naam 7] kan je nu wel praten tegen me en me miss vertellen hoe het met me zoon gaat zou fijn zijn’. Op 30 januari 2016 worden 5 berichten gestuurd, waaronder: ‘ [naam 7] zeg me dan gewoon hoe het met mijn zoon gaat’ en ‘je kan wel wachten op een rechtzaak maar dat gaat nog wel even duren dus ik snap niet waarom ik in die tussentijd mag weten hoe het met mijn eigen kind gaat (…)’ en ‘met mijn dochter gaat het niet zo heel fijn hoor kind zit hier echt mee (…)’. [55]
In een proces-verbaal van bevindingen is als relaas van verbalisanten opgenomen dat op 11 februari 2016 verdachte zich in het cellencomplex van het politiebureau bevond. Nadat verdachte was medegedeeld van welke feiten hij werd verdachte, zei verdachte: ‘Het stopt allemaal pas als ik mijn zoon gezien heb. Eerder echt niet. Als ik straks weer een nieuw nummer heb van [slachtoffer 1] stuur ik haar gewoon weer berichtjes’. [56]
Is verdachte degene die de Facebookberichten onder verschillende profielnamen en de hiervoor genoemde WhatsApp-berichten heeft gestuurd?
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die alle hiervoor genoemde Facebookberichten onder de genoemde verschillende profielnamen aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en de hiervoor genoemde WhatsApp-berichten aan [slachtoffer 1] heeft gestuurd. Daarin wordt [slachtoffer 1] ‘ [naam 7] ’ en ‘ [naam 6] ’ genoemd, de namen die verdachte volgens [slachtoffer 1] ook aan haar gaf gedurende hun relatie. In de berichten aan [slachtoffer 1] wordt gesproken over ‘ons kind/onze zoon’, ‘mijn zoon’, ‘ [naam 2] ’ en dat hij zijn eigen zoon niet mag zien en niet bij de bevalling mocht zijn - in tegenstelling tot [slachtoffer 2] - en spreekt hij over rechtszaken en over zijn dochter [naam 3] . In ieder bericht is sprake van dezelfde schrijfstijl, zonder interpunctie. Bovendien heeft verdachte, zoals hiervoor weergegeven, zelf ook verklaard dat hij [slachtoffer 1] ‘weer’ berichtjes gaat sturen als hij haar nieuwe nummer heeft en heeft verdachte bij de rechter-commissaris verklaard dat hij [slachtoffer 1] op 17 januari 2016 een WhatsApp-bericht heeft gestuurd.
De berichten aan [slachtoffer 2] zijn grotendeels onder dezelfde profielnamen geschreven, met uitzondering van die van ‘ [naam 9] ’, maar de rechtbank heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat dit ene bericht van een ander dan verdachte afkomstig is. Ook dit bericht is beschuldigend, beledigend en bedreigend, zoals ook de wijze waarop door verdachte in de berichten aan [slachtoffer 1] over [slachtoffer 2] wordt gesproken, en waaruit duidelijk volgt dat verdachte het ook [slachtoffer 2] kwalijk neemt dat hij niet bij de bevalling van [naam 2] aanwezig was en hem niet mag zien.
Dat [slachtoffer 1] zelf of een ander dan verdachte de berichten gestuurd heeft, is niet onderbouwd noch anderszins aannemelijk geworden.
Dat [slachtoffer 1] zelf op haar eigen Facebook 10 voor een ieder zichtbare berichten heeft geplaatst die als provocerend richting verdachte kunnen worden gezien, is op zijn minst genomen onverstandig, maar maakt niet dat de handelingen die verdachte heeft verricht, geen stalking meer opleveren.
