2.4.Uitgegaan wordt van de volgende vaststaande feiten:
[eisende partij] , geboren op [geboortedatum] , is vanaf 1 februari 1997 in dienst bij [gedaagde partij] , laatstelijk in de functie van Business Unit Director [gedaagde partij] Managed Services (BUD) tegen een bruto maandsalaris van € 7.198,-, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. De functie betreft een key-position binnen [gedaagde partij] .
Op 20 juni 2016 is [eisende partij] uit haar functie ontheven.
Op 24 juni 2016 heeft [eisende partij] zich ziek gemeld. Op 30 juni 2016 heeft de bedrijfsarts aangegeven dat een medische behandeling van [eisende partij] nodig is en partijen geadviseerd na week 28 in gesprek te gaan over de werksituatie.
Op 16 augustus 2016 heeft een, door de bedrijfsarts geadviseerd gesprek tussen [eisende partij] en haar leidinggevende [persoon A] plaats gevonden. Bij e-mail van 17 augustus 2016 heeft [persoon A] dit gesprek bevestigd. De e-mail luidt, voor zover relevant:
(…)
Ik heb je mijn doelstelling van het gesprek aangegeven zijnde: vooral vooruit kijken naar de toekomst met als onderdeel daarvan een toelichting geven op de redenen van het besluit om te stoppen met jou in de functie BLD MS. Van jouw kant heb je aangegeven je te kunnen vinden in deze doelstelling.
Mijn toelichting op het besluit luidt als volgt:
In de periode voorafgaand aan het besluit bereikten mij/ons in een hoge frequentie vanuit meerdere kanten signalen over de situatie binnen MS en de performance van MS bij klanten. Het ging dus niet om een individueel incident maar om de optelsom van signalen die ons bevestigt dat jij niet in je kracht zat en dat dit risico’s met zich meebracht voor [gedaagde partij] /MS maar ook voor jezelf. Bij de situatie binnen MS ging dit over de structuur, jouw vorm van management en leiderschap, druk op de operatie, het risico op uitval van medewerkers en een (nieuwe) casus met een van je Areamanagers. Deze items leiden tot een risico voor medewerkers, maar ook tot issues in de dienstverlening naar klanten met risico’s voor [gedaagde partij] op voortzetting van de samenwerking. Hierbij heb ik als voorbeeld genoemd de reacties van [rechtspersoon X] en [Rechtspersoon Y] waarbij we van [Rechtspersoon Y] een schriftelijke waarschuwing hebben gekregen voor onze performance. Met betrekking tot de signalen van medewerkers, heb ik aangegeven geen namen te willen noemen om daarmee niet een toekomstige samenwerking te hypothekeren.
Niet alleen de optelsom van maar ook de intensiteit van de signalen maakten dat ik/wij ons genoodzaakt zagen een besluit te nemen over jou in de rol als Business Line Director. Voor de continuïteit van de business/het belang van [gedaagde partij] MS maar ook voor jou als persoon konden we de risico’s niet verder laten oplopen. Tegelijkertijd was mijn/onze analyse van de aandachtspunten in jouw functioneren zodanig dat verbetering op die terreinen niet een kwestie zou zijn van dagen of weken maar eerder van maanden. Dit maakte dat een beslissing nodig was. Bij mijn eerdere voornemen mijn observaties tijdens een 1:1 overleg met jou te bespreken, ben ik helaas ingehaald door de beschreven actualiteit.
Je hebt mij aangegeven dat je het besluit een onrechtmatige daad vind die niet past bij een goed werkgever en bij je inzet voor [gedaagde partij] de voorbije jaren. Ik heb aangegeven dat wij nog steeds veel waardering hebben voor je inzet de afgelopen jaren en dat we daar zeker niet aan voorbij willen gaan. Dat het besluit onverwacht kwam en veel impact heeft kan ik begrijpen, echter zoals toegelicht was het noodzakelijk een besluit hierin te nemen. Waar ik benieuwd naar was is of je wel herkenning hebt bij de onderliggende vraagstukken – los van de impact en de onverwachtheid van het besluit. Je gaf aan daar geen erkenning bij heeft. Ik heb aangegeven dat mij dat op zich verbaast omdat je zelf de voorbije jaren (in je zelfbeoordeling) ook de punten hebt benoemd die ik nu aan heb gehaald. Genoemde onderliggende vraagstukken zijn dus niet nieuw. Ik heb vervolgens geciteerd uit je zelfbeoordeling en de conclusie die [voornaam] daarbij heeft gegeven. Je gaf aan dat dit voor jou nog steeds niet ons besluit rechtvaardigt en dat dit ook iets heeft gedaan met je vertrouwen in mij en de organisatie. Ook bij dit laatste heb ik aangegeven dat ik me kan voorstellen dat jij dit zo beleeft en dat dit vertrouwen in de toekomst weer zal moeten groeien (waarbij er een rol voor ons beiden ligt). Mijn vertrouwen in jou mag in ieder geval blijken uit het feit dat ik graag met je verder wil. Zie hierin ook genoemde waardering in jouw inzet de afgelopen jaren en de erkenning van jouw talenten. Zoals gezegd heeft [gedaagde partij] voor jou een concrete nieuwe uitdaging, in een segment dat belangrijk is voor [gedaagde partij] naar de toekomst. Een rol die ons ook in de gelegenheid stelt jou te laten herstellen en te werken aan de aandachtspunten die wij geconstateerd hebben.
Vervolgens heb ik voorgesteld nar de toekomst te kijken waarop jij hebt aangegeven alles te willen overwegen. Op mijn vraag naar de aarzeling in je reactie gaf je nogmaals aan dat je alles wilt overwegen maar dat je in principe je baan terug wilt. Hierop heb ik aangegeven dat dit voor mij een gepasseerd station is. Het besluit was definitief en [voornaam 2] is ook definitief benoemd in zijn nieuwe rol. (…)
Op 17 augustus 2016 heeft [eisende partij] de bedrijfsarts bezocht. Deze heeft geconcludeerd dat sprake is van een arbeidsconflict en heeft mediation geadviseerd.
Op 22 augustus en 1 september 2016 hebben mediationgesprekken plaats gevonden. Daarna is de mediation beëindigd.
[eisende partij] is inmiddels – onder protest – werkzaam in een andere functie bij [gedaagde partij] , Manager Business Line Outsourcing & Strategische Sales.