Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De officier van justitie heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat wel wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2. en 4. tenlastegelegde, met dien verstande dat de kleedkamer van het zwembad niet aan te merken valt als een openbare plaats zoals bedoeld in artikel 239 sub 2 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.), maar een niet openbare plaats als bedoeld onder sub 3 van voornoemd artikel.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 2 en 4 primair vrijspraak bepleit, nu elk opzet bij de verdachte heeft ontbroken.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks7 februari 2015 te Tiel, opzettelijk oneerbaar op
of aaneen andere dan onder artikel 239 sub 1 bedoelde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar,
en/of op een niet openbare plaats, indien (een) ander(en) daarbij zijns/huns ondanks tegenwoordig is/zijn,
/of te wetende
(jongens
)kleedkamer in zwembad [zwembad] ,
/ofzich
(vervolgens
)heeft bevonden in de
(jongens
)kleedkamer van genoemd zwembad,
(wijdbeens
)zittend, zijn (stijve) penis duidelijk zichtbaar tonend aan
(meerdere
)in die kleedkamer
(huns ondanks)aanwezige
(jonge
)jongens;
of omstreeks25 februari 2015 te Tiel, opzettelijk oneerbaar op
of aaneen andere dan onder artikel 239 sub 1 bedoelde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden te leeftijd van zestien jaar,
en/of op een niet openbare plaats, indien (een) ander(en) daarbij zijns/huns ondanks tegenwoordig is/zijn,
/of te wetende
(jongens
)kleedkamer in zwembad [zwembad] ,
/ofzich
(vervolgens
)heeft bevonden in de
(jongens
)kleedkamer van genoemd zwembad, (wijdbeens) zittend, zijn (stijve) penis duidelijk zichtbaar tonend aan
(meerdere
)in die kleedkamer
(huns ondanks)aanwezige
(jonge
)jongens.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf
8. De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
3 (drie) wekenen bepaalt, dat deze gevangenisstraf,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
werkstrafgedurende
80 (tachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [betrokkene], van een bedrag van
€ 255,37(tweehonderdvijfenvijftig euro en zevenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [betrokkene] , een bedrag
te betalen van € € 255,37(tweehonderdvijfenvijftig euro en zevenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 5 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;