Conclusie
Uit hetgeen hiervoor is overwogen, de bewijsmiddelen die hiervoor zijn genoemd, in samenhang met hetgeen onder de feiten is weergegeven, volgt dat verdachte in de tenlastegelegde periode van 6 maanden talloze Facebookberichten heeft gestuurd aan [slachtoffer 1] en ook meerdere Facebookberichten aan haar zus, ondanks dat hij wist dat zij niet wilde dat hij nog contact met haar of haar familie opnam. Uit de bewijsmiddelen volgt ook dat verdachte cadeaus heeft bezorgd voor [slachtoffer 1] en [naam 2] op het adres van de ouders van [slachtoffer 1] , dat hij haar broer heeft benaderd om haar contact met hem op te laten nemen en dat hij bij een kennis van [slachtoffer 1] langs is geweest ( [naam 28] ), samen met anderen, om contactgegevens van haar te kunnen bemachtigen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door het verrichten van voornoemde handelingen, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster, met het oogmerk [slachtoffer 1] te dwingen iets te dulden en – mede gelet op de inhoud van die berichten -, iets te doen (contact met verdachte opnemen, hem zijn zoon laten zien), iets niet te doen (zijn zoon bij hem vandaan houden) en vrees aan te jagen (gelet op de berichten van ‘ [naam 18] ’ van 14 oktober 2015 en de berichten van ‘ [naam 16] ’).
Ten aanzien van feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft een relatie gehad met [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ). Op 15 augustus 2014 is hun zoon [naam 2] geboren. Op 17 augustus 2014 is er door de politie een brief ‘aanzegging wederrechtelijke belaging’ uitgereikt aan verdachte. [57] In deze brief verklaart [slachtoffer 1] dat zij vanaf de datum van dagtekening van de brief, 16 augustus 2014, op geen enkele wijze nog contact wil met verdachte, dat de belaging tot op die dag onder meer bestaan heeft uit het lastigvallen van haar zus en dat elk contact van verdachte op welke wijze dan ook direct of indirect, ook via ouders, zus of kraamhulp, door [slachtoffer 1] zal worden aangemerkt als belagingshandeling. [58] Verdachte mocht niet bij de bevalling van [naam 2] aanwezig zijn [59] en verdachte en [slachtoffer 1] zijn nog steeds verwikkeld in een procedure omtrent het gezag over, en een omgangsregeling met, [naam 2] . [60]
Uit een eerdere relatie heeft verdachte een dochter genaamd [naam 3] . [61]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte van dit feit vrij te spreken omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is dat verdachte degene is geweest die de door [slachtoffer 2] genoemde en in het dossier aanwezige berichten, waarbij de afzenders verschillende namen hebben, heeft verstuurd. Justitie heeft nagelaten onderzoek te doen naar de gebruikte IP-adressen en niet uit te sluiten is dat andere personen de berichten hebben opgesteld.
Beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 2] , woonachtig te Doesburg, heeft op 21 september 2015 aangifte gedaan van, onder meer, bedreiging met de dood door verdachte. Bij haar bestond de overtuiging dat verdachte zijn bedreiging werkelijk ten uitvoer zou leggen. [slachtoffer 2] verklaart ook dat zij op 15 augustus 2014 aanwezig was bij de geboorte van [naam 2] . Ze zegt dat het feit dat verdachte niet bij de geboorte aanwezig was en zij wel, waarschijnlijk het motief zal zijn dat zij door hem gestalkt, bedreigd en zwart gemaakt wordt. Vanaf de geboorte van [naam 2] werd de situatie alleen maar erger en was de agressie en bedreigingen niet alleen maar naar haar gericht.
