Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 22 september 2016
[X] , te [Z] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, verweerder.
Procesverloop
- voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 65.816. Tevens is bij beschikking € 795 aan heffingsrente in rekening gebracht;
- voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 75.655. Tevens is bij beschikking € 699 aan belastingrente in rekening gebracht; en
- voor het jaar 2013 een aanslag IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.888. Tevens is bij beschikking € 359 aan belastingrente in rekening gebracht.
Overwegingen
Feiten
“1. Doelomschrijving
1.1. B zal als praktijkmedewerker met ingang van 01-01-2007 voor onbepaalde tijd
werkzaam zijn in de praktijk van A en wel voor 4 dagen per week, te weten op maandag
tussen 8:15 uur en 17:15 uur, op dinsdag tussen 13:15 uur en 21:00 uur, op woensdag tussen
13:15 uur en 17:15 uur, op donderdag tussen 8:15 uur en 17:15 uur en vrijdag tussen 8:15 uur
en 12:15 uur. B kan binnen deze uren zijn spreekuur- en behandelingstijden naar eigen
inzicht indelen.
1.2. B regelt zijn vakantie en andere vrijwillige afwezigheid zoveel mogelijk na voorafgaand
overleg met A. Indien het voor de patiëntenbehandeling noodzakelijk is, dient B in die
gevallen zelf zorg te dragen voor vervanging door een tandarts waarbij de instemming van A
(…)
3.1.b. B heeft recht op een bruto beloning te grootte van het verschil tussen enerzijds 45%
van het bruto-honorarium en anderzijds het werkgeverdeel in de premies krachtent de
werknemersverzekeringen, alsmede – indien van toepassing – de vergoeding voor
inkomensafhankelijk ZVW-bijdrage en de premie die A ten behoeve van B verschuldigd is
aan een particuliere verzekeraar in het kader van het eigenrisicodragerschap voor de WIA.
(...)
6. Gevolgen van beëindiging
Bij het einde van de overeenkomst staakt B zijn werkzaamheden in de praktijk. B heeft dan
het recht zich elders ter plaatse als tandarts te vestigen, doch hij dient zich te onthouden van
een wervende opstelling ten opzichte van de patiënten van A.”
“1. Doelomschrijving1.1. B zal als praktijkmedewerker met ingang van 1 april 2010 voor onbepaalde tijdwerkzaam zijn in de praktijk van A en wel voor 3,5 dagen per week, te weten op maandag,dinsdag en donderdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur en op vrijdag tussen 8.00 uur en 13.00uur. B kan binnen deze uren zijn spreekuur- en behandelingstijden naar eigeninzicht indelen.1.2. B regelt zijn vakantie en andere vrijwillige afwezigheid zoveel mogelijk na voorafgaandoverleg met A. Indien het voor de patiëntenbehandeling noodzakelijk is, dient B in diegevallen zelf zorg te dragen voor vervanging door een tandarts waarbij de instemming van A
(…)
3.1.b. B heeft recht op een bruto beloning te grootte van het verschil tussen enerzijds 45%
van het bruto-honorarium en anderzijds het werkgeverdeel in de premies krachtens de
werknemersverzekeringen, alsmede – indien van toepassing – de vergoeding voor
inkomensafhankelijk ZVW-bijdrage en de premie die A ten behoeve van B verschuldigd is
aan een particuliere verzekeraar in het kader van het eigenrisicodragerschap voor de WIA.
(...)
6. Gevolgen van beëindiging
Bij het einde van de overeenkomst staakt B zijn werkzaamheden in de praktijk. B heeft dan
het recht zich elders ter plaatse als tandarts te vestigen, doch hij dient zich te onthouden van
een wervende opstelling ten opzichte van de patiënten van A.”
“
4.2. Beoordeling van de bevindingen- Belastingplichtige verricht werkzaamheden voor slechts twee opdrachtgevers die beide
verbonden zijn aan dezelfde tandartsenpraktijk in casu [B] ;
- De door belastingplichtige verrichte tandheelkundige werkzaamheden worden verricht
onder de naam en voor rekening van [B] ;
- Belastingplichtige factureert maandelijks uitsluitend aan beide opdrachtgevers;
- Belastingplichtige ontvangt een vast percentage van het bruto honorarium dat de
opdrachtgevers factureren aan de zorgverzekeraars en/of patiënten en loopt daarbij geen
debiteurenrisico;
- Belastingplichtige verricht geen investeringen in [B] , is niet verantwoordelijk voor het
personeelsbeleid, de planning en organisatie, het beheer van het patiëntenbestand of overige
werkzaamheden.
- Belanghebbende in het controletijdvak maar ook de jaren daarvoor en daarna niet of
nauwelijks actief geweest om meer opdrachtgevers te verkrijgen.
Gezien het bovenstaande wordt er niet, c.q. slechts in beperkte mate, voldaan aan de
voorwaarden die worden gesteld om het inkomen als winst uit onderneming aan te merken.
4.3. ConclusieDe inkomsten dienen te worden gekwalificeerd als resultaat uit overige werkzaamheden.”
- eiseres was ingeschreven bij de Kamer van Koophanden en BIG-geregistreerd;
- eiseres droeg zelf de volle verantwoordelijkheid en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor haar tandheelkundige verzorging;
- eiseres was aangesloten bij een klachtenregeling voor patiënten en heeft een beroepsaansprakelijkheidsverzekering gesloten;
- eiseres was aangesloten bij het Kwaliteitsregister Tandartsen;
- eiseres had haar eigen patiëntenbestand;
- eiseres maakte met haar werkzaamheden winst;
- eiseres kon haar beloning beïnvloeden door eigen keuze van voorgestelde behandelingen en werktempo;
- eiseres bepaalde zelf de tijdsduur die werd uitgetrokken voor elke specifieke verrichting;
- eiseres bepaalde zelf haar werkrooster en werkdagen/tijden;
- eiseres werd op geen enkele wijze beoordeeld op haar werkzaamheden;
- eiseres liep het risico van inkomensderving bij het niet betalen van declaraties door patiënten en bij het niet verschijnen van patiënten op afspraken;
- eiseres liep het risico van herstelwerkzaamheden;
- eiseres zorgde zelf voor haar administratie;
- eiseres had geen recht op doorbetaling tijdens ziekte, vrijwillige verzuim, verlof op opleiding;
- eiseres had het risico van arbeidsongeschiktheid zelf verzekerd en droeg zelf zorg voor een pensioenvoorziening;
- eiseres factureerde in die periode aan twee tandartsen en had dus twee opdrachtgevers;
- eiseres beschikte over een door de belastingdienst afgegeven verklaring VAR-WUO. Bij de aanvraag van deze verklaring heeft zij vermeld dat zij minder dan drie opdrachtgevers had.
Beslissing
mr. T.J.P. Wientjens, griffier.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;