ECLI:NL:RBGEL:2016:4979
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Participatiewet op studiekosten van deeltijdondernemer
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld over de toepassing van de Participatiewet met betrekking tot de aftrekbaarheid van studiekosten door een deeltijdondernemer die bijstand ontvangt. Eiser, die sinds 1 september 2013 bijstand ontving, had toestemming van verweerder om als deeltijdondernemer te werken. Verweerder weigerde echter om bepaalde studiekosten, waaronder collegegeld voor een masteropleiding, af te trekken van het in mindering te brengen inkomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder de eigen richtlijn correct had toegepast en dat de beslissing om deze kosten niet als aftrekpost te accepteren niet onredelijk was. Eiser had niet tijdig duidelijkheid moeten vragen aan verweerder over de aftrekbaarheid van deze kosten.
De rechtbank stelde vast dat de richtlijn voor deeltijdondernemers niet impliceert dat alle door de Belastingdienst geaccepteerde kosten ook door verweerder moeten worden geaccepteerd. De toets die de Belastingdienst aanlegt, heeft een ander doel dan de beoordeling door verweerder. De rechtbank benadrukte dat de kosten die gemaakt worden om het doel van de bijstand te bereiken, voor rekening van verweerder komen, en dat het niet onredelijk is dat verweerder een strengere toets aanlegt voor de aftrekbaarheid van kosten in het kader van de bijstandsverlening. Eiser had onvoldoende gemotiveerd waarom de studiekosten noodzakelijk waren voor zijn bedrijfsvoering en had niet tijdig om duidelijkheid gevraagd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. Y. van Wezel, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 oktober 2016.