[slachtoffer 2] verklaart dat zij op 12 juli 2015 een privébericht ontving via Facebook van ‘ [naam 30] ’. Daarin stond dat hij wilde dat [slachtoffer 2] stierf, dat zij op een lijst zou staan en niemand zijn straf zou ontlopen. Uit de inhoud en schrijfstijl van het bericht maakte zij op dat dit een alias was van verdachte. Toen ze dit bericht las, vreesde ze voor haar leven omdat ze bang was dat verdachte haar ging of liet doden. [62]
Afschriften van de berichten van deze ‘ [naam 30] ’ zijn gevoegd bij de aangifte. Daarin schrijft hij op 12 juli 2015: ‘(…) jij staat op een lijst (…)’. Als [slachtoffer 2] reageert met: ‘ik hou mij niet bezig met jou’, zegt ‘ [naam 30] ’: ‘wij wel met jou en je ouders niemand ontkomt zijn straf (…)’. Ook schrijft hij: ‘luister goedkope internet hoer jullie dagen komen jullie zullen allemaal vallen geniet pas als jullie snakken naar adem want hoop echt dat jullie sterven en ik daar getuige van mag zijn (…)’. [63]
[slachtoffer 2] verklaart dat ze op 23 augustus 2015 via Facebook een privébericht ontving van ‘ [naam 9] ’ waarin hij onder meer zegt dat haar tijd heel snel is. [slachtoffer 2] vermoedt dat dit van verdachte afkomstig is door de inhoud van het bericht. Daardoor en door vele eerdere berichten van verdachte, vreest zij voor haar leven. [64] Bij de aangifte is een afschrift van de berichten van deze ‘ [naam 9] ’ gevoegd. Daarin schrijft hij, op 23 augustus 2015: ‘hey dikke kankerhoer jouw tijd is heel snel eventjes geduld nog maar alles komt goed jij bent niet vergeten hoor’ en ‘jij krijgt wat je toekomt zo werkt dat gewoon’. [65]
[slachtoffer 2] verklaart dat zij een zoontje heeft en dat zij op 14 september 2015 opnieuw een bedreigend privébericht op Facebook ontving, dit keer van ‘ [naam 10] ’. Gelet op de schrijfstijl en de inhoud van het bericht en het feit dat zij geen ‘ [naam 10] ’ kent, rees bij haar het vermoeden dat dit bericht afkomstig was van verdachte. Ook een afschrift van dit Facebookbericht is gevoegd in het dossier. ‘ [naam 10] ’ schrijft: ‘goedkope hoer eventjes geduld nog denk met heel veel verlangens naar jullie maar het is wachten op het beste moment en die is helaas nog niet dus hopelijk heb je nog heel even geduld’. [66]
Is verdachte degene die de hiervoor genoemde Facebookberichten onder verschillende profielnamen heeft gestuurd?
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die alle hiervoor genoemde Facebookberichten onder de genoemde verschillende profielnamen aan [slachtoffer 2] heeft gestuurd. De rechtbank heeft dit voor wat betreft de berichten van [naam 9] en [naam 10] reeds hiervoor bij feit 1 overwogen. Hetgeen daarin genoemd staat dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. De rechtbank heeft geen reden om er aan te twijfelen dat dit ook geldt voor de berichten van [naam 30] zoals hiervoor genoemd. Ook dit bericht is van eenzelfde schrijfstijl, zonder interpunctie, en van dezelfde bedreigende aard als de andere berichten. Zo heeft verdachte onder de naam ‘ [naam 10] ’ op 14 september ook een bericht aan [slachtoffer 1] gestuurd waarin hij zegt dat haar vader en moeder en zusje op een lijstje staan. [67]
Dat een ander dan verdachte de berichten gestuurd heeft, is niet onderbouwd noch anderszins aannemelijk geworden.
Conclusie
Gelet op het voorgaande, in samenhang bezien met hetgeen hiervoor onder de feiten is weergegeven, acht de rechtbank het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit op basis van de verklaringen van [slachtoffer 1] waarin zij onder meer noemt dat ook [naam 31] haar verteld heeft dat verdachte dit feit gepleegd heeft, en de aangifte van de moeder van [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte van dit feit vrij te spreken omdat er onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig is dat verdachte degene is geweest die dit feit gepleegd heeft. Niemand heeft hem daadwerkelijk gezien.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is, met de raadsman, van oordeel dat in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat verdachte degene is geweest die dit feit gepleegd heeft. Verdachte ontkent dit en niemand heeft hem ter plaatse gezien. De verklaring van [slachtoffer 1] over [naam 31] betreft een de auditu verklaring. In het dossier bevinden zich ook geen berichten die verdachte op de plaats delict plaatsen.
