Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
[telefoonnummer] . [5] Uit onderzoek naar de telefoon van verdachte blijkt dat verdachte aangeefster in de periode van 8 februari 2016 tot en met 25 februari 2016 216 keer heeft gebeld of een chatbericht heeft gestuurd. Daarbij heeft verdachte op 13 februari 2016 het slachtoffer 64 keer gebeld of een chatbericht gestuurd. Deze berichten of oproepen vonden ook in de nachtelijke uren plaats. [6]
- verstuurd op 19 februari 2016:
- verstuurd op 20 februari 2016:
- verstuurd op 21 februari 2016:
- verstuurd op 21 februari 2016: ‘
3. Bewezenverklaring
een ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 8 januari 2016 tot en met 25 februari 2016 te [plaats 2] ,
althans in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] ,
in elk geval van een ander,met het oogmerk die [slachtoffer 1]
, in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/ofvrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, voornoemde [slachtoffer 2]
(een)brie
(f)ven geschreven aan die [slachtoffer 2] met daarin bedreigende
en/of intimiderende en/of beledigende en/of kwetsende tekst(en)en
(een)SMS/Whatsapp bericht
(en
)gestuurd naar die [slachtoffer 2] met daarin bedreigende en/of intimiderende en/of beledigende en/of kwetsende teksten en
met/van een bedreigende en/of intimiderende en/of beledigende en/of kwetsende inhoud/aarden
een ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 8 februari 2016 tot en met 25 februari 2016 te [plaats 2] [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandelingof met brandstichting, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] schriftelijk/bij geschrift (via brieven en/of Facebook messenger en/of Whats App en/of Via Chats),
al dan niet onder bepaalde voorwaarden, dreigend de
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
- bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering Leger des Heils tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d, tweede lid, van het wetboek van Strafrecht, uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 750,00(zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.