De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2015
tot en met 30 januari 2016 te Arnhem en/of te Doesburg,
in elk geval in Nederland,
(telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] ,
in elk geval van een ander,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] ,
in elk geval die anderte dwingen iets te
doen, niet te doen, te dulden en
/ofvrees aan te jagen, immers heeft verdachte:
- die [slachtoffer 1] meermalen met een
of meer (mobiele
)telefoon
(s)en
/ofvia internet (via facebook en
/ofmet verschillende accounts en/of aliassen)
een of meersms-jes en
/of(facebook) berichten met hinderlijke en/of verontrustende en/of bedreigende en/of provocerende en/of beledigende teksten gestuurd, en
/of
-
(een
)familie
leden / -lid (
o.a.de zus
en de moedervan die [slachtoffer 1] )
en/of (een) vriend(en) en/of (een) kennis(sen) van die [slachtoffer 1]meermalen
met
een of meer (mobiele) telefoon(s) en/ofvia internet
een of meer sms-jes en/of
(facebook) berichten met hinderlijke en
/ofbedreigende en
/ofprovocerende
en
/ofbeledigende teksten gestuurd, en
/of
-
die [slachtoffer 1] meermalen op haar huisadres en/of op het adres van haar ouders benaderd en/of opgezocht en/ofeen hoeveelheid cadeaus bij het huisadres van die ouders afgeleverd en
/althanszich in de directe omgeving van
die [slachtoffer 1] en/of die/dat adres
(sen)opgehouden, en
/of
-
meermalen, althans eenmaalfamilie
en/of vriendenen
/ofkennis
senvan die [slachtoffer 1] opgezocht en/of benaderd en/of geprovoceerd
en/of bedreigd en
/of
- op een (of meer) andere manier(en) de aandacht van die [slachtoffer 1]
getrokken/gevestigd en/althans(indirect) contact gezocht met die [slachtoffer 1]
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 juli tot en met 31 oktober 2015, in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Arnhem,
althans in Nederlandeen persoon genaamd [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] meermalen,
althans
eenmaal, een (of meer)(facebook) berichten gestuurd en daarbij
(telkens)
dreigend de woorden toegevoegd:
- zakelijk weergegeven - dat voornoemde [slachtoffer 1] op een lijst zou staan en
niemand zijn straf zou ontlopen en
/of
- " Jullie dagen komen jullie zullen allemaal vallen. Geniet pas als jullie
snakken naar adem want hoop echt dat jullie sterven en ik daar getuige van mag
zijn" en
/of
- " hey dikke kankerhoer jouw tijd is heel snel eventjes geduld nog maar alles komt goed jij bent niet vergeten hoor. Jij krijgt wat je toekomt zo werkt dat gewoon" en
/of
"Goedkope hoer eventjes geduld nog denk met heel veel verlangens naar jullie maar het is wachten op het beste moment en die is helaas nog niet dus hopelijk nog heel even geduld",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
waardoor er voor die [slachtoffer 2] een zeer bedreigende situatie is ontstaan
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Belaging, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 tot en met 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen waarvan 112 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden op te leggen reclasseringstoezicht, een meldplicht, een ambulante behandeling bij Kairos of soortgelijke instelling en het verlenen van toestemming door verdachte aan de reclassering om contacten te onderhouden met Bureau Jeugdzorg en mogelijk andere instanties die betrokken zullen worden rondom de omgang en opvoeding van zijn zoon, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft aangegeven dat haar eis zo is vorm gegeven dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis en de duur van de geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf dus gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft tevens geëist dat aan verdachte een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van verdachte wordt opgelegd, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een locatieverbod voor heel Doesburg en de wegen in Doetinchem zoals ook genoemd in het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis, voor een periode van drie jaren en dat vervangende hechtenis voor de duur van telkens één week wordt toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De officier van justitie heeft gevorderd dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte geen gevangenisstraf op te leggen van langere duur dan verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De raadsman heeft verzocht verdachte niet de vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen zoals door de officier van justitie geëist. Verdachte heeft zich in de periode waarin zijn voorlopige hechtenis geschorst is geweest, goed gedragen. Bovendien is het locatieverbod zoals nu voorgesteld, met een duur van 3 jaar, een zeer ingrijpende maatregel in het leven van een ieder.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 9 juni 2016;
- ( beknopte) reclasseringsadviezen van Reclassering Nederland, gedateerd 25 februari 2016 en 4 mei 2016;
- een monodisciplinair rapport van [naam 32] , klinisch psycholoog, gedateerd 27 september 2012 en
- een advies indicatieoverleg NIFP, gedateerd 9 maart 2016.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van een half jaar schuldig gemaakt aan stalking van zijn ex-vriendin. Verdachte bestookte zijn ex-vriendin met talloze privéberichten op haar Facebook, onder verschillende profielnamen, waarbij hij haar in niet mis te verstane bewoordingen telkens liet weten haar niet met rust te zullen laten zolang verdachte hun zoontje niet mocht zien. Een aantal berichten zijn ook bedreigend. Ook is verdachte op een gegeven moment bij een kennis van zijn ex-vriendin langs geweest, in diens woning, samen met nog anderen om zo te proberen achter contactgegevens van zijn ex-vriendin te komen. Op dezelfde wijze – door middel van verstuurde Facebookberichten – heeft verdachte de zus van zijn ex-vriendin meermalen bedreigd met de dood.
Verdachte heeft dit alles gedaan terwijl hij wist dat zijn ex-vriendin niet wilde dat hij nog
contact met haar of haar familie opnam. Hiermee heeft hij een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin.
Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de ex-vriendin van verdachte komt naar voren dat het gedrag van verdachte enorme impact heeft gehad op haar gevoel van veiligheid, dat zij continu op haar hoede is en bang is voor verdachte. Ook de zus van de ex-vriendin van verdachte heeft aangegeven zich onveilig te voelen, gestrest te zijn en slecht te slapen.
Uit het uittreksel uit het justitieel documentatieregister volgt dat verdachte in september 2015 nog veroordeeld is voor het stalken van dezelfde ex-vriendin gedurende 5 maanden, tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf en met oplegging van een contactverbod met zijn ex-vriendin. In hoger beroep (uitspraak van 31 mei 2016) is dit vonnis en de opgelegde straf in stand gebleven. In oktober 2012 is verdachte veroordeeld voor het plegen van meerdere mishandelingen en bedreiging met zware mishandeling, het laatste ook gepleegd tegen diezelfde ex-vriendin. Ook toen is hem een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd met een contactverbod met zijn ex-vriendin.
Deze opgelegde straffen en de contactverboden hebben verdachte er niet van weerhouden thans opnieuw zijn ex-vriendin te stalken.
In de zaak waarvoor verdachte in oktober 2012 is veroordeeld, is omtrent verdachte een psychologische rapportage opgemaakt. Daarin staat als conclusie van de psycholoog omschreven dat bij verdachte sprake was van zwakbegaafdheid en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. De psycholoog heeft destijds geadviseerd verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. De psycholoog concludeert dat door de zwakbegaafdheid, de persoonlijkheidsstoornis, beperkte oplossingsvaardigheden en een beperkte impulscontrole kan, bij het onvoldoende rekenschap geven aan de eigen kwetsbaarheid, bij oplopende relationele spanningen leiden tot impulsief agressieve reacties. De kans op gewelddadige recidive wordt door de psycholoog dan ook als hoog ingeschat. Om het recidiverisico voldoende in te perken is destijds geadviseerd tot een klinische behandeling.
In het reclasseringsadvies van 4 mei 2016 worden als bijzondere voorwaarden geadviseerd een meldplicht, een ambulante behandelverplichting bij Kairos waarin verdachte naast communicatieve vaardigheden ook om leert te gaan met zijn emoties, een contactverbod met aangeefster ( [slachtoffer 1] ) en het verlenen van toestemming aan de reclassering om contacten te onderhouden met Bureau Jeugdzorg en mogelijk andere instanties die betrokken zullen worden rondom de omgang en opvoeding van verdachtes zoon.
In het advies indicatieoverleg van het NIFP van 9 maart 2016 wordt aangegeven dat er geen meerwaarde wordt gezien in een nieuwe opdracht tot opmaak van een mono-, dan wel multidisciplinair rapport vanwege het rapport dat in 2012 nog is opgemaakt, vanwege de omstandigheid dat een nieuw rapport weinig meer informatie op zal leveren en omdat er al een plan van aanpak vanuit de reclassering ligt.
Al het voorgaande in overweging nemende, is de rechtbank van oordeel dat de geëiste straf recht doet aan de aard en ernst van de feiten, de recidive en de problematiek van verdachte zoals die nog steeds - nu in de tussenliggende periode geen behandeling van verdachte tot stand is gekomen - aanwezig geacht moet worden te zijn. De rechtbank heeft de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, berekend op 112 dagen.
De rechtbank zal verdachte dan ook een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 240 dagen waarvan 128 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals door de officier van justitie geëist.
De voorwaardelijke straf dient ertoe verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw dergelijke feiten te begaan.
Gelet op de hardnekkigheid van de belaging, de frequentie, de recidive, de problematiek van verdachte en de bedreigingen in de richting van de zus van zijn ex-vriendin, volgt de rechtbank de officier van justitie eveneens in haar eis tot oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel voor de periode van 3 jaren, inhoudende een contactverbod met zowel de ex-vriendin van verdachte als haar zus en een locatieverbod voor heel Doesburg en de wegen in Doetinchem zoals ook reeds genoemd in het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank beveelt dat 1 week vervangende hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank eveneens van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. De rechtbank zal daarom bevelen dat de maatregel op grond van artikel 38v lid 4 van het Wetboek van Strafrecht, dadelijk uitvoerbaar is.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Vordering [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 6.000,-, bestaande uit € 3.000,- materiële schade (extra telefoon-, en portokosten van € 30,-, reiskosten van € 250,- en voor het overige bestaande uit verhuiskosten) en € 3.000,- immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij voor het gehele bedrag van € 6.000,- toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren vanwege de door hem bepleitte vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman opgemerkt dat de gevorderde bedragen fors zijn en het er op lijkt dat de benadeelde er een slaatje uit wil slaan. De raadsman heeft verzocht in ieder geval de verhuiskosten niet toe te wijzen omdat die in een te ver verwijderd verband met de feiten staan. Voor het overige heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de kosten die de benadeelde heeft gemaakt voor het meermalen verhuizen in een te ver verwijderd verband met het onder 1 bewezenverklaarde staan. Onvoldoende vast is komen te staan dat de benadeelde als gevolg van het handelen van verdachte niet anders heeft kunnen doen dan te verhuizen.
De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank staan de gevorderde extra telefoon-, en portokosten en reiskosten van in totaal € 300,-, wel in voldoende verband met het onder 1 bewezenverklaarde en is de hoogte daarvan ook redelijk. De rechtbank wijst de vordering voor dit bedrag toe.
Ten aanzien van het bedrag van € 3.000,- aan immateriële schade bepaalt de rechtbank, gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de gevolgen voor de benadeelde partij, en rekening houdend met de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare zaken plegen te worden toegekend, die schade naar billijkheid op een bedrag van € 1.000,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering.
Voor de delen van de vordering waarin de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard geldt dat de behandeling van die delen van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren, omdat daar nadere onderbouwing voor nodig zou zijn. De benadeelde partij kan derhalve de resterende vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De gevorderde wettelijke rente voor het gehele toegewezen bedrag van € 1.300,- is toewijsbaar vanaf 1 november 2015 (het midden van de bewezenverklaarde pleegperiode).
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
Vordering [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.599,24, bestaande uit € 99,24 materiële schade (telefoon-, en portokosten van € 25,-, en reiskosten van € 74,24) en € 1.500,- immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij voor het gehele bedrag van € 1.599,24 toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren vanwege de door hem bepleitte vrijspraak.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank staan de gevorderde telefoon-, en portokosten en reiskosten van in totaal € 99,24 in voldoende verband met het onder 2 bewezenverklaarde en is de hoogte daarvan ook redelijk. De rechtbank wijst de vordering voor dit bedrag toe.
Ten aanzien van het bedrag van € 1.500,- aan immateriële schade bepaalt de rechtbank, gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de gevolgen voor de benadeelde partij, en rekening houdend met de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare zaken plegen te worden toegekend, die schade naar billijkheid op een bedrag van € 500,-.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren, omdat daar nadere onderbouwing voor nodig zou zijn. De benadeelde partij kan derhalve de resterende vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De gevorderde wettelijke rente voor het gehele toegewezen bedrag van € 599,24 is toewijsbaar vanaf 1 september 2015 (het midden van de bewezenverklaarde pleegperiode).
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
Vordering [naam verhuurder]
De benadeelde partij [naam verhuurder] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.152,03 bestaande uit materiële schade.
Nu de rechtbank verdachte heeft vrijgesproken van het onder 3 tenlastegelegde feit, zal zij de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
7b. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling (05/840943-14)
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van 20 uren werkstraf subsidiair 10 dagen hechtenis die door de politierechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem op 12 november 2014 voorwaardelijk is opgelegd.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem op 12 november 2014 (parketnummer 05/840943-14) voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis, naar het oordeel van de rechtbank, ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14c, 14d, 14g, 24c, 27, 36f, 38v, 38w, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
gevangenisstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) dagen;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot 128 (honderdachtentwintig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland, Houtwal 16, 7201 ES Zutphen, telefoonnummer [telefoonnummer 3] en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen bij Kairos of een soortgelijke instelling voor behandeling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven. Verdachte dient tijdens de behandeling een actieve en meewerkende houding aan te nemen;
- aan de reclassering toestemming zal verlenen om contacten te onderhouden met Bureau Jeugdzorg en mogelijk andere instanties die betrokken zullen worden rondom de omgang en opvoeding van zijn zoon.
- Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op
de
maatregeldat de veroordeelde voor de duur van
3 (drie) jaren
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] en haar zus [slachtoffer 2] . Indien [slachtoffer 1] contact zoekt met verdachte, zal verdachte dit melden bij de reclassering. Verdachte handelt in geen geval zelf. Mocht contact tussen verdachte en [slachtoffer 1] noodzakelijk zijn in verband met hun zoontje dan zal verdachte hiertoe niet eerder overgaan dan na en in overleg met de reclassering en andere betrokken instanties, zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg;
- zich niet zal bevinden in de gemeente Doesburg en/of de volgende straten in Doetinchem: [straatnaam 1] (= [straatnaam 2] tussen [straatnaam 3] en [straatnaam 4] , [straatnaam 5] , [straatnaam 6] , [straatnaam 7] , [straatnaam 8] , [straatnaam 9] , [straatnaam 10] (tussen [straatnaam 9] en [straatnaam 3] ), [straatnaam 3] , [straatnaam 11] tussen [straatnaam 2] en [straatnaam 12] , [straatnaam 12] , [straatnaam 13] , [straatnaam 14] tussen [straatnaam 13] en [straatnaam 1] , alsmede het gebied dat begrensd wordt door deze wegen (zie plattegrond in bijlage).
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
1 (één) weekvoor
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
- beveelt dat de op grond van artikel 38v, vierde lid van het Wetboek van Strafrecht, opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1).
  • veroordeelt verdachte tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2).
  • veroordeelt verdachte tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam verhuurder] (feit 3).
 verklaart de
benadeelde partij niet-ontvankelijkin haar vordering;
 De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling (05/840943-14)

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem op 12 november 2014, te weten van:
een werkstraf van 20 (twintig) uren subsidiair 10 (tien) dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.S. Croll (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. L.C.P. Goossens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. ter Horst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 september 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, Gelderland-Midden, district Arnhem Veluwezoom, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015462988, gesloten op 24 juni 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 71, 72.
3.Belagingsbrief, p. 76, 77.
4.Proces-verbaal van de meervoudige raadkamer van 25 februari 2016, p. 3.
5.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 74; proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de vordering van inbewaringstelling bij de rechter-commissaris, p. 1, 2.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72; proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de vordering van inbewaringstelling bij de rechter-commissaris, p. 2.
7.proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de vordering van inbewaringstelling bij de rechter-commissaris, p. 1.
8.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72.
9.Print van het bericht, p. 79.
10.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72.
11.Print van de profielfoto en de pagina van verdachtes Facebook, p. 81, 82.
12.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72.
13.Uittreksel justitieel documentatieregister van 9 juni 2016, p. 2, 3, 4.
14.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72.
15.Afschrift Facebookpagina met de genoemde berichten, p. 83 t/m 85.
16.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72, 73.
17.Proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 44.
18.Berichten [naam 8] met afschrift Facebookpagina, p. 86 t/m 89.
19.Print Facebookpagina verdachte met de reacties, p. 90, 91.
20.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 23 augustus 2016.
21.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 48, 50, 51.
22.Afschrift van de berichten, p. 63.
23.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 50.
24.Afschrift van het bericht, p. 64.
25.Afschrift van het bericht, p. 65.
26.Afschrift van het bericht, p. 66.
27.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 51.
28.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 73.
29.Berichten en print Facebookpagina, p. 95, 96.
30.Prints Facebookpagina met berichten, p. 97.
31.Print Facebookpagina met berichten, p. 98.
32.Prints Facebookpagina, p. 99, 100.
33.Afschrift van het bericht, p. 102.
34.Print Facebookpagina met berichten, p. 103, 104.
35.Print Facebookpagina met berichten, p. 105.
36.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 73.
37.Afschrift van de Facebookberichten, p. 107 t/m 109.
38.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 74.
39.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 156 t/m 158.
40.Prints Facebookpagina met de berichten, p. 159, 160.
41.Prints Facebookpagina’s, p. 161 t/m 164.
42.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 168, 169.
43.Print Facebookpagina, p. 175
44.Aanvullend proces-verbaal, p. 114, 115.
45.Afschriften van de berichten en prints Facebookpagina, p. 127 t/m 132.
46.Afschriften van de berichten en prints Facebookpagina, p. 133 t/m 138.
47.Afschriften van de berichten en een print van de Facebookpagina, p. 139 t/m 141.
48.Afschriften van de berichten en prints Facebookpagina, p. 144 t/m 148.
49.Aanvullend proces-verbaal, p. 115.
50.Genoemde fotoprints, p. 142, 143.
51.Aanvullend proces-verbaal, p. 115 t/m 117.
52.Prints Facebookpagina’s, p. 149 t/m 154.
53.Prints Facebookpagina’s, p. 155.
54.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , p. 122, 123.
55.Afschrift van de WhatsApp-berichten, p. 124.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14.
57.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 71, 72.
58.Belagingsbrief, p. 76, 77.
59.Proces-verbaal van de meervoudige raadkamer van 25 februari 2016, p. 3.
60.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 74; proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de vordering van inbewaringstelling bij de rechter-commissaris, p. 1, 2.
61.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 72; proces-verbaal van verhoor van verdachte in het kader van de vordering van inbewaringstelling bij de rechter-commissaris, p. 2.
62.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 48, 49, 50.
63.Afschrift van de berichten, p. 57, 59.
64.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 48, 50, 51.
65.Afschrift van de berichten, p. 63.
66.Afschrift van het bericht, p. 64.
67.Prints Facebookpagina, p. 99, 100; Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 73.